‘SRON en Zuid-Holland kunnen elkaar goed versterken’
SRON Nederlands Instituut voor ruimteonderzoek gaat verhuizen. In 2021 zal de Utrechtse vestiging van het instituut zich vestigen in Zuid-Holland. Pieter Dieleman, groepsleider bij SRON, vertelt waarom de verhuizing zo’n goede zet is. ‘SRON is een verbindende factor tussen Delft en Leiden’.
Het onbestaanbare maken
Pieter Dieleman is sinds 2000 werkzaam bij SRON. Hij leidt de Instrument scientists-groep, gesitueerd in Groningen en Utrecht. ‘We zijn technisch natuurkundigen,’ vertelt hij. ‘We ontwikkelen nieuwe technologieën en integreren die vervolgens zo in een instrument dat het als een robuust systeem de lancering en de barre omstandigheden in de ruimte zal overleven.’ Hiervoor werken de groepsleden samen met zowel universiteiten als ingenieurs. Ze vertalen datgene wat wetenschappers willen naar concrete instrumenteisen. ‘Op die manier kom je automatisch dingen tegen die nog niet bestaan. We maken dan dus het onbestaanbare,’ voegt hij toe.
Verbindende factor
SRON doet ruimte- en klimaatonderzoek, maar houdt zich dus ook bezig met de natuurkundige wetenschap die nodig is om nieuwe instrumenten te ontwikkelen. ‘Je kunt namelijk pas iets nieuws ontwikkelen als je precies begrijp hoe het werkt,’ legt Dieleman uit. Hij ziet SRON daarom als de linking pin tussen Delft en Leiden: ‘Door met de Delftse meer toegepaste wetenschappers samen te werken, kunnen we vernieuwende instrumenten bouwen waarmee de wetenschappers in Leiden en bij SRON weer aan de slag kunnen.’ Hij gelooft dan ook dat SRON en Zuid-Holland elkaar goed kunnen versterken.
Door de verhuizing, hoopt hij bovendien op nieuwe impulsen. ‘Als je ver van elkaar zit, kun je natuurlijk bellen of mailen. Maar dat doe je enkel als je al samenwerkt en elkaar ergens voor nodig hebt. Maar als je dichterbij bent, en samen promovendi begeleidt, word je vanzelf gefaciliteerd om te overleggen. Zo ontstaan spontaan allerlei nieuwe ideeën en samenwerkingen.’
Kennis in overvloed
‘Kijk bijvoorbeeld naar Delft. Daar is zoveel kennis. Nu we ons in de buurt vestigen, kunnen we veel serieuzer en breder kijken naar alle technische mogelijkheden. Ik denk aan de fundamentele kennis van hun natuurkunde groep, bijvoorbeeld over detectoren voor zwaartekrachtgolven, maar ook aan de optische kennis. En uiteraard de opleiding lucht- en ruimtevaarttechniek, waar de systeemkennis aanwezig is om de ontwikkelingen gestructureerd uit de voeren.’ In Leiden denkt Dieleman aan de Sterrewacht, maar ook het LIS (Leidse Instrumentenmakersschool) en het LION (Leidsch Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde) waarmee SRON gaat samenwerken op het gebied van supergeleiding.
Inloop van studenten
In Groningen is SRON gevestigd in een gebouw van de Rijksuniversiteit Groningen en is er veel contact met studenten. Dieleman hoopt dat dit in Zuid-Holland ook het geval zal zijn, maar dan in nog grotere mate: dat studenten bij SRON langskomen en kunnen stagelopen, afstuderen en promoveren. Vice versa kan SRON de studenten interessante colleges, kennis en expertise bieden. ‘Op die manier kunnen we abstracte vakken een stuk concreter maken. Bij ons kun je zien hoe de kennis wordt toegepast. We zitten tussen de universiteit en de industrie in, want we doen onderzoek én we maken dingen. Als studenten een rondleiding krijgen, kunnen we laten zien wat wij doen met de stof die zij net theoretisch behandeld hebben. Zo maken we de kennis tastbaar en hopen we studenten enthousiast te maken.’
Outreach
Dieleman is blij dat de verhuizing een kans biedt meer aan outreach te doen en kennis met het brede publiek te delen. ‘SRON, Delft en Leiden zijn trots op wat ze doen. Samen kunnen we een fantastisch pakket opzetten om mensen die meer willen weten te stimuleren. Denk aan open dagen, special events of scholieren die een studiekeuze moeten maken. Door bij SRON rond te kijken zien scholieren hoe natuurkundige principes in instrumenten worden toegepast om vragen uit de sterrenkunde of aardwetenschappen te beantwoorden.’
Dankbaar
Dieleman is blij met de toekomstige centrale locatie van SRON in Nederland. Daarom vindt hij het heel prettig zo warm onthaald te worden door Zuid-Holland. ‘Ik ben erg dankbaar dat we deze gelegenheid krijgen en op deze manier gefaciliteerd worden, in een mooi gebouw. En dat de universiteiten moeite doen om richtingen te ontwikkelen die nog beter passen bij onze ambities. ‘We willen reuze-graag de industrie van Zuid-Holland betrekken bij onze projecten. Ook willen we onze kennis delen om het onderwijs en onderzoek aan de universiteiten nog completer te maken.’
Instrumenten voor in de ruimte
Ruimteonderzoeksinstituut SRON is nu nog gevestigd in Groningen en Utrecht. Hier ontwikkelt het technologieën en instrumenten die het vervolgens gebruikt voor onderzoek vanuit de ruimte. Op grote hoogte bestudeert SRON niet alleen het heelal, maar ook de aarde zelf. ‘Vanuit de ruimte kun je namelijk in één dag de hele aarde bekijken,’ legt Dieleman uit. SRON heeft eigen wetenschappers maar werkt ook veel samen met andere kennisinstellingen. Dit zijn niet alleen sterrenkundigen of aardwetenschappers: het maken van optische instrumenten en detectoren vereist namelijk ook natuurkundigen.