Honderd jaar onderwijsbeleid in 5 cruciale momenten
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bestaat dit jaar 100 jaar. Bij die gelegenheid maakte beleidshistoricus Pieter Slaman een lijvig overzichtswerk van het jarige departement. We blikken terug in 5 cruciale momenten.
1917: Iedereen zijn eigen school
Slaman: ‘Een jaar voor de geboorte van het ministerie was de zogeheten pacificatie een feit. Daarmee kwam een einde aan de jarenlange schoolstrijd tussen groepen met verschillende levensbeschouwelijke opvattingen, zoals katholieken, protestanten, socialisten en liberalen. In 1917 werd afgesproken dat iedere groep zijn eigen onderwijs mocht organiseren op kosten van de samenleving. In ditzelfde jaar werd ook het algemeen kiesrecht ingevoerd. Iedereen begreep: binnenkort wordt ook het onderwijs toegankelijk voor de massa. De eeuw van het volk was geboren.’
1963: Versplinterd speelveld opruimen
‘Alle denominaties waren nu weliswaar vrij om een eigen school op te richten, het droeg wel bij aan een enorme versplintering. Je had scholen voor alle geloven en levensbeschouwelijke overtuigingen, ambachtsscholen, meisjesscholen, gymnasia voor de elite, enzovoorts. De individuele leerling was daar vaak de dupe van. Het was bijvoorbeeld bijna nergens mogelijk om binnen één school over te stappen naar een hoger of lager niveau. Met de Mammoetwet stelde de overheid paal en perk aan deze vergruizing van het onderwijssysteem. Er kwam een duidelijke structuur met niveaus: mavo, havo en vwo.’
"Een terugkerend dilemma: de vrijheid van schoolvorming staat vaak haaks op de belangen van de individuele leerling."
1985: Hoger onderwijs voor de massa
‘Het aantal studenten op hbo’s en universiteiten steeg in deze jaren razendsnel. In de afgelopen eeuw verhonderdvoudigde het aantal studenten, tot zo’n 750.000 vandaag. Het was een direct resultaat van de democratisering van het onderwijs: je talent was doorslaggevend, niet je afkomst. De enorme toeloop zorgde er wel voor dat de overheid niet alles meer kon regelen. Met de Nota hoger onderwijs: autonomie en kwaliteit bepaalde het ministerie dat universiteiten eigen beslissingen konden nemen over het onderwijsaanbod. Het ministerie zou voortaan alleen nog controleren op kwaliteit door middel van accreditaties, die universiteiten en hogescholen onderling moeten uitvoeren.’
1995: Van kleinschalig beroepsonderwijs tot megaschool
‘Met de Wet educatie en beroepsonderwijs werd ook het beroepsonderwijs geprofessionaliseerd en opgeschaald. Losse opleidingen voor bijvoorbeeld meubelmakers of lassers werden samengevoegd tot grootschalige ROC’s en mbo’s. Dat maakte de efficiëntie en doorstroming weliswaar beter, maar tegenwoordig hoor je ook veel kritiek. ROC’s zijn verworden tot megascholen of leerfabrieken, zegt men dan.’
2008: De stemming slaat om
‘Het onderwijs heeft de laatste eeuw enorme organisatorische veranderingen meegemaakt. Een aanvankelijk nogal versplinterd veld met talloze piepkleine scholen is sterk geüniformeerd. Te sterk, volgens sommigen. Nu slaat de balans de andere kant op. Er gaan veel stemmen op dat de overheid zich minder met het onderwijs moet bemoeien. Daardoor is er nu veel minder steun voor ingrijpende hervormingen, bijvoorbeeld om de vorming van achterstandsscholen tegen te gaan. Dat is waarschijnlijk het belangrijkste dilemma van 100 jaar onderwijsbeleid: de vrijheid van schoolvorming staat vaak haaks op de belangen van de individuele leerling. Het lijkt ons nog niet gelukt om daarin de juiste balans te vinden.’
Ministers nemen boek in ontvangst
Pieter Slaman schreef het boek In de regel vrij (PDF) samen met andere wetenschappers in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op 25 september overhandigt hij het boek aan de ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob. Dat doet hij samen met Geert ten Dam, voorzitter van het CvB van de Universiteit van Amsterdam en voorzitter van de redactieraad van het boek. U kunt ook een gedrukte versie van het boek bestellen.