In dit practicum leren kinderen twee typen microscopen onderscheiden. Ze gebruiken microscopen om verschillende kleine structuren van haren, blaadjes, weefsels, lucifers of zelf meegebrachte objecten te bestuderen. Ze leren een schuifmaat te gebruiken en hoe je de grootte van een klein onderwerp kan inschatten of meten.

In dit practicum leren kinderen dat gist suiker “opeet” en daarbij gas produceert. Met een microscoop zien ze dat er zetmeelkorrels in aardappelen en bananen zitten. Ze leren dat er in hun speeksel een enzym zit dat zetmeel af kan breken.

In dit practicum rouleren kinderen door een scala aan natuurkundige proefjes die allemaal te maken hebben met kracht en balans. Ze gebruiken o.a. een gyroscoop, maar werken ook mee aan een demonstratie die laat zien hoe een katrol het mogelijk maakt dat je een heel zwaar voorwerp kunt optillen met weinig kracht.

In dit practicum maken kinderen kennis met elektriciteit en stroomkringen. Ze leren het verschil tussen een parallel- en serieschakeling en weten dit te herkennen in hun eigen omgeving. Ze maken ook een eenvoudige magneet en kompas.

In dit practicum leren kinderen hoe kleuren opgebouwd zijn uit andere kleuren en hoe kleurstoffen uit een viltstift met chromatografie te scheiden zijn. Ook bouwen ze een spectroscoop met behulp van een stukje van een CD. Hiermee ontrafelen ze welke kleuren er in verschillende soorten lampen zitten.

In dit practicum bestuderen kinderen materiaaleigenschappen. Ze meten hoeveel water er door super-slurpende luiers kan worden geabsorbeerd. Daarnaast merken ze ook dat gewoon zetmeel een vreemd materiaal is dat, wanneer het vochtig is, zowel superhard als heel erg zacht kan zijn. De eigenschappen van verschillende gassen worden besproken.

In dit practicum onderzoeken kinderen eigenschappen van water en zeep. Met driedimensionale draadfiguren, rietjes en wateroppervlakken wordt gekeken hoe zeepvliezen zich vormen. Een bootje van plastic wordt door een onzichtbare kracht van zeep voortgestuwd.

In dit practicum leren kinderen wat zuren en basen zijn. Ze ontdekken dat zuren en basen overal in terugkomen, waaronder in medicijnen, zure snoepjes en huishoudelijke artikelen. Ze leren waarom juist een zuur of base wordt gebruikt.