Hoe de wetenschappelijke community van elkaars falen kan leren
De afdeling Astronomy & Society pioniert in de wetenschap: ze hebben hun afgewezen onderzoeksvoorstellen gedeeld met de wetenschappelijke community. ‘We hebben er ontzettend hard aan gewerkt. Hopelijk kunnen anderen nu profiteren van ons werk, en wie weet levert dit nieuwe samenwerkingen op,’ zegt groepshoofd Pedro Russo.
Hoe is jullie afdeling op dit bijzondere idee gekomen?
‘Academici besteden veel tijd aan het schrijven van onderzoeksvoorstellen voor bijvoorbeeld NWO of de Europese Unie, wat echt veel werk is. Je moet op zoek naar de juiste partners, de juiste methode, enzovoort. Tegelijkertijd weet je dat het slagingspercentage erg laag is, soms wel lager dan vijf procent!
‘Ook al wordt een onderzoeksvoorstel afgewezen, we vertrouwen er nog steeds op dat onze ideeën en onze onderzoeksopzet goed zijn. Daarom vinden wij dat deze plannen gedeeld moeten worden met de wetenschappelijke community, zodat mensen over de hele wereld naar de voorstellen kunnen kijken en er zelf mee aan de slag kunnen. Het zou zonde zijn als onze voorstellen ergens op een harde schijf zouden belanden en er niks meer mee gedaan wordt. Daarom dachten we, waarom delen we het niet gewoon?’
‘We dragen bij aan open science’
Jullie initiatief lijkt goed te passen in de open science trend, vind je niet?
‘Jazeker, ik denk dat dit het juiste moment is om zoiets te doen. Als afdeling hanteren we ook alle principes van open science. En er is momenteel veel behoefte in de wetenschappelijke gemeenschap aan meer openheid en transparantie, zodat men bijvoorbeeld wetenschappelijke resultaten kan repliceren en valideren.
‘Je merkt ook dat er behoefte is aan een transparanter proces bij financieringsrondes, onderzoeksaanvragen en peer reviews. De groep Astronomy & Society draagt bij aan deze trend door de onderzoeksvoorstellen die afgewezen zijn te delen, inclusief alle bijbehorende reviews.’
Het slagingspercentage voor onderzoeksaanvragen is momenteel erg laag, je hebt het zelfs over vijf procent. Hoe kunnen we dit veranderen?
‘Dat is een goede vraag, die lastig te beantwoorden is. De wetenschappelijke gemeenschap die we met z’n allen hebben opgebouwd, is hoofdzakelijk gebouwd op financieringsaanvragen. Je moet bewijzen dat je het beste voorstel hebt met het beste consortium. De wetenschap is steeds competitiever geworden, wat waarschijnlijk goed is voor de kwaliteit van het onderzoek, maar het heeft ook veel nadelen. Het kan erg frustrerend zijn als je onderzoeksvoorstellen worden afgewezen en de competitiviteit zet wetenschappers onder grote druk.
Ik denk dat een slagingspercentage van vijf, tien of zelfs vijftien procent te laag is, en daar moeten we verandering in brengen. Gelukkig probeert de EU dit te doen, onlangs hebben ze verschillende rondes in hun financieringen in gevoerd. Dus in plaats van dat je een voorstel van vijftig tot honderd pagina's schrijft, begin je in de eerste ronde met een voorstel van vijf pagina's. Aan het einde van dit proces zal je slagingspercentage veel hoger liggen. Ik denk dat dat een goede aanpak is, we moeten kritisch kijken naar de manier waarop we de wetenschap financieren.’
‘Als je niet het juiste team kunt vinden, is het beter om helemaal geen voorstel in te dienen’
Ik zag dat jullie afdeling een hoog slagingspercentage heeft van bijna vijftig procent, dat is hoger dan gemiddeld. Wat is uw advies voor collega-onderzoekers?
‘We hebben een toonaangevende groep in sterrenkunde-communicatie en ruimtevaartonderwijs. We hebben dus een team met de juiste vaardigheden en kennis om voorstellen te schrijven. En wat onze aanpak betreft: voor elk onderzoeksidee proberen we ons “dreamteam” te bepalen, dus wie hebben we nodig voor het beste consortium? Als we zo'n team op de een of andere manier niet voor elkaar krijgen, bijvoorbeeld wanneer andere partijen met een ander voorstel bezig zijn of geen tijd hebben om deel te nemen, schrijven we geen voorstel. Mijn advies zou dus zijn: als je niet het juiste team kunt vinden, is het beter om helemaal geen voorstel in te dienen.’
Wat hoopt je te bereiken met het delen van deze voorstellen?
‘We hebben een paar redenen om dit te doen. Ten eerste, en dat is meer een persoonlijke reden, vind ik het tof dat we onze ideeën kunnen delen waar we veel moeite in hebben gestoken. Hopelijk ziet iemand het en denkt diegene: “Ik kan dit gebruiken voor mijn eigen onderzoek”. Ten tweede kunnen we met dit initiatief de wetenschappelijke gemeenschap laten zien waarin we geïnteresseerd zijn en wat onze ideeën zijn. Misschien vinden andere partijen dezelfde dingen interessant of willen ze graag van gedachten wisselen over onze voorstellen. Op die manier kunnen we ons netwerk uitbreiden. Ten derde vergroot het onze zichtbaarheid voor financierende partijen. Dus misschien ziet een of andere instelling onze ideeën en krijgt die interesse om ons te financieren. Tot slot hoop ik dat het ook andere wetenschappers zal motiveren om hetzelfde te doen, zodat we allemaal van elkaar kunnen leren.’
Nobelprijswinnaar Ben Feringa pleitte vorige week bij De Vooravond voor meer onderzoeksfinanciering, zonder beperkingen of kortetermijndoelen. Waarom is dat zo belangrijk?
‘Ik heb het geluk dat de onderzoeksfinanciering in mijn vakgebied, de sterrenkunde, gebaseerd is op nieuwsgierigheid. We kijken naar zwarte gaten, hoe planeten zich vormen en naar het leven op andere planeten. We hebben dit type onderzoek nodig, omdat het niet alleen kan leiden tot een fundamenteel begrip van het heelal, maar ook van de mens. En op de lange termijn kan het leiden tot goede toepassingen die essentieel worden in ons dagelijks leven.
‘Toen Albert Einstein in het begin van de 20e eeuw zijn relativiteitstheorie ontwikkelde, probeerde hij te begrijpen hoe ruimtetijd werkt. Dat is zeer fundamenteel onderzoek. Nu vormt zijn theorie een essentieel onderdeel van de manier waarop GPS werkt, die we voortdurend gebruiken op onze telefoons, bijvoorbeeld met Google Maps. Om GPS te kunnen ontwikkelen, hadden we het fundamentele begrip van relativiteit nodig.
Een ander klassiek voorbeeld gaat terug naar Australië, enkele decennia geleden: astronomen probeerden exploderende zwarte minigaten ter grootte van een atoomdeeltje te detecteren. De signaalverwerkingstechniek die ze hiervoor ontwikkelden, is dezelfde die we nu gebruiken voor onze Wi-Fi-communicatie. Kun je je deze Covid-19-periode voorstellen zonder WiFi? Dat zou heel anders zijn!
Het is hetzelfde als kunst, of als de culturele sector: deze dingen maken deel uit van ons als mens. Ze zijn belangrijk, omdat ze ons in staat stellen onszelf en het universum om ons heen te begrijpen.’
Bekijk hier de afgewezen onderzoeksvoorstellen inclusief reviews.
Tekst: Bryce Benda