Drie nieuwe KNAW-leden voor Leiden
De KNAW heeft achttien nieuwe leden gekozen onder wie twee Leidse hoogleraren en een hoogleraar die in Leiden zijn studie en promotie heeft voltooid. De nieuwe Akademieleden worden op een later tijdstip dit jaar geïnstalleerd.
De KNAW is een genootschap vooraanstaande wetenschappers uit alle disciplines, verdeeld over vier domeinen. Ze worden per domein door de leden uit de gelederen van dat domein gekozen op grond van hun wetenschappelijke prestaties. Buitenlandse leden zijn excellente Nederlandse wetenschappers die hoofdzakelijk in het buitenland werken en niet-Nederlandse wetenschappers, werkzaam in het buitenland. De KNAW telt circa vijfhonderdvijftig leden. Een lidmaatschap is voor het leven.
De nieuwe Leidse leden zijn:
Henk te Velde (1959)
Hoogleraar vaderlandse geschiedenis Universiteit Leiden
Henk te Velde beschrijft politiek als cultureel verschijnsel. Hij maakte naam met zijn onderzoek naar de geschiedenis van nationalisme en leiderschap in Nederland. Hij liet zien dat Nederlandse liberalen rond 1900 de natiestaat omarmden als reactie op groeiende politieke pluriformiteit en vervolgens hoe iedere tijd de politieke leider kreeg die zij verdiende. Later publiceerde Te Velde over de geschiedenis van politiek en monarchie in Nederland sinds 1815. De laatste jaren introduceerde Te Velde nieuwe concepten die zich niet beperken tot Nederland, zoals ‘political transfer’, politieke traditie, leiderschapsstijlen en het belang van retorische en theatrale aspecten van het politieke bedrijf, ook in Groot-Brittannië en Frankrijk. Zijn ideeën en methoden vinden weerklank onder historici in binnen- en buitenland.
Maria Yazdanbkahsh (1959)
Hoogleraar cellulaire immunologie van parasitaire infecties, Geneeskunde/LUMC, Universiteit Leiden
Het onderzoek van Maria Yazdanbakhsh geeft inzicht in het samenspel tussen parasieten en ons immuunsysteem. Door uitdagend veldwerk in ontwikkelingslanden te combineren met geavanceerde immunologische technieken, laat zij zien hoe ziekmakende parasieten ook positieve effecten kunnen hebben. In rurale gebieden treedt een hogere blootstelling aan micro-organismen en parasieten op, in tegenstelling tot stedelijke gebieden, en dit veroorzaakt een fundamentele verandering in het afweersysteem. Dit kan ervoor zorgen dat vaccinaties minder effectief zijn, maar ook dat chronische ontstekingsziekten minder vaak voorkomen. Denk hierbij aan allergieën, auto-immuunziekten of type 2-diabetes. Dit levert niet alleen bijzondere nieuwe inzichten op, maar ook kansen om ziekten beter te begrijpen en effectiever te bestrijden.
Marcel van den Brink (1960)
Hoogleraar interne geneeskunde, oncologie en immunologie, Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York, VS
Marcel van den Brink studeerde en promoveerde aan de Universiteit Leiden, maar werkt nu in New York als arts-onderzoeker. Van den Brink is gespecialiseerd in immuuntherapie van kanker en in het bijzonder in beenmergtransplantatie bij bloedkankers. Die behandeling is zeer ingrijpend: het lichaam moet de nieuwe ‘vreemde’ cellen accepteren, zijn immuunsysteem volledig opnieuw opbouwen én de kankercellen bestrijden. Van den Brink heeft dit complexe proces intensief bestudeerd en een groot aantal ontdekkingen gedaan, zoals de rol van de thymus in immuunregeneratie na een beenmergtransplantatie, de pathofysiologie van graft-versus-host ziekte (wanneer donorcellen in het beenmergtransplantaat de organen van de patiënt aanvallen) en wijze waarop de darmflora het succes van beenmergtransplantatie beïnvloedt. Zijn werk heeft geleid tot nieuwe therapeutische strategieën en betere behandelmogelijkheden.