Kunnen astronomen de klimaatverandering beperken?
Kunnen astronomen de klimaatverandering beperken? Daarover spraken Leids astronoom Leonard Burtscher en zijn collega’s op de jaarlijkse bijeenkomst van de European Astronomical Society. Voor het tweede jaar op rij was deze online. En volgens Burtscher moet dat vooral zo blijven. Tijdens een speciale sessie zette hij uiteen wat astronomen nog meer kunnen doen om het klimaatprobleem tegen te gaan. Een samenvatting is nu gepubliceerd in Nature Astronomy.
‘We kunnen moeilijk tegen het publiek en de politiek zeggen: “Er is geen Planeet B”, maar vervolgens wel op het vliegtuig springen voor de volgende internationale conferentie,’ aldus de auteurs. Samen met nog een aantal astronomen richtten zij in 2019 Astronomers for Planet Earth (A4E) op. Deze organisatie wil het vakgebied verduurzamen en helpt astronomen over de klimaatcrisis te communiceren. Dat doen ze bijvoorbeeld met behulp van workshops, conferenties en campagnes.
Begin bij jezelf, maar waar?
Om concrete stappen te kunnen zetten, berekende A4E de CO2-voetafdruk van verschillende astronomische entiteiten, zoals observatoria, instituten en conferenties. ‘Zo konden we de grootste boosdoeners eruit pikken,’ vertelt Burtscher. ‘Dat zijn elektriciteit, (intercontinentale) vluchten, nieuwe aankopen zoals computers, het verwarmen en koelen van gebouwen en bouwmaterialen.’ Verder zijn er regionale verschillen – het ene land wekt energie duurzamer op dan het ander – en verschillen per instituut – niet alle instituten zijn bijvoorbeeld goed bereikbaar per trein. Ook interessant: senior astronomen hebben een grotere voetafdruk dan beginnende astronomen. Dat komt omdat zij bijvoorbeeld vaker naar conferenties gaan.
Dit kunnen astronomen zelf doen
Aan de hand van deze inventarisatie komt A4E met twee belangrijke manieren om uitstoot te verminderen:
1. Overstappen op duurzame energie
2. Minder vliegen
Burtscher: ‘We moeten af van elektriciteit die draait op fossiele brandstoffen. Zo kunnen instituten en universiteiten bijvoorbeeld hun eigen zonnepanelen aanschaffen. Daarnaast kunnen ze overstappen op een groene energieleverancier, om tekorten aan te vullen met stroom opgewekt uit wind en water.’
En daarnaast dus: minder vaak in het vliegtuig stappen. ‘Vluchten naar bijvoorbeeld conferenties zijn verantwoordelijk voor 25 tot 50 procent van de uitstoot van instituten,’ zegt Burtscher. Maar als je naar de andere kant van de wereld moet, pak je niet zo makkelijk de trein. ‘De laatste anderhalf jaar hebben we echter bewezen dat we elkaar ook kunnen ontmoeten zonder te vliegen,’ zeggen de auteurs. ‘Het is niet alleen beter voor het milieu, maar ook inclusiever, toegankelijker, eerlijker en veiliger.’ Toch begrijpen de auteurs ook dat ontmoetingen met internationale collega’s een groot pluspunt zijn van het vak. ‘We zullen een cultuurshift moeten maken. We moeten over van ‘face-to-face tenzij niet mogelijk’ naar ‘online tenzij echt noodzakelijk’. A4E wil proberen deze beweging te versnellen.
Overtuig ook het brede publiek
‘We moeten ons grote bereik gebruiken om mensen te waarschuwen voor de schade die we onze aarde toebrengen.’
Maar A4E wil nog een stapje verder gaan. ‘Hoe mooi zou het zijn als we de ernst en noodzaak van de klimaatcrisis ook duidelijk konden maken aan het publiek, de politiek en beleidsmakers?’, schrijven ze in Nature Astronomy. ‘Juist omdat het publiek zo geïnteresseerd is in het heelal, hebben we een groter bereik dan welk wetenschappelijk vakgebied dan ook. We zijn daarom verplicht dat bereik voor het goede te gebruiken. We moeten het publiek waarschuwen voor de schade die we onze aarde aandoen. We zijn geen klimaatwetenschappers, maar juist dat maakt ons standpunt neutraal, het publiek vertrouwt ons. Daarom moeten we onze stem gebruiken om op te roepen tot actie en klimaatwetenschappers te steunen.’
Terug naar een beter normaal
Volgens de auteurs moeten we de veranderingen die ons zijn opgedrongen door de corona-pandemie gebruiken om een nieuw en beter normaal te definiëren. ‘Een normaal dat ecologisch duurzaam, inclusief en eerlijk is.’ Daarbij is het belangrijk dat onderzoekers op alle carrièreniveaus en uit alle landen gelijke kansen krijgen en het eens worden op elk niveau: institutioneel, nationaal en internationaal. ‘We moeten de virtuele tools omarmen waarmee we online kunnen samenwerken, pleiten voor een rechtvaardige overgang naar duurzame energie en weigeren terug te keren naar onze verspillende praktijken uit het verleden. Wij zijn de discipline die het scherpst inziet dat er geen Planeet B bestaat: onze daden moeten met deze waarheid stroken.’
Publicatie
Burtscher, L., Dalgleish, H., Barret, D. et al. Forging a sustainable future for astronomy. Nat Astron 5, 857–860 (2021). https://doi.org/10.1038/s41550-021-01486-x