Universiteit Leiden

nl en

Hoe Leiden ‘het wonder van Europa’ werd

Rariteiten uit het anatomisch theater, degens van de schermschool en 17e-eeuwse portretten van de oprichters. De nieuwe Universiteitskamer in Museum De Lakenhal verbeeldt de eerste turbulente honderd jaar van de Universiteit Leiden.

De Universiteitskamer in Museum De Lakenhal

Aan het plafond hangt een enorme 17e-eeuwse zaagvis – het oudste opgezette exemplaar in Nederland. De vis werd in 1683 aan land gebracht, door Leidse medici opgezet en tentoongesteld in het anatomisch theater van de academie. In de nieuwe Universiteitskamer waant de bezoeker zich in één groot rariteitenkabinet. Op de vitrinetafel liggen degens waarmee studenten leerden schermen. Daarnaast zijn er antieke meetinstrumenten en wie een la opentrekt ziet de iconische prenten uit 1610 van onder andere de Hortus botanicus en de schermschool. De Amerikaanse kunstenaar Mark Dion gaf een eigentijdse draai aan het fenomeen van de rariteitenkabinetten of wonderkamers: hij maakte voor dit vertrek fluorescerende kopieën van opgezette dieren, curiosa en instrumenten.

Portret van curator Gerard van Hoogeveen (een van de eerste bestuurders van de universiteit), 17e-eeuw, anoniem

Invloed van stad op universiteit

‘Leiden als universiteitsstad is één van de zeven verhaallijnen in het vernieuwde museum’, vertelt Jori Zijlmans, conservator geschiedenis van Museum De Lakenhal. Na bijna drie jaar renovatie en uitbreiding is het museum in juni dit jaar heropend. Zijlmans: ‘We willen die wisselwerking laten zien: wat merkten Leidenaren van de universiteit en wat was de invloed van de stad op de universiteit?’ Zo verwijst een houten beeld van vrouwe justitia naar de academische rechtbank, de vierschaar. De universiteit had een eigen rechtbank, maar een deel van de schepenen van de vierschaar kwam uit het stadbestuur en de berechtiging vond plaats op het stadhuis. 

Ook de zonen van de Engelse prinses Elizabeth Stuart studeerden in Leiden. Elizabeth schonk deze bokaal in 1641 aan Leiden om de stad te bedanken voor de opleiding van haar kinderen. Links 'De grote Hagen', plattegrond van de stad Leiden uit 1670 met afbeeldingen van onder andere het Academiegebouw en de Hortus botanicus.

Leidens Ontzet

De kamer laat zien hoe innig de stad en de universiteit met elkaar verknoopt waren in de eerste woelige jaren na de oprichting. Er hangen 17-eeuwse portretten van bestuursleden van de universiteit: van stadspensionaris (adviseur)  Gerard van Hoogeveen en stadscommandant Jan van der Does. Deze bevelhebber was bevriend met Willem van Oranje die hem de opdracht gaf een universiteit op te richten. Dat deed Van der Does samen met Jan van Hout, de stadssecretaris van Leiden. De drie mannen maakten deel uit van het eerste College van Curatoren (het bestuur) van de universiteit. Zij zorgden ervoor dat Leiden belangrijke instellingen kreeg - de Hortus botanicus, de universiteitsbibliotheek en het anatomisch theater.   

In de Universteitskamer hangt tijdelijk dit schilderij van Hendrick van der Burgh uit het Rijksmuseum: een promotie aan de Universiteit van Leiden, omstreeks 1650. Foto Rijksmuseum

Scaliger

In het begin was er slechts een handvol wetenschappers en een paar studenten. Maar dankzij het aantrekken van beroemde geleerden als de Franse humanist Joseph Scaliger en de nieuwe instellingen als de Hortus trok Leiden in de loop van de 17e eeuw steeds meer buitenlandse wetenschappers en studenten aan. Van een nijverheidsstad met voornamelijk arbeiders ontpopte Leiden zich in minder dan honderd jaar tijd tot een internationaal intellectueel centrum. Daarom bestempelde een Franse encyclopedie in 1650 de snel ontwikkelende Leidse academie als 'wonder van Europa'.

Liberty - pest en honger tijdens Leidens Beleg, Erwin Olaf (2011). Fotograaf Erwin Olaf maakte in opdracht van Museum De Lakenhal en de Universiteit Leiden een serie portretten ter gelegenheid van 475 jaar Leidens Ontzet.

Speer en iPod

De Universiteitskamer ligt direct naast de grote zaal die geheel gewijd is aan het Beleg en Ontzet van Leiden in 1573 en 1574. De universiteit was immers het gevolg van Leidens Ontzet, aldus Zijlmans. Ook in de grote zaal hangen werken die verwijzen naar de eerste hoofdrolspelers van de universiteit. Zoals de metergrote voorstelling van fotograaf Erwin Olaf die het Leidens Ontzet verbeeldt met prominent het zegevierende duo Jan van der Does en Jan van Hout. Olaf verstopte in dit historische tafereel ook eigentijdse elementen: één van de afgebeelde figuren draagt een iPod.

Het schilderij 'De elementen' van Harm Kamerlingh Onnes (1920).

Nobelprijs

In andere zalen verwijzen kunstwerken naar de universiteit in latere perioden. Zoals het schilderij ‘de elementen’ van Harm Kamerlingh Onnes. Zijn schilderij uit 1920 is een impressie van het laboratorium van zijn oom, de grote natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes. Hij kreeg in 1913 een Nobelprijs voor zijn onderzoek naar de eigenschappen van materie bij lage temperaturen.

Dit najaar start in Museum De Lakenhal de tentoonstelling Jonge Rembrandt - Rising star (2 november 2019 t/m 9 februari 2020). Rembrandt schreef zich in 1620 in als letterenstudent in Leiden en dit jaar is ontdekt dat hij in 1622 ook nog stond ingeschreven. Op de tentoonstelling is het originele register met Rembrandts inschrijving te zien. Dit album studiosorum komt uit de collectie van de Universiteitsbibliotheek.


Tekst: Linda van Putten
Mail de redactie

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.