'Minder uitstoot en succesvol boeren kunnen samengaan'
Kringlooplandbouw en meer natuur zijn belangrijk om uitstoot tegen te gaan en de biodiversiteit uit het slop te halen. Maar gaat dat samen met Nederlands positie als belangrijke voedselexporteur? Hoogleraar Conservation biology Geert de Snoo denkt van wel, als we tenminste duidelijke keuzes maken. Hier is zijn actielijst voor boeren, burgers en Binnenhof.
Nederland is − in geld uitgedrukt − de een-na-grootste landbouwexporteur ter wereld. Melk, aardappelen, varkens: alles draaide de afgelopen vijf, zes decennia om productieverhoging. Maar mest en bestrijdingsmiddelen richten grote schade aan. Landbouwminister Schouten wil kringlooplandbouw introduceren om met name de stikstofuitstoot te verminderen. Dat wordt nu dringend: recent verbood de Raad van State Nederland namelijk de Europese regels over stikstofuitstoot nog langer te omzeilen. Boerenbedrijven komen daardoor acuut in de problemen met hun vergunningen.
Actielijst
Toch kan minder uitstoot samengaan met succesvol boeren, denkt Geert de Snoo. Hij is hoogleraar Conservation biology en binnenkort directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Hij geeft vier stappen die we in Nederland moeten zetten om kringlooplandbouw, het Deltaplan Biodiversiteit én productieve, hoogwaardige landbouw te kunnen combineren.
1. Bedenk op welke schaal je die kringloop wilt sluiten
'Wil je de kringloop per bedrijf sluiten, zodat iedere boer zelf het voer voor zijn vee moet verbouwen en de mest moet gebruiken op zijn land? Of kan het per polder, regio of voor heel Nederland? Dat is een discussie die we moeten voeren.' Veel rondrijden met grond- en afvalstoffen levert weer andere milieuschade op, maar De Snoo kan zich ook voorstellen dat we zouden kiezen voor kringloop op EU-schaal. De regels en subsidies zijn hier uniform, onze export kan grotendeels doorgaan en het levert wel degelijk milieuwinst op.
We moeten ons dan wel bijvoorbeeld de lastige vraag stellen hoe we omgaan met het importeren van diervoeders uit andere werelddelen. Dat mag dan eigenlijk niet meer, terwijl we wél een mondiale open economie hebben. ‘Wat we ook kiezen: het doet ergens pijn en processen moeten anders worden ingericht. Maar zonder allereerst te kiezen voor de schaal waarop, blijft het begrip kringlooplandbouw te vaag en kunnen we niet aan de slag om de stikstofkringloop te sluiten.’
2. Herhaal de geniale truc van de ruilverkaveling
Na de Tweede Wereldoorlog kwam in Nederland grootschalige ruilverkaveling op gang. Schaalvergroting was toen het doel, maar ook kwam het ruilen en verplaatsen soms ten goede aan nieuwe natuurgebieden. Met de kennis van nu kan volgens De Snoo een nieuwe ruilverkaveling op gang komen, als we daartoe bereid zijn. 'Dan zou je bijvoorbeeld de boeren die primair streven naar hogere productie uit het Groene Hart laten verhuizen, zodat weidevogels daar het natte gebied kunnen krijgen dat ze nodig hebben. Of pal naast natuurgebieden boerenbedrijven verplaatsen naar plekken waar hun uitstoot minder kwaad kan.'
De Snoo snapt heel goed dat je niet als een technocraat boerenbedrijven kunt verplaatsen terwijl die soms al generaties lang op één plek zitten. Hij heeft veel oog voor de sociale kant van veranderingen. Toch relativeert hij: 'Steeds meer mensen willen verandering. We zitten nu vijftig, zestig jaar op de route van schaalvergroting en productieverhoging, dat is eigenlijk maar een paar generaties. We moeten dat toch weer kunnen ombuigen?'
3. Breng meer natuur op het boerenbedrijf
De Snoo hoopt dat de 'groene dooradering' van landbouwgebieden alsnog werkelijkheid wordt. Er bestaan al lang ideeën over, maar die worden niet ingevoerd. Uit onderzoek van zijn eigen groep blijkt dat het aandeel natuur in de vorm van onbewerkte akkerranden, slootkanten of houtwallen erg bepalend is voor een bevordering van biodiversiteit. Dat wordt ook wel natuurinclusieve landbouw genoemd.
Er is nu het Deltaplan Biodiversiteit van boeren en natuurorganisaties, waarin boeren toezeggingen doen over natuurvriendelijk boeren. 'Dat plan is goed, en het heeft de aandacht van de minister. Zij en de EU kunnen strenge regels introduceren, maar eigenlijk moet 'boer' een heel ander vak worden. Een boer is nu vooral ondernemer, die vooral trots is op een hoge opbrengst. De boer van de toekomst heeft ook verstand van regenwormen en wedijvert met collega's op om een broedende grutto op het land.'
4. Blijf meer kennis opdoen over wat er nodig is
De kringlooplandbouw die minister Schouten wil invoeren, helpt de overbemesting van natuur tegen te gaan. Dat helpt weer de biodiversiteit. Natuurinclusieve landbouw, waarbij je feitelijk mét in plaats van tegen de natuur werkt, helpt de biodiversiteit direct. Ook krijg je door die nieuwe, behulpzame insecten een goede opbrengst met minder bestrijdingsmiddelen. 'We weten al veel over wat we moeten doen om natuurvriendelijker te boeren,’ zegt De Snoo. 'Maar meer onderzoek is nodig. Over exacte percentages natuur die je moet handhaven op akkerland bijvoorbeeld. Vlinders stellen weer andere eisen dan planten of bodemdieren. Samen met Naturalis kan de Universiteit Leiden daarin betekenisvolle stappen zetten.'
Over een jaar op de fiets..?
De actielijst is niet simpel. Toch kunnen we het, denkt De Snoo. 'Nederland is goed in coöperaties. Kijk naar ons waterbeheer of afspraken over melk. We kúnnen dingen veranderen. Het ei uit de legbatterij is ook bijna verdwenen in de supermarkt, omdat de samenleving dat wilde. Ministers, boerenbedrijven en burgers kunnen dit samen voor elkaar krijgen.'
Rondfietsen door een Nederlands gebied met natuurinclusieve landbouw kan nog niet. Zo'n gebied is er nog niet, zegt De Snoo. 'Maar het zou super zijn als jij en ik over een jaar ergens op de fiets kunnen stappen en dan zien: hier is iets veranderd.' We gaan ervoor, het staat in mijn agenda.
Tekst: Rianne Lindhout
Foto's: Pixabay
Mail de redactie