Geheimhoudingsbepalingen met boeteclausules mogen niet worden ingeroepen bij het melden van misstanden
Onderzoek van Dirk Visser, Charlotte Vrendenbarg en Richard Trouborst
Geheimhoudingsbepalingen versterkt met boeteclausules in televisieproductiecontracten zijn gebruikelijk, toelaatbaar en nuttig, maar kunnen nooit worden ingeroepen tegen het naar buiten brengen van misstanden, zoals grensoverschrijdend gedrag. Dit betogen Dirk Visser, Charlotte Vrendenbarg en Richard Trouborst in hun artikel ‘Maak er geen geheim van – Over geheimhoudingsbepalingen in televisieproductiecontracten en het melden van misstanden’, dat deze week verscheen in het Nederlands Juristenblad.
Visser, Vrendenbarg en Trouborst gaan in hun artikel in op het belang van geheimhouding rondom televisieprogramma’s. Producenten hebben er belang bij dat informatie over een programma, zoals het spelverloop van een tv-show of de verhaallijn van een serie, geheim blijft tot het moment van uitzenden. Om die reden wordt in contracten met medewerkers, deelnemers en publiek dat bij opnames aanwezig is vrijwel altijd een geheimhoudingsbepaling opgenomen, vaak in combinatie met een boetebeding.
In de praktijk worden geheimhoudingsbepalingen breed geformuleerd. Hierdoor kunnen medewerkers en kandidaten van een televisieprogramma denken dat zij informatie over misstanden, zoals grensoverschrijdend gedrag, niet naar buiten mogen brengen. Volgens de auteurs valt informatie over misstanden niet onder de geheimhoudingsbepalingen en levert het naar buiten brengen van misstanden geen schending van de geheimhouding op.
In het licht van de gebeurtenissen rond het programma The Voice of Holland is het van belang om bij kandidaten en medewerkers de mogelijke veronderstelling dat het melden van misstanden in strijd is met een geheimhoudingsclausule weg te nemen. Visser, Vrendenbarg en Trouborst bevelen de praktijk dan ook aan om in contracten expliciet te benoemen dat de geheimhouding geen betrekking heeft op misstanden. Als laagdrempelige manier om misstanden te melden, zien de auteurs een rol weggelegd voor een externe vertrouwenspersoon. In contracten kan eveneens worden opgenomen dat misstanden altijd bij de vertrouwenspersoon gemeld kunnen worden.