Faculteit W&N neemt afscheid van decaan Geert de Snoo
Tijdens de afscheidsreceptie op 29 augustus neemt de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen afscheid van decaan Geert de Snoo. Per 1 november 2019 vervolgt hij zijn weg als directeur van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Collega’s vertellen over zijn betekenis voor de ecologie, bijdrage als bestuurder en hoe het was om met hem samen te werken. ‘Geert weet mensen te laten groeien!’
Carel Stolker - Rector Magnificus en voorzitter van het College van Bestuur Universiteit Leiden
‘Er zijn bestuurders die in vergaderingen hun punt met veel lawaai maken. Als walvissen voor de kust veroorzaken ze boeggolven waarmee ze alle mogelijke tegenstand bij voorbaat naar rechts en links wegspoelen. Die tactiek – die in Leiden niet voorkomt – is evenwel beperkt houdbaar. Zij werkt hooguit een of twee keren. Geert heeft een totaal andere stijl, een stijl die hem ook als mens kenmerkt. Complimenteus, betrokken, nimmer boos, en zijn rustige lage stemgeluid doet de rest. Bij Geert de inhoud voorop, nooit de emotie.’
(Tekst gaat verder onder foto)
Jan Boersema – Hoogleraar Grondslagen van de milieuwetenschappen bij het CML
‘Geert is sinds 1994, toen ik vanuit Groningen op het CML neerstreek, een collega proximus. We voerden inspirerende gesprekken over de toekomst van het Nederlandse landschap en schreven een artikel dat ieder jaar actueler lijkt te worden. Geert bleek breed getalenteerd. Hij schoof van de akkerrand op naar het Centercourt, werd van werkgroepleider wetenschappelijk directeur en vervolgens decaan en bleek een begenadigd bestuurder. Hij loodste het CML door verraderlijke wateren, weet mensen te activeren, hoofd- en bijzaken te onderscheiden, de samenhang en de vrede te bewaren, vooruit te denken en zaken te agenderen. Ook slaagt hij erin om je met een goed gevoel te doen vertrekken, zelfs al heb je in het overleg bestuurlijk gezien bot gevangen.’
Carel Stolker
‘Geert was dan ook een heerlijke bestuurder om mee samen te werken: voor zijn wetenschappelijk directeuren binnen de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, maar ook voor ons als College van Bestuur. Hij leest zijn stukken zorgvuldig, heeft besprekingen voorbereid en zorgt nauwkeurig voor draagvlak in zijn faculteit. Want zonder draagvlak, weet hij, gaat het niet als decaan.
‘Geert stond daarmee voor zijn faculteit, maar had ook oog voor gerechtvaardigde belangen van andere faculteiten. En als het er eens op aankwam, dan ging het belang van het geheel, van zijn universiteit, voor dat van zijn faculteit. De Leidse universiteit raakt een groot bestuurder kwijt.’
Professor Kurt Deketelaere –secretaris-generaal van de League of European Research Universities (LERU) en hoogleraar aan de KU Leuven bij het instituut voor Milieu- en Energierecht.
‘Precies zes jaar geleden bekeek ik met Geert de mogelijkheden om een groep op te richten voor de LERU Natural Sciences Deans. Na de nodige overwegingen en akkoorden richtten we deze groep uiteindelijk op met Geert als eerste voorzitter. Een taak die hij met de nodige ernst, maar ook humor, ter harte nam. Hij slaagde er dan ook in om de bètadecanen binnen LERU en in Brussel snel op de kaart te zetten met belangrijke papers rond onder andere collaborative research en research infrastructures.
‘LERU zal Geert missen als voorzitter van de bètadecanen: anticiperend, diplomatisch, maar altijd doelgericht en efficiënt. Geen wonder dat het Nederlands Instituut voor Ecologie hem heeft aangetrokken als nieuwe directeur!’
(Tekst gaat verder onder foto)
Hans de Iongh – universitair hoofddocent bij het CML en gast-professor bij de Universiteit Antwerpen
‘Ik ken Geert al meer dan 25 jaar. In de jaren ‘90 werkten we beiden bij het CML op de Garenmarkt op verschillende afdelingen. Later werd dit contact intensiever. Gezamenlijk begeleidden we een groot aantal promovendi en brachten een veelvoud aan publicaties uit. Onze samenwerking was ongelofelijk plezierig en productief. Geert delegeerde veel en gaf ook veel vertrouwen, maar wist op cruciale momenten ook grote lijnen aan te geven en fouten te corrigeren.
‘Ook als decaan nam Geert, ondanks zijn drukke agenda, altijd de tijd voor overleg met promovendi. Hoogtepunten waren onze veldbezoeken aan promovendi in Indonesia en Kenia. Wij blijven de komende jaren hopelijk samen drie Keniaanse promovendi begeleiden.’
Laura Bertola – oud-promovenda van Geert, post-doc aan de City University of New York
‘Tijdens mijn promotietraject bij het CML was Geert mijn promotor. Ik werkte aan de genetica van leeuwen. Dit onderwerp viel niet direct binnen het kernonderzoek van het CML, maar er was wel een sterke vakgroep die aan ecologie van carnivoren werkte. Geert heeft de gave om direct relevante vragen te stellen en te zien waar een redenatie of onderzoeksplan zwakke punten vertoont. Ondanks een volle agenda als decaan was hij altijd beschikbaar om kritisch naar een manuscript te kijken of te overleggen. Ook kort dag, bijvoorbeeld toen bleek dat een rivaliserende onderzoeksgroep net een soortgelijke dataset had gepubliceerd. Ik heb dat altijd zeer gewaardeerd.’
(Tekst gaat verder onder de foto)
Edgar Groenen – emeritus hoogleraar Experimentele natuurkunde en voormalig vice-decaan Wiskunde & Natuurwetenschappen
‘Geert was de tweede decaan waar ik als vice-decaan mee samenwerkte. Als eerste actie wist hij mij te strikken voor een verlenging. Ik heb er geen spijt van gehad en daaraan heeft de goede en plezierige samenwerking met hem zeker bijgedragen. Geert is een aimabel mens, hij luistert goed, stelt scherpe vragen en komt snel tot de kern van de zaak; eigenschappen die hem hebben geholpen een diverse faculteit succesvol te besturen. Naast een kundig decaan bleef Geert een actief wetenschapper. Voor die wetenschap krijgt hij vast meer tijd in zijn nieuwe baan, die hem op het lijf geschreven is.’
Martina Vijver – Hoogleraar Ecotoxicologie bij het CML
‘Geert en ik hebben samen top-onderzoek gedaan en zullen dit zeker voortzetten. Met vernuftige veldexperimenten keken we met verschillende promovendi hoe watervlooien en andere ongewervelde waterdieren reageren op metaaldeeltjes en gewasbeschermingsmiddelen. Momenteel onderzoeken we de impact van landbouwchemicaliën op aquatische levensgemeenschappen en aanpalende ecosystemen in het prachtige openlucht laboratorium Levend Lab. Mede door zijn enthousiaste steun is dat nu een plek waar veel onderzoekers samenkomen en innovatieve testen uitvoeren in een veldsituatie.
‘Geert is iemand die kan schakelen tussen bestuur, onderzoek en gewoonweg “de schep in de klei steken”. Wat is het fijn om met hem samen te werken. Geert weet mensen te laten groeien!’
CV Geert de Snoo
Geert de Snoo (1961) studeerde biologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en werd daarna onderzoeker bij het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) van de Universiteit Leiden. Gedurende zijn promotieonderzoek (1995) onderzocht hij de potentie van onbespoten akkerranden voor milieu, natuur en de landbouwpraktijk. Na zijn promotie verwierf De Snoo verschillende subsidies van NWO, de EU, overheden en bedrijfsleven. Ook was hij hoofd van de afdeling Milieubiologie bij het CML. In 2003 werd hij bijzonder hoogleraar Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer aan de Universiteit Wageningen.
Sinds 2009 is De Snoo hoogleraar Conservation Biology in Leiden. Tussen 2009 en 2012 was hij directeur van het Centrum voor Milieuwetenschappen. Tevens was hij gedurende vijf jaar lid van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Hij was initiatiefnemer van het Leiden-Delft-Erasmus Centre for Sustainability. Tot nu begeleidde De Snoo circa 30 promovendi. Zijn huidige onderzoek richt zich op het natuurbeheer in het boerenland en op de effecten van bestrijdingsmiddelen voor natuur en milieu. De Snoo draagt wetenschappelijke inzichten ook breder uit, voor beleidsmakers en een breed publiek en wordt regelmatig als deskundige gevraagd door de media. Sinds 2012 is De Snoo decaan van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen.