Leidse studenten nemen deel aan IE-Legal Forum bij de Hoge Raad
Charlotte Vrendenbarg, Dirk Visser en Menno Bruning van het Instituut voor Privaatrecht hebben een voor Nederland uniek rechtswetenschappelijk forum gecoördineerd bestaande uit studenten Intellectueel Eigendomsrecht van de Universiteit Leiden, de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit en King’s College London.
De studenten hebben de rechtsvragen onderzocht en beantwoord die in de handelsnaamrechtelijke zaak van DOC Dairy Partners tegen Dairy Partners aan de Hoge Raad zijn voorgelegd. Op 1 juli 2020 zijn de bijdragen in de vorm van schriftelijke opmerkingen namens het IE-Legal Forum door Menno Bruning (tevens cassatieadvocaat) ingediend bij de Hoge Raad.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in een prejudiciële procedure bij beschikking van 4 oktober 2019 als rechtsvragen ter beantwoording voorgelegd of, en zo ja onder welke eventuele voorwaarden, de Handelsnaamwet bescherming verleent aan handelsnamen die (in meer of mindere mate) beschrijvend zijn of onderscheidend vermogen missen. Deze zaak is tussen partijen geschikt. Op de voet van art. 392 lid 9 Rv heeft de Hoge Raad besloten om niettemin de rechtsvragen te beantwoorden en heeft daarvoor eerst aan ‘eenieder’ de gelegenheid geboden tot het maken van schriftelijke opmerkingen.
Leidse inzendingen
Een selectiecommissie bestaande uit wetenschappers en advocaten op het gebied van het intellectueel eigendomsrecht, waaronder Charlotte Vrendenbarg en Dirk Visser, heeft vervolgens op ie-forum.nl een oproep gedaan aan alle Nederlandse IE-studenten hun zienswijze in te zenden. Naar aanleiding daarvan heeft zich voor het eerst in Nederland een rechtswetenschappelijk forum gevormd bestaande uit IE-studenten die individueel en samen de voorliggende rechtsvragen hebben onderzocht en beantwoord. De geselecteerde inzendingen zijn op 1 juli 2020 als schriftelijke opmerkingen in de prejudiciële procedure ingediend bij de griffie van de Hoge Raad.
De Leidse inzendingen zijn van Ole Cohen, Pieter de Kanter, Noa Naaman, Emma Stok en Richard Trouborst.
Amerikaans voorbeeld
In de Verenigde Staten van Amerika is het gebruikelijk dat rechtsvragen in zaken die bij de Supreme Court aanhangig zijn, in en buiten het reguliere onderwijs aan de universiteiten door wetenschappers en studenten in zogeheten legal forums worden voorbereid en doorgedacht. Bijdragen vanuit de rechtswetenschap worden verwerkt in zogeheten briefs. De betrokken Leidse medewerkers hopen van harte dat het initiatief navolging vindt in Nederland.