Beschrijvende taalkunde
Azië
Binnen Azië hebben de onderzoekers aan het LUCL specifieke expertise in het onderzoek naar Austronesische talen en Papoeatalen. Daarnaast is China een regio waarin de taalwetenschappers aan het LUCL veel onderzoek verrichten.
Door de taal te onderzoeken, kan men de socioculturele geschiedenis van bevolkingen achterhalen. Dit geldt helemaal voor deze regio, waar er maar weinig historische verslagen of archeologische en etnografische gegevens voor handen zijn.
Austronesische talen en Papoeatalen
Er worden ongeveer 1200 Austronesische talen en 800 Papoeatalen gesproken in Aziatische landen zoals Indonesië, Maleisië, de Filipijnen, Timor-Leste en Papoea-Nieuw-Guinea. Dit is ongeveer een derde van alle talen ter wereld. Hieronder vallen de meerderheidstalen, zoals Indonesisch, Maleis en Javaans, maar ook honderden minderheidstalen, zoals Leti, Teiwa, Abui, Alorees en Kambera. De grote taaldiversiteit in deze regio wordt bedreigd doordat veel minderheidstalen geen literaire traditie hebben en niet gedocumenteerd zijn.
Door uitgebreid veldwerk worden deze onderbelichte talen beschreven en vergeleken. Onderzoekers stellen grammatica’s op en achterhalen nieuwe aspecten van de geschiedenis van lokale gemeenschappen, diens migratiebewegingen en de manier waarop zij contact met elkaar hadden door woorden en taalstructuren met elkaar te vergelijken. Door nauw contact met de lokale gemeenschappen kunnen de onderzoekers rekening houden met de mondelinge tradities, geschiedenis en cultuur van de gemeenschappen.
China
Aan het LUCL worden ook verschillende onderzoeken gedaan naar onderwerpen met betrekking tot China.