Subsidie voor onderzoek naar stress-gerelateerde aandoeningen
Verstoringen in de darmflora kunnen invloed hebben op mentaal welzijn. Hoe kan deze kennis worden gebruikt bij het voorkomen van stress-gerelateerde aandoeningen? Psycholoog Laura Steenbergen zoekt het uit met een projectsubsidie van het Leids Universiteits Fonds (LUF) en de Gratama-Stichting.
Alle ziektes beginnen in de buik, zei de Griekse arts Hippocrates 2500 jaar geleden al. Ook in taal vinden we de buik vaak terug als het over gevoelens gaat. Denk aan het onderbuikgevoel, de vlinders in de buik of de steen die op de maag ligt. De connectie tussen buik en welzijn was dus al lange tijd een vermoeden toen vanaf 2004 ook de wetenschap er meer aandacht aan ging besteden. Japanse onderzoekers ontdekten dat muizen zonder darmflora, dat zijn populaties van darmbacteriën, veel sterker reageerden op stress, maar dat die reactie ook weer terug te draaien was met probiotica, goede bacteriën.
Laura Steenbergen doet onderzoek naar het ontstaan van stress-gerelateerde aandoeningen als angststoornissen en depressies. Onderzoek naar deze aandoeningen wordt vooral gedaan met vragenlijsten of gedragstaken. ‘Bij een gedragstaak moet je bijvoorbeeld telefoonnummers onthouden terwijl je heel nare of juist neutrale plaatjes bekijkt,' vertelt ze. ‘Daarmee kunnen we meten in hoeverre je geheugen beïnvloed raakt door het bekijken van emotionele plaatjes. Of we meten met behulp van vragenlijsten in hoeverre je last hebt van piekergedachten, en wat de inhoud van die piekergedachten dan is.’
Therapeutische bacteriën
De connectie tussen darm en brein biedt potentie voor dit onderzoeksveld van angst en depressie. ‘In eerder onderzoek heb ik laten zien dat probiotica de neiging tot piekeren kunnen doen afnemen. Wellicht kan de darmflora worden ingezet om stress-gerelateerde aandoeningen te voorkomen. Echter, als we willen weten welke probiotica de meeste kans maken, moeten we weten wat precies het verband is tussen een verstoorde darmflora en reacties op emotionele gebeurtenissen. Dat verband wordt mogelijk beïnvloed door het immuunsysteem, met name de aanmaak van ontstekingsbevorderende moleculen. Eén manier waarop de darmflora namelijk met ons brein communiceert, is via die moleculen.’
Het nieuwe aan dit onderzoek is vooral dat analyse van het immuunsysteem en de darmflora gecombineerd worden met de methoden van psychologisch onderzoek. ’Als het gaat om het bevorderen van mentaal welzijn ben ik van mening dat alleen écht interdisciplinaire inzichten kunnen zorgen voor vooruitgang. Zolang iedere wetenschappelijke discipline op zijn eigen comfortabele eilandje van expertise blijft vertoeven, blijven we met vragen zitten. Zolang we de overeenkomsten tussen onze vragen en observaties niet zien, vinden we ook nooit echt vooruitstrevende antwoorden.’
Samen sterk
Die interdisciplinariteit betekent dat Steenbergen dit onderzoek niet alleen doet. ‘Veel onderzoeksbeurzen zijn expertise-gebonden: gericht op het verdiepen van kennis in plaats van het integreren van kennis die al bestaat. En vaak zijn beurzen ook persoonlijk in die zin dat de expertise van degene die hem krijgt, leidend moet zijn. Met de LUF-subsidie is dat juist niet zo. Ik creëer niets nieuws, maar ik maak gebruik van methoden die al lang bestaan. Ik ga ze alleen integreren. En er is niet één persoon die dit allemaal alleen gaat doen, we hebben een netwerkje van expertises gevormd dat nieuwe inzichten mogelijk gaat maken.’
Dit netwerk bestaat uit twee andere instituten. Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) voegt expertise over het immuunsysteem toe, evenals het meten van activiteit van dat systeem. Daarnaast voegt het bedrijf My Microzoo expertise toe in het analyseren van darmflora in ontlastingsmonsters. In samenwerking met deze twee partners hoopt Steenbergen de relaties tussen verstoringen in de darmflora, het immuunsysteem en reacties op emotionele gebeurtenissen in kaart te brengen
Online onderzoek
Helaas is ook dit onderzoek beïnvloed door de huidige omstandigheden: ‘Door de coronacrisis ligt het onderzoek nu helemaal stil. Als een geluk bij een ongeluk was het protocol nog niet helemaal rond, dus ik kan me er nu wel voor inzetten dat dit onderzoek zoveel mogelijk zonder fysiek contact kan plaatsvinden. Ik bekijk nu in hoeverre het haalbaar is dat mensen zelf hun speeksel- en ontlastingsmonster afnemen en opsturen, en online onze vragenlijsten invullen en de gedragstaken uitvoeren. Aan de andere kant meten we reacties op stress, en dit is een heel stressvolle tijd voor de meeste mensen. Dat kan de resultaten van het onderzoek vertekenen. Vandaar dat ik denk dat het goed is dat we eerst nog iets meer “wennen” aan onze nieuwe vorm van samenleven, voordat ik mensen vraag om mee te doen aan het onderzoek.’