Notarieel Recht (LL.M.)
Over de opleiding
In de Leidse master Notarieel Recht besteden we veel aandacht aan de beginselen van het vermogensrecht en de betekenis hiervan voor de toepassing van het civiel en fiscaal recht in de notariële praktijk. Daarnaast behandelen we in de vakken ook de notariële belastingen: successie- en schenkingsrecht en overdrachtsbelasting.
Semester 1
De eerste vier weken wordt binnen het onderdeel Privatissimum kleinschalig en intensief onderwijs gegeven dat gericht is op verdieping van eerder opgebouwde kennis, alsmede op training in schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. Van het privatissimum gaat een zogeheten synthetiserend effect uit, hetgeen wil zeggen dat het onderwerp dat in een privatissimumgroep gedurende enige weken centraal staat steeds zodanig is gekozen, dat het raakvlakken heeft met verschillende notariële vakken waarmee u eerder in aanraking bent gekomen. Op die wijze zult u beter inzicht kunnen verwerven in de samenhang tussen de verschillende notariële deelgebieden. Een concreet voorbeeld van een notarieel privatissimum zou kunnen zijn: bedrijfsopvolging. Dit onderwerp vraagt inzicht in zowel het huwelijksvermogensrecht als het erfrecht, het vennootschapsrecht en het belastingrecht.
Voor het onderdeel Notariële wetgeving worden de privatissimumgroepen bijeengevoegd. In dit gedeelte van het vak wordt aandacht besteed aan de specifieke wettelijke regelingen (uit bijvoorbeeld de Wet op het Notarisambt, het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht) waarmee de notaris in de uitoefening van zijn beroep in aanraking kan komen. Voorts wordt aandacht besteed aan het tuchtrecht en aan de ethische dimensies van het notarisambt.
In dit vak worden, verdeeld over tien weken, die aspecten van de inkomsten- en vennootschapsbelasting behandeld die voor de notariële praktijk van belang zijn. Hiertoe zal in de eerste zes weken een inleiding worden gegeven over de algemene leerstukken van belastingheffing, toegespitst op de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. In de resterende vier weken zal een tweetal thema’s (1 thema per 2 weken) op het gebied van de inkomsten- of de vennootschapsbelasting, met raakvlakken met de notariële praktijk, nader worden uitgediept.
Het vak geeft inzicht in de regelgeving betreffende de heffingen ter zake van verkrijgingen krachtens erfrecht en/of schenking, zoals neergelegd in de Successiewet 1956. Hierbij wordt ook ingegaan op de betekenis van het burgerlijk recht bij deze heffingen. In het verlengde van deze belastingen wordt aandacht besteed aan (internationale) estate planning (geplande en gestructureerde vermogensoverheveling).
Semester 2
Het vak Overdrachtsbelasting en omzetbelasting heeft betrekking op de heffing van overdrachts- en omzetbelasting ter zake van de verkrijging en de levering van in Nederland gelegen onroerende zaken, daarop gevestigde beperkte gebruiksrechten en daarmee krachtens fictie gelijkgestelde goederen. In dit kader wordt tevens aandacht besteed aan de regels omtrent het al dan niet aan de orde zijn van cumulatie van beide belastingen. Het vorenstaande zal mede worden bezien vanuit het perspectief van de centrale rol van de notaris in het kader van heffing en afdracht van overdrachtsbelasting en belastingadvies op de vorenbedoelde gebieden.
Veel bijzondere publiekrechtelijke instrumenten zijn rechtstreeks relevant in de notariële praktijk. Dat geldt met name voor het omgevingsrecht. Dat is het recht dat betrekking heeft op de fysieke leefomgeving: de bodem, het water, de lucht, de flora en fauna en de gebouwde constructies. Het omgevingsrecht reguleert een veelheid aan activiteiten in de Nederlandse samenleving. Kan een vuilstortplaats geschikt worden gemaakt als recreatiepark?
Het vak bestrijkt de onderdelen vermogensrecht, familierecht en procesrecht van het Nederlandse en Europese internationaal privaatrecht. Het IPR heeft voorts raakvlakken met het internationaal publiekrecht, het Europees recht en de rechtsvergelijking. Onderzoek op het terrein van het IPR vindt dan ook plaats in alle onderzoeksprogramma’s van het E.M. Meijers Instituut.
Meer informatie hieronder.
Masterstudenten Notarieel recht kunnen als keuzevak via een stage kennismaken met de notariele praktijk (gedurende het hele studiejaar). Deze stage (niveau 400 is bachelorniveau) maakt geen onderdeel uit van het reguliere masterprogramma. Studenten krijgen na afronding een aanvullend getuigschrift op/bij hun Bachelordiploma. Studenten dienen in beginsel zelf een stageplaats te verwerven bij een notariskantoor, al kan de afdeling Notarieel recht daarbij behulpzaam zijn.
De masterscriptie is het sluitstuk van de opleiding. Je doet in hoge mate individueel, zelfstandig, wetenschappelijk onderzoek naar een juridisch onderwerp vanuit een (rechts)filosofische invalshoek. Je dient te laten zien dat je – onder begeleiding – in staat bent een juridisch vraagstuk of probleem te herkennen, hierover een vraag- of probleemstelling te formuleren en beargumenteerd tot een beantwoording en/of oplossing te komen met behulp van zelf gevonden regelgeving, jurisprudentie en wetenschappelijke literatuur. Kennis, theorie, inzicht en vaardigheden moeten methodologisch worden toegepast en mede via een kritische oordeelsvorming beargumenteerd tot uitdrukking worden gebracht in een helder wetenschappelijk betoog van 10.000 à 15.000 woorden (inclusief noten en exclusief literatuurlijst).