Planeetvorming begint al voordat ster volgroeid is
Een team van Europese sterrenkundigen onder Leidse leiding heeft ontdekt dat stofdeeltjes rond een ster al samenklonteren voordat de ster volgroeid is. Deze samengeklonterde stofdeeltjes zijn de eerste stap in de vorming van planeten. De onderzoekers publiceren hun ontdekking in het vaktijdschrift Nature Astronomy.
Andere planeetstelsels
De afgelopen jaren ontdekten astronomen veel planetenstelsels rondom andere sterren dan de zon. Het vermoeden is dan ook dat bijna elke ster één of meerdere planeten heeft. Wetenschappers vragen zich nu af hoe en wanneer deze planeten gevormd worden en waarom er zoveel verschillen zijn in aantal en grootte. De resultaten van het zojuist afgeronde Europese onderzoek suggereren dat planeetvorming al heel vroeg in het proces van stervorming begint.
66 telescopen
De wetenschappers maakten voor hun onderzoek gebruik van de Atacama Large Millimetre Array (ALMA). ALMA is een verzameling van maar liefst 66 gekoppelde radiotelescopen op een stuk van 16 kilometer in de Atacama-woestijn in Chili. De onderzoekers richtten de telescoop op TMC1A, een nog ontwikkelende ster in het sterrenbeeld Stier.
Gebrek aan straling
De astronomen bestudeerden de protoplanetaire schijf van TMCC1A. Dit is een afgeplatte wolk van materie die ronddraait rondom een ster-in-wording. In deze schijven van gas en stof ontstaan planeten. In het schijfvormige gebied bespeurden de onderzoekers een opvallend gebrek aan straling van koolmonoxide. Ze vermoedden dat de straling werd tegengehouden door grote stofdeeltjes. Met numerieke computermodellen toonden de sterrenkundigen vervolgens inderdaad aan dat de stofdeeltjes in de jonge protoplanetaire schijf waarschijnlijk gegroeid zijn van een duizendste millimeter tot een millimeter.
Vroege deeltjesgroei
Hoofdonderzoeker Daniel Harsono (Leidse Sterrewacht) legt uit waarom de resultaten zo verrassend zijn: ‘De resultaten duiden erop dat planeten zich al vroeg in de ontwikkeling van een ster vormen. De jonge ster is nog maar op de helft tot driekwart van zijn uiteindelijke massa. Dit is nieuw.’ Daarnaast kan de vroege deeltjesgroei een verklaring zijn voor de vorming van grote planeten zoals Jupiter en Saturnus. Alleen jonge protoplanetaire schijven bevatten namelijk genoeg massa om reuzenplaneten te vormen.
Eén of allen?
Medeonderzoeker Matthijs van der Wiel (ASTRON, Netherlands Institute for Radio Astronomy) is verheugd over de duidelijke en ondubbelzinnige waarnemingen. ‘Al zou het natuurlijk kunnen dat deze deeltjesgroei tot nu toe alleen in deze ene planeetvormende schijf plaatsvindt. Misschien is deze jonge schijf wel heel speciaal.’
De onderzoekers willen nu bij andere sterren-in-wording kijken of de gas-emissie ook daar wordt tegengehouden door gegroeide stofdeeltjes . Uiteindelijk willen ze zo meer te weten komen over wanneer en hoe planeten worden gevormd.
Bron: www.astronomie.nl