Pilgrims kwamen naar Leiden voor ‘hersengym’
De expositie Pilgrims naar Amerika in Museum De Lakenhal zet aan tot reflectie. Hoe ver kun je gaan in de zoektocht naar vrijheid? Er wordt ook ingezoomd op de relatie met de universiteit en welke kennis de Pilgrims meenamen uit Leiden.
De expositie volgt de historische reis van de groep Engelse geloofsvluchtelingen die tussen 1609 en 1620 in Leiden verbleven, voordat een deel van hen met de Mayflower naar Amerika zeilde. Daar stichtten ze een kolonie in het gebied dat New England ging heten. De Engelsen wilden meer vrijheid voor hun eigen gemeenschap, maar dat ging ten koste van de Native Americans. Door moord en meegebrachte ziektes werden de oorspronkelijke bewoners binnen een paar decennia gedecimeerd. In de zalen staan interactieve reflectieruimtes die bezoekers vragen welke keuzes zij zouden maken: hoe ver ga je voor jouw vrijheid, als die de vrijheid van anderen begrenst?
Protestantse universiteit
Die paradox loopt als een rode draad door de geschiedenis van de Pilgrims. Deze protestantse separatisten vluchtten naar Nederland vanwege hun conflict met de Engelse staatskerk. Ze wilden meer vrijheid om hun eigen geloof te belijden, maar verlieten de stad mede omdat de Leidenaren te vrij waren in hun ogen. Waarom hadden ze dan in 1609, na een verblijf in Amsterdam, bij het Leidse stadsbestuur aangeklopt? Hier was werk, godsdienstvrijheid én een protestantse universiteit, vertelt conservator Jori Zijlmans, maker van de tentoonstelling. ‘Het wetenschappelijke klimaat moet geestelijk leider John Robinson gelokt hebben. Hij zocht hersengym in Leiden.’ Bovendien was de academische boekenstad met vrijheid van drukpers een uitgelezen plek om pamfletten te drukken die de Engelse staatskerk konden bekritiseren.
Universiteitsrecht
De expositie onderstreept de relatie met de universiteit aan de hand van 17e-eeuwse prenten en publicaties, grotendeels uit de collectie van de Universiteitsbibliotheek. Zijlmans wijst op een bijzonder pamflet: Perth Assembly, dat in 1619 in Leiden werd gedrukt. In dit inmiddels zeer zeldzame pamflet hekelden de Pilgrims onder andere de bisschoppelijke hiërarchie in Engeland. De kritische geschriften brachten Thomas Brewer, die de Pilgrim Press leidde, in de problemen. Maar omdat Brewer zich inschreef als student viel hij onder het universiteitsrecht en kon hij niet zomaar worden vervolgd door Engeland.
Anatomisch theater
Ook andere Pilgrims bezochten de universiteit, zoals chirurgijn Samuel Fuller. Zijlmans: ‘Hij kwam in Leiden aan als wever, maar vertrok na elf jaar als arts. Zijn kennis moet hij onder andere hebben opgedaan in het anatomische theater en in de kruidentuin van de Hortus botanicus.’ De expositie toont dan ook de vier bekende academische prenten - van de bibliotheek, de hortus, de schermschool en het anatomisch theater - die destijds als kloeke visitekaartjes van de universiteit fungeerden.
Cruydt-boeck
Uit een inboedelbeschrijving blijkt dat de Pilgrims William Brewster en Myles Standish een ‘cruydt-boeck’ van de Leidse plantkundige en hoogleraar Rembert Dodoens meenamen aan boord van de Mayflower. Het boek bevat ook waardevolle kennis over planten in Amerika, zoals mais. De expositie toont twee van Dodoens’ grote kruidenboeken.
Pijnlijke gevolgen
Bekend is dat Brewster in Leiden Engelse les gaf aan studenten. Standish, de militaire leider van de Pilgrims, volgde aan de universiteit waarschijnlijk lessen in landbouwkunde, vestingbouw en beschietingstechnieken. Het laatste stuk van de tentoonstelling maakt pijnlijk duidelijk wat de gevolgen waren van de oversteek naar Amerika. Binnen vijftig jaar na de aankomst van de Mayflower waren talloze oorspronkelijke bewoners vermoord of verdreven door de kolonisten. Opgedane kennis zoals beschietingstechniek komt zo in een wel heel wrang daglicht te staan.
Bezoek Wampanoag naar Leiden afgelast
De tentoonstelling gaat dus over de verstrekkende gevolgen die persoonlijke keuzes kunnen hebben. De eerste groep Pilgrims leefde, alleen al noodgedwongen door hun geringe omvang, nog relatief vreedzaam met de oorspronkelijke bewoners, de Wampanoag. Maar dat veranderde snel toen hun kolonie vele nieuwe Engelsen aantrok. Zijlmans: ‘We willen de diverse perspectieven laten zien en nadrukkelijk die van de Native Americans, want daar was lange tijd geen aandacht voor.’ Zo is Thanksgiving - de geromantiseerde gezamenlijke viering van de eerste oogst in 1621 - voor deze Amerikanen geen feest maar een nationale rouwdag. Een aantal vertegenwoordigers van de Wampanoag zou naar de opening van het Pilgrimjaar in Leiden komen en de tentoonstelling bezoeken. Helaas gooide de coronacrisis roet in het eten.
Bannerfoto: Fragment uit het vertrek van de Pilgrims uit Delfshaven, A. Willaerts. Rose-Marie and Eijk de Mol van Otterloo Collection
Tekst: Linda van Putten