Marian Klamer benoemd tot lid KNAW
Marian Klamer is benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Klamer is Hoogleraar Austronesische en Papua taalkunde en onderzoekt hoe talen daar elkaar beïnvloeden. Met deze kennis worden de migratiestromen in dat gebied gereconstrueerd waardoor bewoners inzicht krijgen in hun eigen geschiedenis, taal en cultuur.
Marian Klamer is gespecialiseerd in de lokale talen van Oost-Indonesië. In dat gebied worden honderden verschillende talen gesproken die zowel verwantschappen als grote verschillen vertonen. Klamer heeft verschillende talen als eerste in kaart gebracht en beschreven. Ze maakte met mede-onderzoekers onder andere een openbare database met informatie over ruim 141 kleine, met uitsterven bedreigde talen van 4 taalfamilies in Indonesië.
Migratiestromen reconstrueren
Klamer onderzoekt in dit gebied diverse situaties van taalcontact, en welke woorden en structuren al dan niet zijn overgenomen door dat contact, of geërfd. Ze bestudeert de omstandigheden waarin dit gebeurt, en kan op grond daarvan de geschiedenis en migraties van bepaalde groepen reconstrueren. Dit alles geeft informatie over de evolutie van taal in het algemeen, en over de geschiedenis van de mensen in Flores, Pantar, Alor en Timor in het bijzonder.
Klamer: 'Voor de geschiedenis in deze regio kunnen we niet terugvallen op geschreven bronnen, want die gaan maar honderd jaar terug', legt Klamer uit. 'En voor de diepere geschiedenis is archeologisch onderzoek vereist, wat hier nog niet heeft plaatsgevonden. We zijn dus aangewezen op het vinden van informatie in de talen zelf.’
Het onderzoek is niet alleen vanuit een taalkundig perspectief interessant, maar raakt ook mensen direct. Klamer en haar groep van onderzoekers ontwikkelen een schrift voor nog onbeschreven talen zodat de sprekers hun eigen geschiedenis en literatuur kunnen vastleggen, maar ook hun eigen taal kunnen gaan gebruiken in sms en chat berichten. Bovendien zijn of worden alle opnames die zij in haar onderzoeken heeft verzameld gearchiveerd in The Language Archive, en zo bewaard voor het nageslacht.
We vroegen Marian Klamer wat de KNAW benoeming voor haar betekent. Wat zij zelf belangrijk vindt van haar onderzoek en of zij dat terug laat komen in haar onderwijs:
Wat betekent het KNAW lidmaatschap voor jou en voor je onderzoek?
'Het is een enorme eer, en een heel belangrijke erkenning voor het werk dat ik deed en doe, samen met alle collega’s en studenten door de jaren heen. Ons werk betreft deels het invullen van witte plekken op de taalkaart van de wereld, en het uitzoeken van hoe veranderingen plaatsvinden in “kleine” talen in een niet-Westerse context die niet geschreven worden. Niet iedereen in de taalkunde vindt zulk “pionierswerk” even relevant, want de vondsten zijn dan misschien wel nieuw, maar soms ook nogal basaal. En omdat we werken in arme, afgelegen gebieden is er nog weinig aandacht voor vanuit het Indonesische centrum Java. Ik denk dat het zeker kan helpen als men ziet dat de KNAW ons werk heeft gezien én gewaardeerd - bijvoorbeeld bij het aanvragen van onderzoeksvergunningen en -subsidies.'
Wat draagt kennis over de talen in Oost-Indonesië bij aan de maatschappij? Begrijpen mensen elkaar beter en leidt dat tot minder burger-spanningen? Of meer verankering met identiteit?
'Dat het Indonesisch intussen door vrijwel iedereen in Indonesië gesproken wordt is natuurlijk prachtig. Iedereen in die gigantische archipel met duizenden eilanden en ruim 700 talen kan elkaar tenminste verstaan. Maar taal is niet alleen een communicatiemiddel, het is ook de drager van immaterieel erfgoed: poëzie, liederen, rituele uitingen, literatuur, orale geschiedenis, wijze spreuken over het omgaan met de natuur en elkaar, al dat soort zaken zitten in een taal vervat. Op dit moment worden al die honderden lokale erfgoeden weggedrukt door het Indonesisch, omdat ouders de lokale taal niet meer spreken met hun kinderen. Wij proberen mensen ervan bewust te maken dat dit betekent dat als hun generatie er niet meer is, hun kinderen met de taal ook al die andere dingen kwijt zijn. Het is heel goed mogelijk om twee, drie, vier talen te spreken; dus kinderen kunnen best én Indonesisch leren op school én de lokale taal blijven spreken. Het is interessant om te zien dat in de 15 jaar dat er nu taalkundigen op die eilanden werken, sommige groepen trotser zijn geworden op hun eigen taal, en nu bewuster kiezen om de taal te blijven spreken met hun kinderen. Dat geeft meer verankering met hun lokale identiteit, cultuur en geschiedenis, die in allerlei opzichten totaal anders is dan de cultuur op Java of Sumatra. Met de kennis die wij verzamelen over de talen in Oost Indonesië lichten we een tipje van de sluier op van de enorme rijkdom en diversiteit zichtbaar die dat land nog heeft met al die honderden volken, talen, en culturen; echt fenomenaal.'
Hoe breng je jouw onderzoek en expertise over taal naar het onderwijs?
'In mijn onderwijs probeer ik studenten te laten nadenken over de basisvraagstukken in de taalkunde. Als je een nog onbeschreven taal in kaart brengt, dan begin je met alleen het horen van een stroom van klanken en verder weet je nog niks. Welke stappen zet je dan om erachter te komen welke klanken betekenisvol zijn, hoe woorden eruit zien in die taal, waar een zin begint en eindigt, en wat de woorden betekenen? Automatisch lopen studenten dan tegen allerlei vragen aan, en de taalwetenschap biedt allerlei theoretische en praktische instrumenten om die op een slimme manier te beantwoorden. Maar je snapt pas goed of en hoe een model of theorie in de taalkunde werkt als je die zelf hebt toegepast bij de analyse van primaire data. Dat is wat ik studenten graag laat ervaren. Ik begeleid regelmatig studenten die voor hun scriptie veldwerk doen in Indonesië. Het is ontzettend moeilijk om zelf een taal in kaart te brengen, maar het is ook een spannende puzzeltocht waar je met de sprekers van die taal uit moet komen, en waar je enorm veel voldoening aan kan beleven als het lukt. En het zet vraagtekens bij Eurocentrische ideeën over hoe taal in elkaar zit, hoe mensen zich gedragen, wat je wel en niet mag zeggen in bepaalde situaties.'
Over KNAW leden
De KNAW heeft negentien nieuwe leden gekozen. Leden van de KNAW, vooraanstaande wetenschappers uit alle disciplines, worden gekozen op grond van hun wetenschappelijke prestaties. De KNAW telt circa vijfhonderdvijftig leden. Een lidmaatschap is voor het leven. Op maandag 16 september worden de nieuwe Akademieleden geïnstalleerd.