Gasthoogleraar archeologie in China: ‘Met mijn expertise help ik de onderzoeksgroep vooruit’
Thijs van Kolfschoten is begin deze maand officieel benoemd tot gasthoogleraar paleolithische archeologie aan de Shandong University in China. Zijn eerste college heeft hij al gegeven, maar wat gaat hij verder doen? We spraken hem na zijn eerste weken in China.
Het specialisme van Thijs van Kolfschoten is archeo- en paleozoölogie: het onderzoek naar de resten van zoogdieren uit lang vervlogen tijden. Dat is de reden dat de Leidse hoogleraar – sinds kort met emeritaat – gevraagd is door Shandong University om een gasthoogleraarschap bij hen te komen vervullen. ‘Tot voor kort had Shandong geen specialisatie op het gebied van de oudere steentijd, het Paleolithicum,’ legt Van Kolfschoten uit. ‘De universiteit heeft daarop hoogleraar Zhan-Yang Li aangesteld, om hiervoor een onderzoeksgroep op te zetten. ‘Zo’n groep heeft expertise nodig die ze zelf niet in huis heeft. Vandaar dat ik gevraagd ben als versterking. Mijn ervaring en internationale connecties helpen om het onderzoek naar een internationaal hoger niveau te tillen.’
Grootschalige opgravingen
Shandong is een grote provincie, vele malen groter dan Nederland en herbergt vele archeologische vindplaatsen. Uit de recente geschiedenis, maar vooral ook uit het Neolithicum en de Bronstijd. De universiteit heeft meerdere grootschalige opgravingsprojecten, waar staf en studenten jaarlijks enkele maanden onderzoek doen, vertelt Van Kolfschoten. ‘Dat was tot nu toe dus vooral gericht op die vroegere perioden, het Paleolithicum komt daar nu bij.’
Botten als werktuig
De kersverse hoogleraar gaat zich allereerst op het onderzoek richten: hij gaat aan de slag met materiaal afkomstig van de vindplaats Lingjing. Daar zijn tot nu toe zo’n 50.000 botten opgegraven die onderzocht moeten worden. Deze geven inzicht in de omstandigheden waarin de vroegere mens geleefd heeft, zijn dieet en hoe hij botten gebruikte als werktuig. ‘Op dit moment inventariseer ik de botten die mogelijk als benen hamer zijn gebruikt, bijvoorbeeld om andere botten kapot te slaan en zo bij het voedzame merg te komen.’ Naast eigen onderzoek helpt Van Kolfschoten waar mogelijk de Chinese archeologen bij het coördineren van het onderzoek.
Stagemogelijkheden voor Leidse studenten
De enorme schat aan materiaal biedt ook kansen voor Leidse archeologiestudenten. Zij kunnen in de toekomst stage gaan lopen bij de vele projecten die hier uitgevoerd worden. ‘Die studentuitwisseling wordt makkelijker nu ik hier regelmatig rondloop,’ zegt Van Kolfschoten. Vakken volgen in China zal niet zomaar gaan: alle colleges worden in het Chinees gegeven. ‘Maar vrijwel alle stafleden hebben in het buitenland gestudeerd en spreken goed Engels. Dus het zal voor onze Leidse studenten geen probleem zijn om in projecten mee te draaien.’
800 kilometer tussen college en opgraving
Zelf onderwijs geven volgt mogelijk in een latere fase van zijn gasthoogleraarschap. Onderzoek en onderwijs combineren is praktisch gezien een probleem. ‘De plaatsen waar ik onderzoek doe, rond Zhengzhou, en de stad waar college geven wordt, Jinan, liggen ruim 800 kilometer uit elkaar.’ Bij de ceremonie waarin Van Kolfschoten officieel werd benoemd, heeft hij wel een eerste college gegeven. Dat had de titel The Power of Bones en ging over de potentiële informatie die je van dierlijke overblijfselen kunt aflezen, zoals de ouderdom van een vindplaats, het klimaat waarin de vroegere mens leefde, wat hij at en welke exotische dieren er leefden. Van Kolfschoten: ‘Studenten in China zijn, mede door de taalbarrière, nog al afwachtend of verlegen en komen vaker achteraf na mij toe met vragen. Of soms om een selfie te maken!’
Meer buitenlandse wetenschappers in China
De aanstelling van Van Kolfschoten is in het kader van het ‘111-programma’, een vijfjarig programma van de Chinese overheid, met als doel de Chinese universiteiten en onderzoeksinstituten te versterken door vooraanstaande buitenlandse wetenschappers aan te trekken. De Leidse archeoloog is de eerste onderzoeker die hiervoor bij Shandong University is aangesteld. ‘China is voor mij een nieuw gebied met vele mogelijkheden en in de toekomst ongetwijfeld nieuwe spannende ontdekkingen. Het is bovendien een heel boeiend land,’ zegt Van Kolfschoten.
Fascinerend verkeer
In zijn eerste weken in China, liep de hoogleraar dagelijks door de oude binnenstad van Zhengzhou naar het onderzoeksinstituut, een wandeling waarbij hij zijn ogen uit keek. ‘Het is bijvoorbeeld fascinerend om te zien hoe men in het verkeer hier met elkaar omgaat. Ieder zoekt zijn weg en dat wordt geaccepteerd. Die acceptatie vervangt alle regels.’ Hij is erg blij met zijn nieuwe aanstelling. ‘Ik heb het gevoel dat ik hier een bijdrage lever aan de ontwikkeling van het vakgebied, dat is heel inspirerend.’
Tekst en beeld: Marieke Epping
Mail de redactie
Foto boven artikel: Welke werktuigen gebruikten onze voorouders? En hoe maakten zij deze? Ook dat is een onderdeel van archeologisch onderzoek.