Zwaardvechten voor de wetenschap
Leidse archeologen maakten zwaarden uit de Europese bronstijd na en zetten gevechten in scene om te achterhalen hoe prehistorische gevechten eraan toe gingen. Publicatie in het Journal of Archaeological Science, op 25 maart.
De Leidse experimenteel archeologen Valerio Gentile en Annelou van Gijn hebben zwaardvechters met nagemaakte bronzen zwaarden laten vechten, om zo de gebruikssporen op echte zwaarden uit de Bronstijd te kunnen duiden. Ze werkten samen met experts in oude vechtsporten om gevechtssituaties zo goed mogelijk na te bootsen, en vergeleken de ‘gevechtsschade’ met sporen op originele zwaarden uit de Bronstijd uit de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
Gebruikssporen analyseren
De onderzoekers lieten de krijgers verschillende slagen uitwisselen en bestudeerden wat voor sporen die vechtbewegingen op de randen van de replica’s achterlieten. Die werden vervolgens onder de microscoop in gebruikssporen-analyses vergeleken met de sporen op de zwaarden uit de Bronstijd uit het museum. Zo konden ze ze afleiden welk type gevechtsbeweging een bepaald spoorop een zwaard had veroorzaakt, en bewijzen dat sommige originele zwaarden uit het RMO inderdaad zijn gebruikt om mee te vechten. Veel zwaarden uit de Bronstijd zijn gevonden in rivieren of op andere plaatsen in de natuur waar ze ritueel werden achtergelaten bij wijze van offer. Het Leidse onderzoek heeft nu aangetoond dat dat gebeurde nadat ermee was gevochten.
Ontdekken van gevechtstradities
‘Het was even inzichtelijk als spannend om te zien hoe en waar gevechtssporen op de zwaarden ontstonden’, zegt Gentile, eerste auteur van het artikel. ‘We zijn nu niet alleen beter uitgerust om de sporen van gevechten op oude zwaarden te herkennen, we kunnen ook herleiden hoe prehistorische gevechten er aan toe gingen. Op deze manier kunnen we wellicht inzicht krijgen in de mate van professionaliteit en de vaardigheid van prehistorische krijgers. Ook helpt het om verschillende vechttradities in de Europese Prehistorie te ontdekken.’
Kader voor verder onderzoek
Door wapens uit de Bronstijd te onderzoeken worden belangrijke vragen beantwoordt over prehistorische metaalbewerking. Het onderzoek is zo opgezet dat het ook een kader biedt voor andere onderzoekers om op soortgelijke wijze te werk te gaan.
Beeld: Valerio Gentile/Universiteit Leiden
Tekst: Corine Hendriks
Mail de redactie
De Bronstijd
Het gebruik van brons, een legering van koper en tin, vond op verschillende plaatsen op de wereld op verschillende momenten ingang. In Europa loopt de Bronstijd van ong. 2000 tot 800 v.Chr. Brons raakte in zwang toen men ontdekte dat koper veel sterker werd als het metaal werd aangelengd met tin. Het gebruik van gesmolten metaal voor het maken van wapens of gereedschap ten opzichte van steen, been of hout had een groot voordeel: doordat je het kon gieten, werd vrijwel elke vorm mogelijk. En omdat met behulp van mallen voorwerpen in grote hoeveelheden konden worden geproduceerd, werd ook de handel gestimuleerd.
Het artikel getiteld 'An in-depth experimental investigation and interpretation of combat traces on Bronze Age swords' verscheen op 25 maart in het Journal of Archaeological Science.
Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de hulp van smid Jeroen Zuiderwijk die de replica's maakte, en de twee zwaardvechters Casper van Dijk en Jaap Hoogendoorn. Het project is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).