Vici-beurs voor cognitief psycholoog Sander Nieuwenhuis
Een van de eersten die Sander Nieuwenhuis feliciteert met zijn belangrijkste Nederlandse onderzoekbeurs is de historicus Herman Paul, eveneens succesvol in deze Vici-ronde: ‘Leuk om te zien dat het ons allebei is gelukt.’ De Leidse cognitief psycholoog Nieuwenhuis vertelt over de zenuwslopende subsidieaanvraag en wat hij met het geld van plan is bij politie en sport.
Samen zaten ze in een hotel ergens in de buurt van de Dom in Utrecht te wachten op hun beurt bij de Vici-commissie, Sander Nieuwenhuis en Herman Paul. ‘Dan denk je toch: zou hij, zou ik’, memoreert Nieuwenhuis. Twee en een halve maand heeft hij daarna in spanning gezeten, tot het verlossende woord van de nationale wetenschapsfinancier NWO - Social Sciences and Humanities. ‘Ik ben blij dat dit de laatste keer is met al die stress voor zo’n interview.’
Een Vici krijg je niet zomaar cadeau
Nieuwenhuis vertelt over de merkwaardige gang van zaken bij de presentatie voor de NWO-commissie. ‘Jij bent de expert, in heel Europa zo’n beetje en dan zit je voor een commissie met tien leden uit allerlei richtingen die er nauwelijks verstand van hebben, bijvoorbeeld een econoom en een historicus. Iedereen die een aanvraag indient zit daar natuurlijk mee. Met de expert in de commissie had ik geluk. Want ik had me werkelijk geen betere kunnen wensen dan Leo Kenemans (UU), een prettige collega zonder ‘conflict of interest’.’ In zo’n commissie heerst een gekke dynamiek, schetst Nieuwenhuis. 'Alle tien leden geven een cijfer dat evenveel gewicht in de schaal legt. Dan is de input van je expert wel heel belangrijk. Die moet de anderen overtuigen dat deze man echt niet zonder Vici verder kan met zijn onderzoek.'
Pakket van onderzoekstechnieken
Voor dat onderzoek kan Nieuwenhuis nu met twee PhD’s en twee postdocs zijn onderzoeksgroep uitbreiden. Daarmee wil hij mensen uitnodigen in zijn lab om hun arousal te meten en te manipuleren. Bij arousal is je centrale en autonome zenuwstelsel actief, wat je kunt meten via de pupilgrootte en kunt beïnvloeden met een pil. Wat gebeurt er door deze arousal-schommelingen met je cognitieve functies en je hersenactiviteit? Om dit te onderzoeken maakt Nieuwenhuis ook gebruik van MRI en EEG, kortom het hele pakket van cognitieve neurowetenschappelijke methoden. Daarnaast kijkt Nieuwenhuis over de grenzen van zijn vakgebied naar wiskundige modellen en werkt hij samen met Birte Forstmann en andere collega’s van de UvA, in Amerika en Duitsland.
Bij politie en sport
Waaraan hij zijn subsidie te danken heeft? ‘Mijn CV’, weet Nieuwenhuis direct, ‘in combinatie met mijn presentatie en mijn voorstel met daarin de paragraaf over kennisbenutting en de praktische relevantie van mijn onderzoek.’ Hij wil bij de politie het effect van stress meten op beslissingen nemen. ‘Deze agenten hebben schommelingen in hun niveau van arousal, net als de mensen die ze aanhouden.' O ja, dit is ook leuk, vervolgt Nieuwenhuis enthousiast. ‘We willen bij sporters het effect meten van arousal op hun cognitie en op hun motoriek tijdens de training van kracht en coördinatie. Werkt het beter om je aandacht te richten op de spieren die je traint of werkt de training beter met muziek van een koptelefoon die je afleidt van de pijn in je spieren?'
Nieuwe wetenschapstandaard
Een kink in de organisatorische kabel is het gebrek aan laboratoriumruimte en werkplekken in het Pieter de la Courtgebouw dat uit de voegen barst wegens succes van meerdere psychologen, zoals Eveline Crone, Carsten de Dreu, Bernet Elzinga, Andrea Evers en zijn directe collega Mariska Kret. Van tegenwindproblemen heeft Psychologie in Leiden geen last. De imagoschade door de integriteitsschandalen in de media heeft geen impact op de hoeveelheid geld via subsidies. ‘Maar dat komt ook omdat wij vanuit het vakgebied actief hebben gereageerd met opschonen. We stellen nu hogere eisen aan de ‘sample size’. Redacties van vaktijdschriften vragen nu eerst om een studie te repliceren voor zij tot publicatie overgaan. Die redacties zijn zelf wetenschappers, net als de leden van de commissies van de subsidieverstrekkers. Op deze manier leggen we een nieuwe standaard op.’
Nieuwe ethiek
‘Good science’ geeft Nieuwenhuis als ander voorbeeld van nieuwe tijden in de wetenschap. Aan de discussie daarover, ook op sociale media nemen veel psychologen deel die zo meehelpen aan een nieuwe ethiek. Nieuwenhuis: ‘Er is veel misgegaan, maar we zijn ook hard op weg om ons te verwijderen van het grijze gebied van ‘questionable research practises’, waarin bijvoorbeeld de affaire Stapel kon ontstaan. Er is nu meer toezicht, doordat we in Leiden alle onderzoekdata bewaren in een openbaar archief. Iedereen kan de gegevens opvragen en downloaden, wat de transparantie bevordert. Bovendien zijn er op dit moment tientallen replicastudies gaande in labs in Europa met als resultaat dat soms een vakgebied op drijfzand blijkt te berusten.
Banner: Sander Nieuwenhuis in het Pieter de la Courtgebouw (Foto: Olivier de Winter)