Cluedo met klanken
Misdrijven helpen oplossen met spraakanalyse. Dat is kort gezegd waar Meike de Boer (26) zich voor inzet met haar promotieonderzoek. ‘Door te analyseren hoe iemand ‘eh’ zegt, kun je die persoon helpen identificeren. Hopelijk ook als die persoon verschillende talen spreekt.’
Meer dan twintigduizend telefoongesprekken worden jaarlijks in Nederland afgetapt door opsporingsdiensten. Maar hoe weet je zeker of je de verdachte hoort? Wat als diens stem vervormd wordt? Of de verdachte beweert dat iemand anders met zijn telefoon heeft gebeld? De forensisch taalkundige kan hier uitsluitsel over geven. Meike de Boer draagt bij aan verbetering van deze opsporingsmethode door haar promotieonderzoek.
‘De klank eh staat centraal in mijn onderzoek’, vertelt De Boer. ‘Ik verricht metingen aan geluidsopnames van eh: hoe lang zijn ze, hoe klinken ze, wat is de toonhoogte? Mijn specifieke vraag is of de taal die iemand spreekt dit beïnvloedt. Oftewel: zeggen mensen in verschillende talen op dezelfde manier eh?’ Het vakgebied is vrij nieuw: hoe meer wetenschappelijke onderbouwing, hoe beter spraakherkenning kan helpen bij het opsporen of uitsluiten van verdachten.
Al van jongs af aan had De Boer een groot rechtvaardigheidsgevoel. ‘Als kind vond ik regels naleven belangrijk. Als ik met een vriendinnetje en haar moeder naar school fietste, weigerde ik door rood te gaan als zij dat wel deden.’ Dit vertaalde zich later in de wens om agent te worden. ‘Ik ging naar open dagen van de politieacademie, maar de sporttest schrikte me af. Bovendien deed ik regelmatig mijn ogen dicht als ik naar politieseries keek, omdat ik het te spannend vond.’
Relevantie
Na een mentale omweg langs geneeskunde (‘dat sloot het beste aan op mijn profiel’), kwam De Boer terecht bij Communicatie- en Informatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. ‘Ik vond de opleiding van mijn tweede keus eigenlijk veel leuker, maar na een tijdje miste ik maatschappelijke relevantie. Totdat we het vak Forensische Taalkunde kregen: ik kon mijn kennis gebruiken in forensische toepassingen.’
Het inspireerde De Boer om de studie Criminologie er bij op te pakken en een master Rechtspsychologie in Maastricht te volgen. Toen ze die master bijna had afgerond, hoorde ze over de nieuwe master Forensic Linguistics aan de VU. Dat was precies waar De Boer zonder het te weten eigenlijk op had gewacht. ‘Na zes jaar studeren kon ik eindelijk doen wat ik écht wilde.’ Nog voordat ze deze master had afgerond, wees een docent haar op de promotieplek in Leiden. ‘Ze vroegen een afgeronde master Taalkunde, maar die had ik nog niet, en ik richtte me vooral op geschreven tekst.’ Ze reageerde toch. Toen tijdens het gesprek werd gevraagd naar haar ervaring met experimentele fonetiek, dacht De Boer geen kans te maken. ‘Ik had totaal de verkeerde achtergrond, maar ze hebben de vacature zelfs gesplitst om mij te kunnen aannemen.’
Schrijven
De Boer hoopt na haar promotie bij het Nederlands Forensisch Instituut aan de slag te kunnen. ‘Het liefst zou ik als externe taalkundige bij zaken betrokken worden, zodat ik me wetenschappelijk kan blijven ontwikkelen en mijn kennis in de praktijk kan toepassen.’ Maar ook wil ze populairwetenschappelijk schrijven over eh. ‘Het is toch een klank waar nooit iemand over nadenkt, terwijl iedereen hem gebruikt!’
Tekst: Wilke Martens
Foto: Taco van der Eb
Dit artikel verscheen eerder in Leidraad, het alumnimagazine van de Universiteit Leiden. Lees de volledige editie ook online.
Wat is... Forensische fonetiek?
Binnen de forensische fonetiek wordt gekeken naar onderlinge verschillen in de manier waarop mensen spraak produceren. Als duidelijk is hoe iemand praat of bepaalde klanken uitspreekt, helpt dat om die persoon te identificeren. In de forensische opsporing kan dat van pas komen wanneer een anoniem telefoontje is afgetapt en bepaald moet worden of het om de verdachte gaat of iemand anders.
Forensische fonetiek is onderdeel van de forensische linguïstiek (taalkunde). In dat vakgebied valt alles wat recht en taal combineert: variërend van de taal van de politie, advocaten of rechters tot de manier waarop taal als bewijs kan dienen in een rechtszaak.