‘Als er kinderen betrokken zijn, raakt me dat het meest’
Tim van Lit zegt het al snel in het gesprek: hij is geïnteresseerd in maatschappij-ontwrichtende problematiek; zaken die heel Nederland raken en waar de samenleving door geschokt is. De 28-jarige alumnus Criminologie geeft bij de marechaussee leiding aan 25 medewerkers. Standplaats: Schiphol.
Tim lijkt er al twee levens op te hebben zitten. Aan het eind van het gesprek blijkt het nodig een tijdlijn op te stellen: wanneer deed de jonge alumnus wat? Want hij deed zóveel. Tim begon in 2010 in Leiden aan de opleiding Psychologie maar switchte na een jaar naar Criminologie. Voor hij aan zijn studie begon was hij al enkele jaren twee nachten per week werkzaam bij een bowlingbaan, waar hij al snel bedrijfsleider werd. Daarnaast werkte Tim tijdens zijn studie een dag in de week bij het communicatiebureau van zijn moeder, en was hij voorzitter van CoDe, de studievereniging van Criminologie, en assessor in het faculteitsbestuur van Rechtsgeleerdheid. ‘Ik nam de stof snel op, daardoor kon ik veel naast de studie doen.’
Abstract vs concreet
Tijdens zijn studie liep Tim stage bij de politie. Al voor hij officieel afgestudeerd was ging hij werken bij de Koninklijke Marechaussee, een van de vier krijgsmachtdelen van het Ministerie van Defensie, waar hij beleidswerk deed. Dat vond hij mooi werk maar hij wilde ook de praktijk leren kennen. En dus meldde hij zich aan bij de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda om in twee jaar opgeleid te worden tot officier. Op de KMA werd hij eerst zwaar gedrild in discipline en uithoudingsvermogen en werden hem de mores van de militaire hiërarchie bijgebracht. Daarna volgde in Apeldoorn het meer ‘politionele’ deel met veel politievaardigheden en leidinggevende elementen. In juli 2019 rondde Tim de opleiding af en werd hij op Schiphol geplaatst als teamleider bij de Brigade Grensbewaking. Die brigade is op Schiphol verantwoordelijk voor het bewaken van de buitengrens van het Schengengebied. Tim woont in Leiden met zijn vriendin.
Vertel eens wat meer over je baan?
‘Reizigers die het Schengengebied in willen, worden gecontroleerd door de Marechaussees die aan de paspoortbalie zitten. Mijn team is daarentegen mobiel. Wij richten ons op vluchten met veel passagiers die een tussenlanding maken, vluchten van andere luchthavens in het Schengengebied en vluchten met een hoog risico op migratiecriminaliteit. We doen dan de controle direct aan de gate. Bij bepaalde vluchten is de alertheid groter dan bij andere. We kunnen een aantal dingen goed. Dat is onder andere vaststellen of documenten vals zijn of niet. Verder spreken we heel veel talen basaal. Als iemand zegt een bepaalde nationaliteit te hebben en die persoon verstaat een zin in de taal van dat land niet, kan dat aanleiding zijn voor extra onderzoek. Verder komen er mensen binnen die asiel willen aanvragen maar dit elders hadden moeten doen of al een asielaanvraag hebben lopen in een ander land. En er arriveren mensen die de reis naar het Schengengebied met behulp van criminelen hebben kunnen maken. Zij zeggen dan bijvoorbeeld familie van elkaar te zijn, terwijl er sprake is van mensensmokkel.’
Kinderen
‘Wat me het meest aangrijpt zijn gevallen waarbij kinderen zijn betrokken. Je weet niet wie of waar de ouders zijn, en zo’n kind is eenzaam en verdrietig. Je weet ook niet wat er is gebeurd. Zijn het de ouders zelf die het kind hebben meegegeven voor een betere toekomst? In 2019 detecteerde mijn team vele valse documenten en stuitten we op vele gevallen van mensensmokkel, waaronder dus een aantal kinderen.’
‘Nee, je kunt mensen niet meteen op een toestel zetten, terug naar waar ze vandaan komen. Het vervalsen of laten verdwijnen van reis- of identiteitsdocumenten, of het meebrengen van kinderen van wie niet duidelijk is wie ze zijn, is strafbaar. Maar asiel aanvragen is een recht. Als je dit doet met behulp van valse documenten, wordt eerst je asielverzoek behandeld. Als blijkt dat je geen asiel krijgt, kan ook het strafrechtelijke vergrijp nog onderzocht worden.’
‘Ik werk een paar keer per week mee met het controleren van een vlucht. Verder doe ik waar elke leidinggevende zich mee bezighoudt, zoals mails afhandelen, administratie en sollicitatie- en functioneringsgesprekken voeren. Alleen heb ik een uniform aan.’
Waarom stapte je van Psychologie over naar Criminologie?
‘Ik vond Psychologie te algemeen. Er zat biologie in de opleiding, neuropsychologie, sociale psychologie, geneeskunde… Criminologie was van het begin af aan specifiek en concreet, terwijl je toch van veel kanten tegen criminaliteit aankijkt. Hoe reageert de maatschappij, hoe reageert het slachtoffer, hoe behandelt het recht criminaliteit? Ik ontdekte dat ik het meest geïnteresseerd ben in maatschappij-ontwrichtende misdrijven die de samenleving schokken. Ik studeerde af in de Engelstalige masterspecialisatie Criminal Justice. Het internationale aspect trok me en ik wilde ook mijn Engels verbeteren. Ik heb college gehad van onder anderen Joanne van der Leun en Maartje van der Woude. Superdocenten. Het onderwerp van mijn masterscriptie was gebaseerd op mijn stage bij de politie en ging over het onderzoeken van oorlogsmisdrijven, meer specifiek over het vernietigen en verhandelen van cultureel erfgoed door IS.’
Hoe was het om als net afgestudeerde bij de KMA door de modder te tijgeren?
‘Eigenlijk vond ik dat heel leuk. Je wordt volkomen afgebeuld: meermaals een week door de bossen kruipen zonder je te kunnen wassen. Belangrijk was dat je een buddy toegewezen kreeg voor wie je een soort zorgplicht had – en andersom. Daar werd je ook continu op gewezen: let op degene naast je! Je deed echt alles samen. Ik trof het heel goed met mijn buddy, hij is nu een van mijn beste vrienden. We gingen zelfs, met onze vriendinnen, samen op vakantie. In die twee jaar KMA ben ik veranderd. Ik was graag aan het woord, haantje de voorste. Nu ben ik een stuk rustiger. Dat komt door de discipline die ik aangeleerd heb gekregen en door de hiërarchische structuur. De duidelijkheid en de overzichtelijkheid die dat met zich meebrengt, hebben me goed gedaan, ook privé.’
Hoe komt het dat je gefascineerd bent geraakt door maatschappij-ontwrichtende misdrijven?
‘Bij de politie zag ik al dingen waarvan ik dacht: hoe kunnen mensen dit elkaar aandoen, hoe komt het en wat kunnen we eraan doen? En de beelden die ik voor mijn onderzoek zag van de vernietiging van cultureel erfgoed, waren doorsneden met bloederige taferelen. Die riepen ook weer die vragen op. Er gebeuren, ook buiten oorlogssituaties om, vreselijke dingen. In de 20ste eeuw had je wereldwijd veel dictators. Een aantal van hen verdween onder druk van het Westen in de jaren negentig en het begin van deze eeuw. Nu zijn dat soort leiders, die nergens voor terugschrikken, weer in opkomst. Mijn nieuwsgierigheid roept daar steeds weer dezelfde vragen bij op.’
Heeft het werk je kijk veranderd?
‘Nee, niet echt. Net als ieder mens heb ik ook vooroordelen en doet mijn brein aan stereotypering. Alleen mag dat niet uitmaken. Daarom is het belangrijk dat je je bewust bent van je vooroordelen en dat je geen besluiten neemt op basis van halve informatie. De basis van ons werk is dat iedereen een mens is die zijn eigen verhaal meebrengt, en dat elk verhaal anders is. Dat blijf ik ook tegen mijn mensen zeggen. Natuurlijk kleurt het werk je blik, bijvoorbeeld hoe je Schiphol ziet. Voor veel mensen is het de plek waar hun vakantie begint. Maar Schiphol heeft ook een duistere kant. De grote criminelen reizen ook met het vliegtuig, er vindt drugsmokkel plaats, er komen vrouwen binnen voor gedwongen prostitutie, en dan natuurlijk alle moeilijke zaken met vluchtelingen en mensensmokkel.’
What’s next?
‘In de eerste twee functies word je geplaatst, daar heb je zelf geen zeggenschap over; je kunt naar Zuid-Limburg of Den Helder worden gestuurd. De Marechaussee kijkt waar je het beste past. Daarna kun je meer zelf je richting aangeven. Mijn team op Schiphol wordt vanwege de toenemende werkzaamheden uitgebreid. Over twee jaar loopt mijn eerste functietermijn af; ik weet niet of ik dan leidinggevende blijf. Ik wacht rustig af wat de Marechaussee wil en hoe ik me ontwikkel. Als ik genoeg praktijkervaring heb, wil ik verder doorgroeien.’
Wat voegt een universitair afgestudeerde toe bij Defensie?
‘Defensie is op zoek naar hoger opgeleiden omdat die op allerlei niveaus kunnen functioneren: operationeel, beleidsmatig en strategisch. Wat mij ook helpt is dat ik een studie met veel juridische vakken heb gevolgd. Daardoor begrijp ik wat er bij het ministerie en in de politiek speelt. Dat kan ik dan aan mijn mensen uitleggen, zodat zij weer beter begrijpen waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Dat is absoluut een voordeel.’
De Koninklijke Marechaussee
We associëren 'de Marechaussee' vooral met mannen op motoren die de begeleiding van hoogwaardigheidsbekleders voor hun rekening nemen. Maar de Koninklijke Marechaussee, die onder het Ministerie van Defensie valt, doet veel meer. De Marechaussee zorgt bijvoorbeeld voor de grensbewaking, niet alleen op Schiphol en onze andere vliegvelden maar ook in de havens en voert bij de grenzen met Duitsland en België 'mobiel toezicht veiligheid' uit. Daarnaast heeft de Marechaussee de functie van militaire politie, dat wil zeggen dat zij de misdrijven onderzoekt die in de landmacht, luchtmacht of marine plaatsvinden. Inclusief de ondersteunende (ambtelijke) diensten heeft het Ministerie van Defensie 60.000 medewerkers van wie plm. 7.000 bij de Marechaussee.
De dienst heeft binnen het ministerie een eigen commandant met een staf, en 23 operationele brigades, verdeeld over acht provincies. Eén brigade is continu aanwezig in het Caribisch gebied. Naast de brigade waar Tim leiding geeft, zijn er nog vier andere brigades van de Koninklijke Marechaussee operationeel op Schiphol. Deze brigades houden zich onder andere bezig met beveiligen en bewaken, basis politiezorg en het uitzetten van ongewenste vreemdelingen.
Tekst: Corine Hendriks
Mail de redactie