FGGA-startersbeurzen: Onderzoek naar burgerinitiatieven en Extended Reality in het onderwijs
De FGGA-startersbeurzen bieden onderzoekers de gelegenheid om vernieuwende projecten te initiëren die zowel een wetenschappelijke bijdrage leveren als maatschappelijke impact genereren. In dit artikel delen promovendus Allard de Graaf en universitair docent Joy Lee hun ervaringen en toekomstvisie op de onderzoeken die zij dankzij deze financiering kunnen doen.
Wat is de titel van jullie onderzoek?
Joy: 'XR (Extended Reality) to learn global challenges'
Wat kun je ons vertellen over het onderzoeksproject?
Allard: ‘Met dit project onderzoeken we hoe overheid en burgerinitiatieven samenwerken op duurzaamheidsgebieden, zoals de circulaire economie. Deze interacties zijn essentieel: burgers kunnen veel bijdragen, maar hebben de overheid nodig voor steun. Omgekeerd moet de overheid burgerinitiatieven ondersteunen zonder ze te beperken. We zijn momenteel een literatuurstudie aan het afronden en werken aan een strategie om een diverse selectie aan burgerinitiatieven rondom duurzaamheid te vinden en hun ontmoetingen in het openbaar met de overheid vervolgens te identificeren.’
Joy: ‘Extended Reality (XR) is een simulatie-gebaseerde leeromgeving waar je een realistische leerervaring biedt aan studenten om complexe onderwerpen te bestuderen. Dat geldt met name voor het domein van International Law of Armed Conflict (ILAC). In samenwerking met het Internationaal Comité van het Rode Kruis ontwikkelen we met XR diverse scenario’s, zoals oorlogsomgevingen en vluchtelingenkampen. Hiermee leren studenten juridische kaders toe te passen in realistische contexten.’
Waarom is dit onderzoek belangrijk?
Allard: 'Het onderzoek biedt een relationeel perspectief, een vernieuwende aanpak, binnen bestuurskunde. Dit helpt ons begrijpen wat er tussen de overheid en burgers gebeurt. Ook kijken we buiten geplande participatie-momenten. Deze inzichten zijn cruciaal omdat samenwerking tussen overheid en burgers essentieel is voor duurzaamheidsdoelen; geen enkele speler zal Nederland in zijn eentje duurzaam krijgen.’
Joy: 'Docenten moeten snappen wanneer zij XR effectief inzetten voor het bereiken van specifieke leerdoelen. Met onderzoek streven we naar het ontwerpen van wetenschappelijk onderbouwde XR-kaders en het waarborgen van de juiste integratie ervan in het hoger onderwijs. Dit is met name van belang in domeinen zoals ILAC, waar praktische vaardigheden essentieel zijn.'
Wat hoop je te bereiken met dit project en de FGGA-grant?
Allard: 'We willen kennis ontwikkelen die daadwerkelijk bruikbaar is bij het uitvoeren van duurzaamheidstransities. Door overheden inzicht te geven in hoe zij burgerinitiatieven beïnvloeden, kunnen zij hier effectiever mee omgaan. Om dit te bereiken passen we transdisciplinaire methoden toe. Hierbij worden maatschappelijke partijen en de kennis die zij inbrengen actief betrokken bij het onderzoek, bijvoorbeeld door samen een onderzoeksvraag te formuleren. Dit vraagt ook om een andere vorm van resultaten. Niet alleen wetenschappelijke publicaties, maar ook een website of een workshop, bijvoorbeeld. De beurs maakt het mogelijk om dit soort initiatieven te financieren.’
Joy: 'Wij streven ernaar om richtlijnen voor XR-training te ontwikkelen, onderwijsscenario's aan te passen in samenwerking met het Rode Kruis en netwerken op te bouwen om onze bevindingen te delen. Door het onderwijs over mondiale uitdagingen te verbeteren kun je studenten voorzien van essentiële 21e-eeuwse vaardigheden, zoals samenwerking en probleemoplossend vermogen.'
Hoe helpt de FGGA-beurs bij het verlichten van werkdruk?
Allard: ‘De beurs geeft ruimte voor de integratie van innovatieve methoden in ons onderzoek, zoals samenwerking met maatschappelijke partijen. Dit is op termijn efficiëntie verhogend en werkdruk verlichtend door de tastbare en impactvolle resultaten.’
Joy: ‘De beurs stimuleert samenwerking en communicatie tussen instellingen, waardoor een ondersteunende academische omgeving wordt gecreëerd. Dit vermindert stress en verbetert de motivatie, wat bijdraagt aan een betere werk-privébalans voor onderzoekers.'