Waarom fascisten én liberalen dwepen met Nietzsche
Het gedachtegoed van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche is ingewikkeld, tegenstrijdig en op verschillende manieren te interpreteren. Het zorgde ervoor dat zowel gewelddadige fascisten als liberale pluralisten met zijn erfenis aan de haal gingen. In werkelijkheid ligt het gedachtegoed van Nietzsche ergens tussen de twee kampen in, laat James Pearson zien. Promotie op 15 februari.
Weinig is zo omstreden als de nalatenis van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900). Verschillende politieke kampen – van liberaal tot conservatief, en van links tot rechts – bestrijden elkaar over de juiste interpretatie van zijn woorden. Allen zijn het erover eens dat hun eigen interpretatie de juiste is, en dat alleen zij weten wat de grote denker echt bedoelde.
Speelbal voor alle gezindten
Zo werd het werk van Nietzsche een speelbal in de handen van politici van alle gezindten. De nazi’s en fascisten gebruikten zijn werk in hun missie om de ‘slavenmoraal’ te breken. Alles wat in hun ogen de maatschappij verzwakte – gehandicapten, Joden, communisten – moest met wortel en tak worden uitgeroeid. Een onjuiste interpretatie, zeiden de liberalen. Nietzsche pleit juist voor pluralisme, omdat het ‘conflict’ dat diversiteit oplevert ons sterker maakt.
In zijn promotie laat James Pearson zien dat Nietzsche beide kampen tot op zekere hoogte gelijk hebben over de nalatenis van Nietzsche: de filosoof met de kenmerkende walrussnor pleit in zijn werk voor twee verschillende vormen van conflict. Enerzijds hebben we als mens en maatschappij behoefte aan gematigd conflict. Vergelijk het met twee worstelaars die aan elkaar gewaagd zijn: ze strijden weliswaar om de winst, maar het sparren zorgt er uiteindelijk vooral voor dat beide sporters beter worden. Je hebt immers een tegenstander nodig om jezelf te kunnen verbeteren.
Oorlog als stimulans
Aan de andere kant pleit Nietzsche ook voor een vorm van mateloos conflict. In sommige gevallen promoot Nietzsche zelfs oorlogsvoering als een culturele stimulans. Het kan ervoor zorgen dat een cultuur een boost krijgt, en opnieuw grote daden zal verrichten op militair maar ook cultureel en wetenschappelijk gebied.
Ook op psychologisch niveau stimuleert Nietzsche eenzelfde soort strijd tussen onze verlangens. Want ook de menselijke geest is volgens hem een tweeledige entiteit. ‘Enerzijds moet je voedsel tot je nemen om in leven te blijven,’ zegt Pearson. ‘Maar aan de andere kant scheidt het lichaam de afvalstoffen af die je niet langer nodig hebt. Het hoofd – letterlijk het meesterbrein van je lichaam – kan dus niet zonder de lage impulsen van de spijsvertering.’
Inname en uitscheiding
Hetzelfde principe zou volgens Nietzsche dus gelden op het niveau van een land of maatschappij. Alleen door een combinatie van inname en uitscheiding kom je tot een gezonde samenleving. Die uitscheiding hoeft overigens niet noodzakelijk tot fysieke destructie of uitsluiting van minderwaardige elementen te leiden, zoals veel fascistische of nationalistische Nietzsche-adepten beweerden. Het kan ook een mildere vorm aannemen, bijvoorbeeld door verstorende waarden te onderdrukken met goed geïnformeerd onderwijs, en alleen die waarden te promoten die het collectief laten opbloeien.
Uiteindelijk zal de ‘wil tot macht’ volgens Nietzsche leiden tot een ‘gezonde, hiërarchische orde’ in lichaam en maatschappij. Je allersterkte verlangens zullen de andere verlangens vormen en naar hun hand zetten – hetzij als gelijke sparringpartners, hetzij als dominante agressors. Op eenzelfde manier zullen de sterksten in de maatschappij de hiërarchie bewaken door de zwakkeren met zorg in het gareel te houden. Want de sterkere is afhankelijk van de zwakkere voor zijn of haar overleven, ongeveer zoals het hoofd afhankelijk is van het lichaam.