Directeur Cairo-instituut: ‘Ik houd het schip dobberend’
Het Nederlands-Vlaams Instituut in Cairo moest in maart 2020 in allerijl 57 studenten repatriëren naar Nederland en Vlaanderen. Directeur en arabist Rudolf de Jong besloot in Egypte te blijven. ‘Veel werk gaat gewoon door.’
Als in september de universiteiten weer open gaan, zoals ze zelf graag willen, is het nog niet zeker dat het Nederlands-Vlaams Instituut in Cairo (NVIC) ook weer vol in bedrijf gaat. ‘Het niveau van de gezondheidszorg is hier anders dan in Nederland en Vlaanderen’, zegt De Jong. ‘We moeten geen grote risico’s lopen. Gelukkig hebben we het online onderwijs prima op orde. Het staat wel vast dat we niet én fysiek én online onderwijs naast elkaar kunnen geven, het is het een of het ander. Voor de studenten is het natuurlijk vreselijk als ze hier niet heen kunnen komen, het is toch een hoogtepunt in hun opleiding.’
Het NVIC faciliteert 'missies', zoals De Jong opgravingsreizen noemt, onder meer naar graven in de buurt van de piramides van Sakkara, 30 kilometer ten zuiden van Cairo. Deze en andere onderzoeksreizen, zijn nog niet hervat. ‘We zijn wel weer bezig om aanvragen in te dienen bij het ministerie van Toerisme en Oudheden. Dat doen we voor de archeologie en de Midden-Oostenstudies van de universiteiten, en bijvoorbeeld ook voor het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.’
Is zo’n instituut een soort duiventil?
‘Ja, dat is zeker zo. Het tweede semester is doorgaans het drukst omdat dan de meeste studenten komen. Een groep studenten Egyptologie was in januari en februari 2020 in Egypte. Elk jaar maakt een groep een rondreis door het land, langs allerlei belangrijke oudheden. De groep die er begin 2020 was, was gelukkig net voor de Covid-lockdown weer weg. Omdat wij de aanvragen voor onderzoek verzorgen, komen de meeste onderzoekers, mits Cairo niet al te ver uit de route ligt, hier nog een paar dagen langs om de laatste dingen te regelen.’
U besloot vorig jaar maart in Cairo te blijven…
‘Vier van de vijf leden van de Nederlandse staf, onder wie ikzelf, wonen permanent in Cairo en we zijn allemaal gebleven. De universiteit heeft wel gevraagd of we niet liever terugkwamen. Voor mezelf zag de noodzaak niet zo en de anderen ook niet. Een heleboel werk gaat gewoon door. Er moeten allerlei betalingen gedaan worden, er moet belasting worden betaald. Het is praktischer om dat van hieruit te doen. Ik woon ook vlakbij het instituut en hoef dus niet ver te reizen. Zo houd ik het schip dobberend. Met kerst en oud & nieuw ben ik wel terug geweest in Nederland om familie te zien.’
Wijkt de Covid-praktijk veel af van die in Nederland?
‘We hebben allemaal veel van huis uit gewerkt en via Teams gecommuniceerd. We dronken zo ook samen koffie maar dat verwaterde. Leiden was richtinggevend voor ons. Voor de buitenwereld is het gebouw nog steeds dicht, maar na de absolute lock down hebben we de voor Nederland gebruikelijke strikte maatregelen genomen in het gebouw waardoor je daar ook kon werken: handen desinfecteren als je binnenkomt, 1,5 m afstand houden, stickers op de vloeren, mondkapje op als je je door het gebouw beweegt, niet meer dan 1 persoon per kamer… Dat je niet steeds meer thuis hoefde te zitten, was wel een vooruitgang. Vergaderen deden we buiten op het balkon, dat kan gelukkig in Egypte. We zijn heel voorzichtig geweest dus is in ons gebouw niemand besmet geraakt.’
Midden-Oostenstudente Antoinette Bakker keerde in 2020 voortijdig terug uit Cairo
Antoinette Bakker was begin 2020 tweedejaarsstudente Midden-Oostenstudies in Leiden en had er twee maanden verblijf in Cairo op zitten toen de pandemie uitbrak. Het was een lelijke tegenvaller dat ze hals over kop moest terugkeren naar Nederland. Bakker: 'Als je het Midden-Oosten of het Arabisch bestudeert, is het moeilijk je voor te stellen hoe het allemaal gaat als je nooit in de betreffende regio bent geweest. Ook gaat het leren van het Arabisch sneller als je er steeds door omringd wordt en als je regelmatig gedwongen wordt de taal te spreken. Bij dit alles is het een onvergetelijke ervaring om een miljoenenstad als Cairo een tijdje je thuis mogen noemen.'
'Afhankelijk van je richting, Arabisch of Moderne Midden-Oostenstudies, krijg je in Cairo verdiepende taalvakken, of verbredende vakken. En je gaat verder met het Arabisch. We hebben verder nog een uitstapje kunnen maken naar Port Said en Ismailia, steden aan het Suezkanaal, maar helaas zat een bezoek aan Alexandrië er niet meer in. Ik vloog exact twee maanden na aankomst, op 17 maart, weer terug naar Nederland.'
Nu is Bakker tot haar grote vreugde weer terug in Cairo: 'Ik werk hier tijdelijk twintig uur per week. Dat is goed voor mijn ervaring. Daarnaast heb ik mijn bachelorscriptie afgemaakt. Dat kon prima aangezien de begeleiding online vanuit Nederland plaatsvond. In september begin ik aan de minor Safety, Security and Justice, en dan wil ik in januari afstuderen. Alles bij elkaar heb ik een half jaartje vertraging opgelopen.'
En na de studie? 'Het mooie van studeren is dat je je op verschillende opties kunt oriënteren. Ik wil graag iets gaan doen in internationale relaties of het veiligheidsbeleid, het liefst gerelateerd aan het Midden-Oosten. Of ik volgend jaar meteen door wil naar een master of die later ga doen, weet ik nog niet.'
Wat is u het meest bijgebleven?
‘Ik vind dat we heel snel naar online onderwijs zijn overgeschakeld, terwijl onze docenten gemiddeld genomen niet van die computer wizards zijn. Daar was ik wel trots op. Van de twee weken die we nodig hadden, was er ook nog een collegevrije week dus is er nauwelijks tijd verloren gegaan. We hebben positieve reacties gekregen. Het was voor de studenten die al heel snel weer weg moesten wel heel erg jammer. Dat neemt niet weg dat ik veel respect heb voor Leo Harskamp, de veiligheidsadviseur van onze universiteit, die met zijn staf in maart 2020 in korte tijd enorm veel werk heeft verzet om de studenten snel terug te halen. Het moment van de repatriëring was overigens even heel spannend. In België is men iets soepeler dan in Nederland en een van de Vlaamse universiteiten vond dat de studenten wel in Cairo konden blijven. Dat was lastig. Iedereen kon nog weg voor het luchtruim werd gesloten maar dat moest dan wel snel gebeuren. Onze rector, Carel Stolker, heeft die universiteit uiteindelijk op tijd weten te overtuigen.’
Hoe is de coronatoestand nu in Egypte?
‘Dat is best lastig te bepalen aangezien je eigen waarneming en wat je uit je omgeving hoort nog wel eens wil afwijken van de officiële berichtgeving. Aan een mondkapjesplicht houdt bijna niemand zich. En er wordt nauwelijks gehandhaafd. Bij vlagen ineens even wel, zoals tijdens het offerfeest van 19 tot en met 23 juli. Toen kreeg iedereen zonder mondkapje een boete van 50 pond, ongeveer 2,5 euro. Daar zijn miljoenen mee opgehaald. Maar het is ook bekend dat mensen juist op die religieuze feestdagen geen afstand houden en dicht op elkaar gaan zitten. En ook in Egypte gelooft niet iedereen in besmettelijkheid van het virus en het belang van vaccineren. Ik hoorde een staatssecretaris zeggen: ik eet knoflook en uien, en heb een sterk gestel, mij gebeurt niks. Zo’n opvatting hangt misschien ook samen met een rotsvast Godsgeloof.’
‘Het vaccineren verloopt hier, net als in Nederland, wat chaotisch. Veel mensen moeten lang wachten. Toen ik hoorde dat je een afspraak kon maken, had ik er binnen vijf dagen een. Voor AstraZeneca. En na drie maanden kreeg ik keurig de tweede, dat was een maand geleden. Maar van anderen hoor ik dat ze er niet doorheen komen. Ik weet niet precies hoe hoog het vaccinatiepercentage is, wel dat er weer twee miljoen vaccins aankomen van Pfizer, en nog meer van Sinopharm. Egypte telt honderd miljoen inwoners, dan praat je over heel andere aantallen dan in Nederland. Een paar collega’s zijn besmet geweest, maar die zijn er gelukkig goed doorheen gekomen. Op het instituut blijven we uiterst voorzichtig. We hebben een paar mensen met onderliggende aandoeningen en ik zou het voor geen goud op mijn geweten willen hebben dat ze bij ons een besmetting oplopen.’
‘Het belang van de Egyptische overheid is dat het toerisme weer op gang komt. Dat is dé grote bron van inkomsten. Bij de Rode Zee loopt het weer een beetje. Daar komen veel Russen, die lijken nergens bang voor te zijn. Maar westerlingen blijven nog massaal weg van de oudheden, dat is echt een probleem, ook voor individuele Egyptenaren.’ De codes zijn nog steeds oranje en rood. Het blijft afwachten, ook op het NVIC.
Over het NVIC
Het Nederlands-Vlaams Instituut in Caïro is er voor negen Nederlandse en Vlaamse universiteiten. Het verzorgt onderwijs aan bachelor- en masterstudenten die een opleiding doen die met het Midden-Oosten te maken heeft, zoals Archeologie, Egyptologie en Midden-Oostenstudies. Tevens is het de uitvalsbasis voor onderzoekers in diverse wetenschappelijke disciplines. Het NVIC verzorgt de aanvragen bij het ministerie van Oudheden en Toerisme om onderzoek te mogen doen in Egypte. Nieuwe loten aan de NVIC-stam zijn Cairo: the Urban Challenge, Politics, Law and Society in Egypt en Art & Culture. Dit laatste gebied omvat ook het verspreiden van kennis over de Nederlandse en Vlaamse kunst en cultuur en het bevorderen van Egyptisch-Nederlandse-Vlaamse samenwerking en kruisbestuiving op het gebied van kunst en cultuur. De Universiteit Leiden verzorgt het beheer van het NVIC, dat zestien stafleden telt. Verder werken acht taaldocenten freelance voor het instituut.
Tekst: Corine Hendriks
Foto's: NVIC
Mail de redactie