Meeste gevluchte slaven bleven in het Zuiden van de Verenigde Staten
Afro-Amerikaanse slaven vluchtten in de 19e eeuw lang niet altijd naar het Noorden van de Verenigde Staten, zo blijkt uit historisch onderzoek. De meeste gevluchte slaven bleven in de zuidelijke staten en deden zich voor als vrije zwarten. Dat concludeert hoogleraar Damian Pargas van de Universiteit Leiden in zijn oratie op 25 mei.
Er zijn bibliotheken vol geschreven over de slavernij in de VS en bijna alle historici stellen dat de Afro-Amerikaanse slaven vooral naar de noordelijke staten vluchtten. Degenen die binnen zuidelijke staten vluchtten zouden daar meestal maar tijdelijk blijven. Pargas is hoogleraar Geschiedenis en cultuur van de Verenigde Staten. Hij bestudeerde met drie aio’s de archieven van Amerikaanse staten, steden, rechtbanken en kerken en komt tot een andere conclusie: ‘De meeste vluchtelingen bleven in de zuidelijke staten en deden zich voor als vrije zwarten.’
Vluchtpatronen
Exacte aantallen zijn niet te geven omdat de vluchtelingen illegaal waren, maar de meeste krantenadvertenties uit die tijd met oproepen om gevluchte slaven aan te melden, verwijzen naar slaven die binnen het Zuiden onderdoken en zich voordeden als vrije zwarten. Daarnaast vluchtten ook tienduizenden slaven richting het Noorden: naar de noordelijke staten of naar Canada. Naar schatting belandden zo’n 5.000 vluchtelingen in Mexico.
Vrije zwarten hielpen vluchtelingen
In de loop van de 18e eeuw groeide in de westerse wereld het verzet tegen slavernij. Mede onder invloed van transatlantische discussies over vrijheid als gevolg van de Franse revolutie schaften veel noordelijke staten eind 18e eeuw de slavernij af. Maar ook sommige zuidelijke plantagehouders lieten hun slaven gaan waardoor er in de steden van de zuidelijke staten gemeenschappen van vrije zwarten ontstonden. Zij hielpen gevluchte slaven aan documenten door valse kopieën te maken van hun eigen papieren.
Invoering medaillons
De onderzoeksgroep van Pargas vond juridische documenten die beschrijven dat zwarte Amerikanen inbraken in gemeentehuizen om zegels te stelen voor de vervalsing van documenten. Behalve papieren hielpen de vrije Afro-Amerikanen de gevluchte slaven dikwijls ook aan werk en onderdak. Pargas: ‘Sommige staten voerden als reactie op de vervalsingen medaillons in waarmee vrije zwarten zich moesten identificeren omdat deze veel moeilijker waren om na te maken.’
Crisis
In de jaren ‘20 van de 19e eeuw hadden alle noordelijke staten de slavernij afgeschaft, maar in deze periode leefde de slavernij in het Zuiden juist op. Pargas: ‘Slaven werden toen meer waard omdat plantage-eigenaren veel arbeidskrachten nodig hadden wegens de groeiende behoefte aan katoen.’ De vlucht van slaven naar de noordelijke staten zorgde voor een grote politieke en juridische crisis. Slaveneigenaren hadden ook in het Noorden het recht om hun gevluchte slaven op te eisen als ze konden bewijzen dat deze van hen waren. Autoriteiten in veel noordelijke staten weigerden vaak dit recht te erkennen en dat zorgde voor veel conflicten tussen de staten.
Burgeroorlog
De politieke en juridische conflicten leidden in 1861 tot de Amerikaanse Burgeroorlog: de zuidelijke staten scheidden zich af, onder meer uit angst dat ze de slavernij moesten afschaffen. In 1865 verloren ze de oorlog en moesten ze dat alsnog doen. Pargas benadrukt dat de afschaffing zeker niet alleen aan de noordelijke staten te danken is. ‘De vrije zuidelijke zwarten hielpen gevluchte slaven en droegen mede bij aan de teloorgang van de slavernij.’