Universiteit Leiden

nl en

Gastlezing: De invloed van media-aandacht bij strafzaken en ervaringen van juridische professionals bij geruchtmakende strafzaken

“Als rechter in de zaak tegen Mohammed B. (de moordenaar van filmmaker Theo van Gogh, red.) had ik een apart telefoonnummer gekregen om de politie te bellen, voor het geval ik bedreigd zou worden”, vertelt oud-rechter Martien Diemer. “Maar in die periode deed ik nog een grote zaak, waarvoor ik weer een ander politienummer had gekregen. Dus als iemand mij destijds bedreigd zou hebben, dan had ik diegene bij wijze van spreken eerst moeten vragen om welke zaak het dreigement precies ging, voordat ik de politie kon bellen.”

Geruchtmakende strafzaken trekken ontegenzeggelijk de aandacht van de media en dat kan grote gevolgen hebben voor rechters, officieren van justitie, advocaten én verdachten. Wat is de invloed van media-aandacht op een strafproces? Speelt deze een rol bij de strafoplegging? Wat kan aandacht in de media betekenen voor de juridische professional zelf? In de facultaire Introductieweek vertelden strafrechtadvocaat Brigitte Roodveldt, advocaat-generaal bij het Openbaar Ministerie Lisan Wösten en oud-rechter Martien Diemer in een interactieve gastlezing over hun ervaringen. Jeroen ten Voorde, hoofddocent strafprocesrecht aan de Universiteit Leiden, fungeerde als moderator en leidde het gesprek met de gasten en de studenten in goede banen.

Jos B.

Een zaak die momenteel volop aandacht krijgt in de media is die van Jos B., die verdacht wordt van betrokkenheid bij de dood van de 11-jarige Nicky Verstappen in 1998. Bij het OM is ervoor gekozen om de achternaam van Jos B. bekend te maken, ook al kan dat voor Jos B. zeer belastend zijn. Wösten vertelt hierover: “Dat doe je na een zorgvuldige afweging. Deze zaak brengt natuurlijk maatschappelijke onrust met zich mee, het gaat immers om de dood van een kind. En we wisten gewoon niet waar Jos B. zat. Daarom is zijn achternaam toch bekendgemaakt.”

Advocaten vragen vaak om strafvermindering als een zaak groot in de media komt, zegt Roodveldt. “In zulke zaken vraag ik de rechter in elk geval om daar rekening mee te houden. Maar dat hangt vaak ook af van de zaak.”

Lisan Wösten
Lisan Wösten

Wees voorzichtig

De media-aandacht voor grote strafzaken maakt het voor betrokken advocaten soms verleidelijk om aan te schuiven in allerlei tv-programma’s, vertelt Roodveldt. “Veel van mijn collega’s vinden het interessant om met hun hoofd op televisie te komen. Maar ik zeg altijd: ga alleen de media in als je een boodschap hebt en als die boodschap de zaak ten goede komt.” Ook op sociale media moeten advocaten voorzichtig zijn, en dat geldt overigens ook al voor rechtenstudenten. “Pas op met wat je op Twitter zegt. Ik heb een keer iets moeten verwijderen en dat is een heel gedoe. Mijn Facebookpagina heb ik afgeschermd. Wees op sociale media ook terughoudend met bikinifoto’s of lollige foto’s als je op Dance Valley staat. Je wordt erop afgerekend, bijvoorbeeld door werkgevers als je solliciteert.”

Media-aandacht of niet, uiteindelijk bepaalt de rechter in een concrete zaak welke straf het meest gepast is. Het is daarbij volgens Diemer goed als de rechter de menselijke maat niet uit het oog verliest: “Het recht probeert een menselijke maat aan te brengen in een mateloze wereld. En aandacht van de media kan soms ook al straffend werken. Een straf is leedtoevoeging en het is goed als rechter het feit dat de dader soms zelf ook al schade heeft opgelopen mee te wegen. Een dader kan bij een delict zelf ook gewond zijn geraakt. Zo ontstaat een stapeling van schade bij de dader en daar houd je rekening mee bij een uitspraak.”

Zelfvertrouwen

Bij de vragen van studenten is er aandacht voor het spreekrecht voor slachtoffers, dat sinds 2016 verruimd is. Vinden de sprekers de verruiming rechtvaardig? “Bij levensdelicten is het spreekrecht voor nabestaanden een afsluiting van een periode”, zegt Roodveldt. “Je ziet ook wel dat sommige nabestaanden wat doorschieten, met powerpointpresentaties en dat soort dingen. Maar op zich vind ik het heel goed dat er ruimte voor is.”

Moderator Jeroen ten Voorde (rechts)
Moderator Jeroen ten Voorde (rechts)

En hoe kweek je zelfvertrouwen, om je vak goed uit te kunnen oefenen in het juridische vakgebied? Wösten merkt op dat je je zelfvertrouwen opbouwt door gewoon te beginnen en je werk te doen, het gaat om het opdoen van ervaring. Daarbij is het belangrijk dat je je bewust blijft van je rol en de macht die je hebt. “Ik kijk mezelf regelmatig aan in de spiegel en dan vraag ik mezelf af of ik mijn machtspositie goed gebruik.”

Al met al wordt het tijdens de lezing duidelijk dat of het nu gaat om een verdachte, een officier van justitie, een advocaat of een rechter: het zijn uiteindelijk allemaal mensen. "En dat is waar het in het recht over gaat: over mensen”, besluit moderator Ten Voorde de bijeenkomst.

Begrip

De lezing heeft indruk gemaakt op studenten Maaike (19) en Annelien (20). “Het zijn mensen waar je tegen opkijkt. Door hun verhalen krijg je een heel goed beeld van wat hun werk inhoudt”, zegt Annelien. “En je merkt dat deze drie vakmensen, met verschillende banen in het werkveld, wel begrip hebben voor elkaars vakgebied”, vult Maaike aan.

Hoewel veel van de aanwezige studenten aangeven een voorkeur te hebben voor het strafrecht, lijkt dit vooralsnog niet de gedroomde richting van Maaike en Annelien. “Arbeidsrecht past denk ik beter bij mij”, zegt Maaike. Annelien voelt op dit moment meer voor personen- en familierecht.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.