Onderzoeksprogramma
Genetische syndromen
-
- Contact
- Sophie van Rijn
In de zoektocht naar determinanten van risico- en beschermende factoren voor probleemgedrag kunnen unieke inzichten worden verkregen door het bestuderen van genetische syndromen. In tegenstelling tot psychiatrische aandoeningen, die zijn gediagnosticeerd op basis van een verzameling van gedragssymptomen, zijn genetische syndromen gedefinieerd op basis van een biologische, genetische aandoening die reeds voor de geboorte aanwezig is.
Het bestuderen van de impact van een genetische variatie op de cognitieve, sociale, emotionele en gedragsontwikkeling, kan helpen bij het begrijpen en het identificeren van de vroege markers van ontwikkelingsrisico's en factoren die dit risico bemiddelen. Onze onderzoeksprojecten op dit gebied zijn momenteel gericht op vier doelgroepen: 22q11 deletie syndroom, Fenylketonurie (PKU), Neurofibromatosis (NF) en X / Y-chromosoom trisomieën (bv 47, XXY (Klinefelter-syndroom), 47, XXX (trisomie X) , en 47, XYY).
Gerelateerd onderzoek
-
Genetische syndromen
- De effectiviteit van zelf-management training bij adolescenten en volwassenen met het syndroom van Klinefelter (XXY)
- Taal en zelfregulatie in XXY
- XXY versus autisme: inzicht vanuit MRI onderzoek
- Eyetracking en psychofysiologie indicatoren van sociale cognitie en emotie bij volwassenen met het syndroom van Klinefelter
- Genetic risk & atypical development: 22q11 Syndrome
- Neurofibromatosis Type I
- De TRIXY Studie: ontwikkelingsrisico’s bij jonge kinderen met een extra X of Y chromosoom