Kinderen moeten veel jonger gehoord worden in familie- en jeugdprocedures
Op 2 maart 2020 is het rapport Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie verschenen. Het multidisciplinaire onderzoeksrapport is het resultaat van een inspirerende samenwerking tussen verschillende vakgroepen van de Universiteit Leiden, namelijk de afdeling Jeugdrecht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en de afdelingen Forensische Gezinspedagogiek en Jeugdhulpverlening en Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie van de Faculteit der Sociale Wetenschappen.
In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid, hebben prof. mr. drs. Mariëlle Bruning, dr. Daisy Smeets, mr. Apollonia Bolscher, dr. Jiska Peper en mr. Renske de Boer onderzoek verricht naar het hoorrecht en de procespositie van minderjarigen in familie- en jeugdzaken. Dit heeft geresulteerd in het rapport Kind in proces: van communicatie naar effectieve participatie.
De aanleiding voor dit onderzoek werd gevormd door de aanbeveling van de Staatscommissie Herijking Ouderschap in het rapport Kind en ouders in de 21e eeuw van 7 december 2016 tot een brede bezinning op de procespositie, waaronder het hoorrecht, van minderjarigen in het familie- en jeugdrecht.
In het rapport staan de procespositie en het hoorrecht van minderjarigen in familie- en jeugdprocedures centraal. In dergelijke procedures kan al snel sprake zijn van een (mogelijk) conflict van belangen tussen die van ouders en van minderjarigen, terwijl er voor minderjarigen veel op het spel staat. Is het mogelijk dan wel wenselijk om de procespositie en het hoorrecht van de minderjarige in het Nederlandse familie- en jeugdrecht uit te breiden en zo ja, op welke wijze? Deze vraag wordt in het rapport beantwoord door achtereenvolgens in te gaan op het juridische kader in Nederland, relevante internationale standaarden en relevante neurocognitieve, psychologische en pedagogische inzichten. Tevens worden de uitkomsten gepresenteerd van een praktijkonderzoek naar de huidige praktijk en de wensen ten aanzien van het hoorrecht van minderjarigen en hun procespositie volgens jongeren, ouders, rechters, advocaten, bijzondere curatoren, medewerkers van de Raad voor de Kinderbescherming, gecertificeerde instellingen en Kinder- en Jongerenrechtswinkels.
Geconcludeerd wordt dat de noodzakelijke stap moet worden gezet van communicatie naar effectieve participatie van − ook jonge – minderjarigen in familie- en jeugdprocedures door een aantal verbeteringen door te voeren. Zo zouden kinderen al vanaf de leeftijd van acht – in plaats van twaalf – jaar moeten worden uitgenodigd om in familie- en jeugdprocedures gehoord te worden. Minderjarigen van twaalf jaar en ouder zouden zelfstandig procedures moeten kunnen starten (eigen rechtsingang) en hoger beroep moeten kunnen instellen. Verschillende contextfactoren rondom de participatie van minderjarigen in familie- en jeugdprocedures zouden daarbij moeten worden verbeterd. Daarbij zou het vaker mogelijk moeten zijn dat kinderen in procedures worden ondersteund door professionals (advocaat of bijzondere curator).
Lees ook het blog van Daisy Smeets en Mariëlle Bruning: Beslissen over kinderen… met kinderen
Op 4 maart 2020 vertelt Mariëlle Bruning over het rapport in het radioprogramma Science 071.
Zie ook het artikel over dit onderzoek op RTL Nieuws.