Universiteit Leiden

nl en
Dossier

Competenties

Wij werken bij de Universiteit Leiden met vier leiderschapscompetenties. Wij geloven dat connectie maken met jezelf en anderen de basis is voor goede samenwerking, het nemen van verantwoordelijkheid en het verleggen van grenzen.

Vier leiderschapscompetenties

  1. Connectie maken

    Zelfbewust contact maken op een open en respectvolle manier, zien en waarderen van verschillen en handelen in het belang van de ander en de organisatie.
  2. SamenWerken

    Meewerken en bijdragen aan een gezamenlijk doel, en benutten van verschillende ervaringen en perspectieven om samen verder te komen.
  3. Verantwoordelijkheid nemen

    Zorgen voor duidelijke verwachtingen en doelen voor jezelf en anderen, om besluitvaardig en met vertrouwen, balans en aandacht toe te werken naar resultaten.
  4. Grenzen verleggen

    Leren en over grenzen kijken, meebewegen met verandering, en bijdragen aan verbetering en innovatie met een visie voor de toekomst.
De vier leiderschapscompetenties zijn afgebeeld in een circel. Elke competentie heeft zijn eigen kleur. Connectie maken is groen. SamenWerken is oranje. Verantwoordelijkheid nemen is blauw. Grenzen verleggen is paars.
De vier leiderschapscompetenties: connectie maken, samenWerken, verantwoordelijkheid nemen en grenzen verleggen

Kaartenset Leiderschap

In de Toolkit Lets Connect vind je een uitgebreide beschrijving van de vier competenties in de vorm van competentiekaarten. Klik op de tag 'Leadership' onderaan de pagina in de toolkit om de competentiekaarten te downloaden. Wil je weten hoe je de kaarten kunt gebruiken? Download de Zelfstart Leiderschap - rechts op deze pagina - of bekijk de animatie hieronder.

Inloggen

Vanwege de gekozen cookie-instellingen kunnen we deze video hier niet tonen.

Bekijk de video op de oorspronkelijke website of

Wie leid jij?

Er zijn vier leiderschapsrollen. Het start bij leiden van jezelf en breidt uit afhankelijk van wie je leidt.

  1. Jezelf

    Je neemt regie over je eigen ontwikkeling en prestaties.
  2. Anderen

    Je werkt samen met anderen en/of geeft formeel of informeel leiding aan anderen.
  3. Een team

    Je bent onderdeel van een team of groep en/of geeft leiding aan een team of groep.
  4. De organisatie

    Je draagt bij aan de organisatie, een faculteit of eenheid en/of je geeft er leiding aan.
De vier leiderschapsrollen zijn afgebeeld in een circel met daarin vier ringen. De ringen zijn geordend van klein naar groot. In de kern van de circel de ring voor: jezelf. Daarna volgen de ringen voor: anderen, een team en de organisatie.
De vier leiderschapsrollen: leidinggeven aan jezelf, aan anderen, aan een team aan de organisatie
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.