Leven
Om te overleven op aarde heb je drie dingen nodig: een atmosfeer, water en zonlicht.
De atmosfeer
Alle lucht waar jij elke dag continu doorheen loopt is onderdeel van de atmosfeer. Je ademt de atmosfeer in, het waait door je haren en de wolken die je uit het raam ziet zijn er ook onderdeel van! Om de aarde zit een dikke laag van deze lucht, die voornamelijk bestaat uit stikstof en zuurstof. Wij ademen het in om te overleven, en alle andere organismen op het aardoppervlak hebben het ook nodig.
Water
Wist je dat je lichaam voor wel 60% uit water bestaat? Eigenlijk ben je gewoon een grote waterballon met een paar botten en wat hersens! Water zit in al je cellen, en jij bent weer opgebouwd uit heel veel cellen. Door te zweten, plassen en ademen raken we continu water kwijt, daarom is het belangrijk om genoeg te blijven drinken. De temperatuur op aarde is ook belangrijk. Was het veel kouder geweest dan was al het water bevroren, veel warmer en alles zou verdampt zijn en kunnen we het niet meer drinken.
Zonlicht
De zon is misschien wel het allerbelangrijkst voor ons leven. Het geeft planten energie om zuurstof te maken, zorgt voor de warmte die water vloeibaar maakt en zorgt er ook nog eens voor dat jij in de zomer op het strand kan spelen!
Op aarde krijgen we precies genoeg zonlicht zodat het comfortabel is voor ons. Een klein beetje warmer en alles zou woestijn zijn. Net iets kouder en we waren één grote sneeuwbal. Stel je voor dat je op zo’n planeet moest leven!
Toch zijn er plekken op aarde waar geen zonlicht komt maar toch leven is. Diep onder de oceanen zijn onderwatervulkanen die hun omgeving warm houden en veel voedingsstoffen uitspuwen. Met die bron van hitte kunnen organismen toch overleven.