Faillissementscuratoren missen vaak financiële middelen om fraude aan te pakken
beeld: Yunus Tug via Unsplash
Bij faillissementen is de opbrengst vaak te laag om curatoren te betalen en komt fraude regelmatig voor. Door gebrek aan middelen kunnen fraudeurs vrijuit gaan, blijkt uit onderzoek van Universiteit Leiden en SEO Economisch Onderzoek.
Het onderzoek, waarbij Reinout Vriesendorp, Peter van der Zwan, Harold Koster en Jessie Pool betrokken zijn, komt voort uit een probleem dat al langer door de Hoge Raad en de praktijk wordt gesignaleerd. Namelijk dat faillissementscuratoren worden aangesteld bij faillissementen die onvoldoende middelen bevatten om hun werkzaamheden te betalen. Dit zijn zogenoemde ‘lege boedels’. ‘Deze lege boedels ontstaan wanneer bij een faillissement blijkt dat er geen of nauwelijks activa te verdelen zijn’, vertelt universitair hoofddocent insolventierecht Jessie Pool. ‘Ook in dat soort faillissementen wordt een curator aangesteld en omdat de boedel geen middelen bevat, moet hij of zij het werk gratis doen.’
Flinke tekorten in betaling werkzaamheden curatoren
Uit het onderzoek, dat in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Wetenschappelijk Onderzoek en Datacentrum (WODC) werd gedaan, blijkt dat in ruim 20% van de faillissementen de curator niet volledig betaald wordt. Het totale bedrag aan onbetaald gebleven salarissen bedraagt per jaar gemiddeld bijna acht miljoen euro. Waarom de boedels leeg zijn is volgens Pool lastig te zeggen: ‘Soms komt dat door fraude voorafgaand aan het faillissement, maar het kan ook komen doordat bestuurders te lang door blijven ondernemen en pas het faillissement aanvragen wanneer het geld helemaal op is.’
Curatoren verrichten een aantal standaardwerkzaamheden:
- Een inventarisatie maken van de bezittingen en schulden van een onderneming,
- Een eerste inventarisatie van eventuele onregelmatigheden maken,
- Communiceren met bestuurders en het personeel.
Deze werkzaamheden nemen bij faillissementen van bedrijven gemiddeld ongeveer twintig uur in beslag. De te lage compensatie leidt er vaak toe dat curatoren de ruimte niet hebben om onregelmatigheden en (vermoedens van) fraude te onderzoeken, terwijl zij daar sinds 2017 de wettelijke taak toe hebben.
Welke opties hebben curatoren?
Volgens de universitair hoofddocent kunnen curatoren zelf vermoedens van fraude onderzoeken, middels boekenonderzoek of interviews met medewerkers. Ook kunnen zij een derde inschakelen (zoals een forensisch accountant). Pool: ‘Wanneer de boedel geen geld bevat, wordt het voor de curator lastig om veel tijd te besteden aan de aanpak van deze onregelmatigheden. Daar komt nog bij dat een onderzoek naar onregelmatigheden niet altijd iets op levert.’ Eerder onderzoek bevestigde dit en stelde dat externen niet altijd bereid zijn om gratis werk te verrichten en niet alle curatoren onregelmatigheden aanpakken.
Aanbevelingen
De onderzoekers geven een aantal aanbevelingen om het probleem rondom de financiering van curatoren op te lossen. Deze aanbevelingen combineren verschillende oplossingsrichtingen die als het meest geschikt en rechtvaardig worden beschouwd. Hierbij wordt verwacht dat meerdere betrokken partijen bijdragen, zodat de lasten niet bij één enkele partij terechtkomen. De aanbevelingen zijn:
- Drempel voor uitspreken faillissement
Deze kwalitatieve drempel kan ervoor zorgen dat het aantal lege boedel-faillissementen afneemt. Door bij faillissementsaanvragen een kort, gestandaardiseerd globaal onderzoek te verrichten kan worden beoordeeld of een faillissement bij gebrek aan financiële middelen moet worden uitgesproken.
- Gegarandeerde basisfinanciering voor curatoren
Stel een gegarandeerde basisvergoeding van twintig uur per faillissement in voor standaardwerkzaamheden die curatoren in faillissementen moeten uitvoeren.
- Betere financiële ondersteuning van curatoren bij fraudeonderzoek
Dit kan door de reikwijdte van de bestaande Garantstellingsregeling curatoren uit te breiden, zodat deze ook kan worden gebruikt voor de aanpak van onregelmatigheden wanneer dit niet aantoonbaar leidt tot toename van de middelen in de boedel, zoals dat nu vereist is.
‘Uiteindelijk gaat het erom dat curatoren voldoende geld hebben om betaald te worden voor het werk dat zij moeten doen. We kunnen simpelweg niet van curatoren verwachten dat zij voor niks wettelijke taken verrichten’, stelt Pool. ‘Op basis van het onderzoek denken we dat meerdere interventies nodig zijn om dit te bereiken. Eén oplossing is niet voldoende, het gaat echt om het pakket van maatregelen.’
Voor meer informatie over de aanbevelingen van het onderzoek, zie deze infographic