Scholieren beter laten presteren met onderwijsinnovatie
Er zit wel degelijk rek in de prestaties en motivatie van leerlingen. Dat blijkt uit het onderwijsvernieuwingsproject GUTS van onderwijskundige Lindy Wijsman in de eerste drie klassen op een middelbare school in Rotterdam. Daar is het niveau van de prestaties en motivatie hoger, maar de dalende trend blijft. Promotie 30 mei.
Wat gebeurt er toch met de cijfers van middelbare scholieren in de eerste drie klassen? In de eerste klas is het gemiddelde rapportcijfer een 7 maar het daalt in de twee jaren erna, net als de motivatie van de scholieren. Dat heeft gevolgen voor hun schoolcarrière. Is het mogelijk om zowel de motivatie als de prestatie te verbeteren, zit daar rek in? Promovenda Wijsman en haar Leidse collega’s vroegen het zich af. Daarom startten de onderzoekers in 2013 het onderwijsvernieuwingsproject GUTS: Gedifferentieerd Uitdagen van Talent op School. Leerlingen van de Rotterdamse school voor havo-vwo ‘Wolfert Tweetalig’ lieten daarbij vooral een hogere prestatie en een grotere motivatie zien in klas 1 en 2; helaas bleef de daling gedurende de eerste drie schooljaren de trend.
Bijzondere context
De leerlingen kozen zelf hun extra talentlessen in vakken die zij leuk vonden en waar ze meer tijd aan wilden besteden. Bovendien kregen ze te maken met een verhoogde overgangsnorm. Want in plaats van gemiddeld een 6 was de nieuwe norm om over te gaan gemiddeld een 7. Wijsman: ‘Zo hebben we het stimuleren van intrinsieke motivatie met talentlessen gecombineerd met een hogere overgangsnorm.’ Wijsman vindt de motivatie van leerlingen interessant vanwege de bijzondere context van een school. ‘De motivatietheorie gaat uit van intrinsieke motivatie. Maar al is leren op school nog zo leuk, op de middelbare school moet je nu eenmaal alle vakken doen. Dat maakt het project zo interessant. Hoe maken we het leren leuk met die stok achter de deur?’
Met GUTS de school in
Om de innovatie GUTS te onderzoeken zijn alle acht havo-vwo-brugklassen van het ‘Wolfert Tweetalig’ gedurende drie jaar gevolgd met vragenlijsten en een analyse van de cijfers. Daarnaast vertelden de leerlingen in een interview of de talentlessen hen motiveerden. Wijsman vergeleek de prestaties met eerdere cohorten van de school en ook met die van andere scholen. De motivatie van de leerlingen vergeleek ze met de landelijke normgroep. Wijsman: ‘De leerlingen scoorden beter dan de groepen waarmee we de best mogelijke vergelijking hebben gemaakt. Het ging om echte leerlingen in echte klassen in echte scholen; het was geen labonderzoek.’
‘Spannendste jaar van mijn carrière'
Wijsman is vooral enthousiast over dit onderzoeksproject omdat het is ingebed in de praktijk van de school. Daar bestond het projectteam uit de teamleiders van klas 1, 2 en 3, een aantal docenten en de directeur. ‘Wat willen we, wat is er mogelijk en wat past bij ons? Hoe kunnen we talentlessen implementeren?’ De directeur vreesde een dalende instroom door het strengere bevorderingsbeleid in wat hij noemde: ‘het spannendste jaar van mijn carrière.’ Maar de instroom is gelijk gebleven. Mooi is dat de school na de onderzoekstermijn is doorgegaan met zowel de talentlessen als de nieuwe norm. Wijsman: 'het blijkt met GUTS mogelijk de prestatie en motivatie te verhogen. Het niveau is hoger op elk moment, maar de achteruitgang is vergelijkbaar.'
Wijsman tipt
Het innovatieproject GUTS is een voorstel van de Leidse hoogleraren Michiel Westenberg en Jan van Driel om de zesjescultuur tegen te gaan. Vernieuwingen in het onderwijs zijn vaak op klas- of schoolniveau, weet Wijsman, tegenwoordig onderwijsadviseur aan de Universiteit Utrecht. ‘Differentiatie per leerling in het onderwijs is belangrijk. Maar een algemene theorie over wat werkt en wat niet is heel zinvol. Gemiddelden geven trends weer. Mijn bevindingen gaan over trends binnen een specifieke context. Het is interessant of GUTS ook werkt in andere klassen van het havo-vwo en wat het doet op het vmbo.’ Wijsman heeft een tip voor vervolgonderzoek: ‘Dit totaalpakket is mooi, maar misschien is het ook interessant om de talentlessen en de normverhoging apart te bekijken en de effecten te scheiden.’