Pieter van Vollenhoven wil af van gesjoemel met veiligheid
Zijne Veiligheid wordt Pieter van Vollenhoven ook wel genoemd. De rechtenalumnus van de Universiteit Leiden was dinsdag 4 juni terug bij zijn alma mater voor het symposium ‘Een kritische waakhond voor de veiligheid?’, ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag. Met veel hoog bezoek en interessante discussies. ‘Een waakhond? Ik ben meer voor een roedel.’
‘Nederland is het veiligste land ter wereld, maar we zijn vaak door het oog van de naald gekropen’, aldus oud-voorzitter van de Gezondheidsraad en de WRR André Knottnerus. Hij is een van de sprekers op het symposium ‘Een kritische waakhond voor de veiligheid?’. Nederland mag bekend staan als veilig, maar de beelden van de monstertruck in Haaksbergen, de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam staan in ons geheugen gegrift. En de trillende huizen in Groningen, en vooral de opvolging daarvan, is ‘de grootste schande van Nederland’, zegt Tjibbe Joustra in zijn voordracht. Hij volgde Pieter van Vollenhoven op als voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, en werd zelf vorige maand opgevolgd door Jeroen Dijsselbloem.
Inspectie alleen op afspraak
Van Vollenhoven, met een lange loopbaan op het terrein van veiligheid, maakt zich zorgen over gesjoemel met veiligheidsregels. ‘Daarnaast brengen we lessen die we leren uit veiligheidsonderzoeken, niet in praktijk.’
Hij vindt het redelijk dat veiligheid tegenwoordig niet meer alléén een taak van de overheid is. Maar het ‘geen betutteling’ dat het mantra is geworden, net als ‘zelf reguleren’, heeft geleid tot een zich te ver terugtrekkende overheid, vindt hij. ‘Inspecties zijn tegenwoordig alleen op afspraak! Komt het niet uit, dan komen we niet! En we kijken alleen je papieren na, want tussen de machines lopen is hinderlijk. De tijdsduur van de inspectie werd belangrijker dan de kwaliteit. En je moest ervoor gaan betalen! Dus werd snelheid nog belangrijker.’
Container met gifgas
Hoe onveilig je in Nederland kunt zijn, werd pijnlijk duidelijk in het verhaal van onderzoeksjournalist Kees van den Bosch, van radioprogramma Argos. ‘Leonie uit Emmen kreeg in 2010 hoofdpijn, concentratieproblemen en werd misselijk. Ze kon maanden niet naar school, neurologisch onderzoek leverde niets op. Na een paar weken kreeg haar broer Stefan het ook. Na vijf maanden bedacht hun moeder dat de klachten waren begonnen na aankoop van een nieuwe matras bij BeterBed. Van den Bosch: ‘Ik sprak Leonie twee weken geleden en het gaat nu goed.’ Haar matras kwam uit een container die in het land van herkomst was behandeld met gas tegen ongedierte. ‘Telkens als Leonie zich omdraaide in bed werd ze zieker.’ BeterBed ondernam actie en haalde matrassen terug, maar hoeveel onontdekte vrachten met giftige goederen zijn gewoon bij consumenten gekomen?
Waar was de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, vroeg Van den Bosch aan deze instantie. We houden ons niet bezig met gif in containers, kreeg hij als antwoord. Dus blijft de situatie onveranderd. Van den Bosch: ‘Journalisten kaarten deze misstanden aan, de overheid – namelijk de inspectie – doet dat niet. Is het om de economische waarde van de Rotterdamse haven?’
‘Veiligheid is een casinospel geworden’
Het evenement in Haaksbergen, waarbij in 2014 een monstertruck op het publiek inreed, had gewoon een vergunning. Van Vollenhoven: ‘Omdat het goed was voor de economie. Maar er waren wel drie doden en 28 gewonden. Veiligheid is een casinospel geworden.’ Van Vollenhoven wil dat er een onafhankelijke Nationale Veiligheidsinspectie komt, een ‘waakhond’ om structureel toezicht te houden op onze sociale, fysieke en digitale veiligheid.
Jan van den Bos wil daar iets over zeggen. Het beeld van een waakhond spreekt de inspecteur-generaal van de Inspectie leefomgeving en transport wel aan: ‘Die kan blaffen, bijten en speuren. Maar ik ben meer voor een roedel honden. Want waken over transport is weer iets heel anders dan waken over voedsel.’
Erg gevoelig
Jeroen Dijsselbloem, de kersverse voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, is wel een hondenliefhebber, zegt hij. ‘In mijn ogen is een roedel nodig. Elk dier heeft in een roedel zijn eigen rol. Je moet een waakhond niet laten speuren. Die moet blaffen, inclusief naming and shaming.’ Hij geeft toe: in zijn tijd als Kamerlid had hij te maken met wel erg veel verschillende inspecties. ‘Het kabinet waarvan ik deel uit maakte, heeft dat horizontaal strak getrokken.’ Maar nog steeds zitten er dingen scheef, erkent de oud-minister van Financiën. ‘Zo is een inspecteur-generaal soms ook lid van de bestuursraad van het ministerie waarvan hij deel uitmaakt. Kan dat wel?’ Het liefst ziet Dijsselbloem een nieuwe wet die de bestaande inspecties, met vaak verschillende bevoegdheden, meer onafhankelijkheid geeft.
Volkskrant-journalist Remco Meijer vraagt zich af wie het initiatief voor zo’n wet moet nemen. In de discussie die volgt blijkt dat het voor ministers erg gevoelig ligt. En een wet is ook niet alles: Dijsselbloem vertelt dat ministers wettelijk jaarlijks moeten rapporteren aan de Tweede Kamer over de bevindingen van hun inspecties. ‘Dat is vele jaren niet gebeurd. Ik stel voor dat wij dat als Onderzoeksraad gaan aanvullen.’
In de pauze spreek ik de Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen over asbestdaken en zonnepanelen, over Q-koorts en over windmolens. En over de code oranje die het KNMI heeft afgekondigd voor die avond. Steeds weer die codes… Zou het KNMI zich willen indekken? Voor het geval dat de NS zich ook wil indekken en straks de treinen preventief stillegt, vertrek ik richting station.
Tekst: Rianne Lindhout
Foto’s: Monique Shaw