Speuren naar genen om borstkanker te bestrijden
Promovenda Esmee Koedoot onderzocht de onderliggende processen die verantwoordelijk zijn voor uitzaaiingen bij een gevaarlijk type borstkanker. Ze hoopt nieuwe mogelijkheden te vinden om de ziekte te behandelen. In december 2019 promoveerde zij cum laude.
Dodelijkste variant
Maar liefst één op de acht vrouwen krijgt in haar leven borstkanker. Het is daarmee de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen wereldwijd, en ook het dodelijkst. Dat komt voornamelijk doordat borstkanker zich vaak uitzaait naar onmisbare organen, zoals de lever en longen. Koedoot onderzocht het dodelijkste subtype borstkanker: triple-negatieve borstkanker, oftewel TNBK. De indeling in subtypes gaat uit van zogenaamde hormoonreceptoren. Dit zijn eiwitten aan het oppervlakte van een cel, die signalen van hormonen buiten de cel doorgeven aan andere eiwitten binnen de cel. Bij veel types borstkanker hebben de tumorcellen extra veel van deze hormoonreceptoren. Deze receptoren kunnen dienen als aangrijpingspunten voor medicijnen.
Hormoontherapie wordt veel gebruikt en is succesvol. ‘Het probleem bij TNBK is echter dat de tumorcellen juist zeer lage niveaus hormoonreceptoren hebben,’ vertelt Koedoot. ‘Daardoor hebben de bestaande hormoontherapieën geen effect.’ De huidige behandeling voor TNBK bestaat daardoor nog steeds uit het chirurgisch verwijderen van de tumor, in combinatie met chemotherapie en/of bestraling. Om daar verandering in te brengen, richtte Koedoot zich op de genen die een rol spelen bij het uitzaaien van TNBK.
Cijfers
Ondanks dat TNBK maar ongeveer een vijfde van alle borstkankergevallen uitmaakt, is dit subtype verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van borstkanker gerelateerde uitzaaiingen en sterfte. Waar bij de andere subtypes 7 procent van de vrouwen binnen vijf jaar na diagnose overlijdt, is dit voor TNBK 23 procent.
Knippen en plakken
Koedoot ontdekte dat het proces RNA splicing een cruciale rol speelt bij het groeien, bewegen en uitzaaien van TNBK-cellen. Ze legt uit hoe het werkt: ‘In een tumorcel bevat DNA de code voor RNA. Het RNA is als het ware het recept voor het produceren van eiwitten, de werkers van de cel. Voordat de cel het RNA kan aflezen om daarmee een eiwit te produceren, moeten alle overbodige stukken uit het RNA worden geknipt en de overgebleven stukken aan elkaar worden geplakt. Dit proces heet RNA splicing. Er komen maar liefst 244 verschillende eiwitten aan te pas. Dit zijn de zogeheten splicing factoren.’
‘We hebben een database aangelegd van genen die betrokken zijn bij het uitzaaien van TNBK en gekeken naar de rol van de splicing factoren. Hierbij hebben we verschillende splicing factoren ontdekt die essentieel zijn voor het bewegen van de agressieve kankercellen: Als we zo’n eiwit uitschakelen, zien we dat de cel minder hard gaat bewegen. Op die manier kunnen we uitzaaiingen dus beperken.’
Nieuwe therapieën
Koedoot onderzocht maar liefst 4000 genen en selecteerde de beste voor vervolgonderzoek. ‘Door beperkte tijd hebben we zelf maar een paar van deze genen verder kunnen onderzoeken, maar we plaatsen alle resultaten online. Op die manier kunnen andere onderzoekers er hun voordeel mee doen en de resultaten gebruiken voor vervolgonderzoek.’
Het is voor het eerst dat iemand de rol van RNA splicing factoren in borstkanker zo duidelijk in kaart heeft gebracht. ‘En dat is zeer belangrijk voor ons begrip van processen die een rol spelen bij het uitzaaien van TNBK. We hebben zelfs enkele splicing factoren ontdekt die we zouden kunnen gebruiken als doelwit voor nieuwe medicijnen. Ik hoop dat mijn onderzoek op die manier helpt bij het bestrijden van uitzaaiingen en sterfte door borstkanker terug kan dringen.’