Docenten over remote teaching: ‘je moet echt een voorzitter zijn’
Door de coronacrisis vindt veel onderwijs noodgedwongen digitaal plaats. Er waren echter ook voor de crisis al docenten bezig met remote teaching. Madi Ditmars en Maurits Berger geven tips en vertellen over hun ervaringen.
Hoe pakte je het geven van onderwijs op afstand aan?
Madi: ‘We hebben de LDE minor African Dynamics vanaf het begin ontworpen om optimaal gebruik te maken van technologie en innovatieve onderwijsmethoden. Dit hield in dat we onder andere gebruik maakten van een Pitch2Peer opdracht waarin studenten een multimedia landenprofiel moesten pitchen, een flipped classroom setup in Blackboard, webinars door middel van Skype for Business en een Small Private Online Course (SPOC) van vier weken.
‘Eén van onze doelen was om onze studenten 21e-eeuws hoger leerniveau, lees- en levensvaardigheid mee te geven. Dit deden we door ze informatie die vrijelijk beschikbaar is op het internet te laten opzoeken, beoordelen, bediscussiëren, interpreteren, delen en toe te passen. Daarnaast helpt de technologie ons om de fysieke afstand tussen de drie universiteiten [Leiden, Delft en Erasmus, red.] en ons focusgebied - Afrika - te overbruggen.’
Maurits: ‘Dat is afhankelijk van het soort onderwijs. Het hoorcollege dat ik in coronatijd moest geven was relatief makkelijk: ik knipte het hoorcollege op in brokken van 10 tot 12 minuten, en sprak die op Kaltura in samen met een powerpoint; een podcast met plaatjes, dus eigenlijk. De les die ik had geleerd uit eerder online onderwijs is namelijk dat je zo min mogelijk met je eigen hoofd in beeld moet zijn, en dat videoclips kort moeten zijn.
‘Het andere college was een werkcollege dat net in de fase van rollenspel was beland, dus dat was enorm interactief. Ik had het gelukkig al helemaal uitgewerkt in een tijdspad: studenten moesten met elkaar overleggen en er waren vaste momenten waarop ik erbij moest zijn voor de grote onderhandelingen. Maar dat kon allemaal perfect online. Ik merkte wel dat ik de boel strak moest aansturen. Meer dan in een lokaal-setting moet je mensen aanspreken om iets te zeggen. Je moet echt een voorzitter zijn.’
Hoe reageerden jouw studenten hierop?
Madi: ‘Over het algemeen reageerden studenten positief. Het verhuizen van het klaslokaal naar een online omgeving zorgde voor een grotere mate van interactiviteit en stimuleerde de studenten om creatief na te denken en op een nieuwe manier naar leren te kijken. Ze waren vooral enthousiast over de webinars, omdat het ze in contact bracht met enkele hoofdrolspelers in het ontwikkelingsveld en hielp met het opbouwen van hun netwerk. Echter waren er ook een paar studenten die aangaven dat er, waarschijnlijk mede door de digitale aard van de minor, een tekort aan goede begeleiding was en dat het bij sommige opdrachten niet duidelijk was wat er van hen werd verwacht.’
Maurits: ‘In beide gevallen waren de studenten enthousiast. De wekelijkse serie korte podcastcolleges vonden veel studenten zelfs duidelijker en helderder dan een hoorcollege van twee keer drie kwartier. Het werkcollege ging ook goed, mede omdat ik de interactie door de week ook bleef voeden met mailtjes tussendoor: om te vragen of studenten ergens hulp bij nodig hadden of om ze op de hoogte te houden van wijzigingen.’
Wat valt je op aan deze vorm van onderwijs?
Madi: ‘Er waren wat obstakels. Studenten hadden meer begeleiding nodig dan verwacht bij het maken van een multimediaproduct en velen maakten niet effectief gebruik van de flipped classroom. Voor de webinars moesten we enkele tests doen omdat geen van de sprekers ervaring had met Skype for Business. De mate waarin studenten actief meededen varieerde: omdat de sprekers ze niet konden activeren of simpelweg omdat ze in een omgeving waren waarin ze geen voice chat konden gebruiken.
‘Ik was verbaast om van studenten te horen dat ze moeite hadden om hun eigen leerschema te maken en met het filteren van informatie om zich de leerstof eigen te maken. Maar om met een positief geluid te eindigen: het behalen van deze online cursus zorgde ervoor dat twee van onze studenten - voor zover ik weet - zich in hebben geschreven voor een MOOC en deze ook hebben afgesloten. Ik denk dat de ervaring die mensen hebben opgedaan in deze minor, de barrière voor online onderwijs voor velen heeft doorbroken.’
Maurits: ’Online onderwijs heeft voor- en nadelen. Het is nu dus zaak om de voordelen eruit te halen en die te gebruiken wanneer het onderwijs weer 'normaal' wordt. Een voordeel is dat veel ‘eenrichtingsonderwijs’ - dus het typische hoorcollege - ook van tevoren vastgelegd kan worden, en je daardoor tijd schept voor meer interactief onderwijs. Dit is het flip-the-classroom scenario.
‘Zo is er ook tijd voor studenten om fysiek rond te bewegen in de universiteit en contact te hebben met de docent, want dat is niet alleen nodig voor productief onderwijs maar ook voor de algemene leerervaring. Dat laatste, die ervaring, dat is heel belangrijk voor studenten. En ja, daar horen colleges bij, maar soms denk ik dat wij docenten te veel gefixeerd zijn op dat lesgeven: kennisoverdracht kan op vele manieren, en online geeft ons daar extra mogelijkheden voor.'