Dragen van klompen leidde mogelijk tot voetklachten
Nederlandse boeren uit de 19de eeuw hadden regelmatig botafwijkingen, blijkt uit onderzoek van Leidse en Canadese bio-archeologen. De afwijkingen zijn mogelijk veroorzaakt door het dragen van klompen. Publicatie in het International Journal of Paleopathology.
De archeologen deden de ontdekking na het analyseren van de skeletten van zo’n 500 mensen die voornamelijk in de 19de eeuw begraven werden op een kerkhof in Middenbeemster. Toen dat kerkhof in 2011 geruimd werd, mochten Leidse onderzoekers en studenten de skeletten opgraven. Sindsdien vormen ze een belangrijke bron voor onderzoek. Met isotopenonderzoek, paleopathologie en massaspectrometrie konden ze voedingspatronen, ziektes en gezondheid achterhalen.
Loslatend kraakbeen
De Leidse masterstudente Irene Vikatou ontdekte nu dat deze skeletten opvallend vaak Osteochondritis dissecans vertonen, een aandoening waarbij een fragment kraakbeen samen met het eronder gelegen bot loslaat van het gewrichtsoppervlak. Over het algemeen krijgt minder dan 1 procent van de mensen de aandoening, maar in Middenbeemster betrof het maar liefst 13 procent. Bovendien zat dat in alle gevallen op de voeten.
Kraters in het bot
‘Het ziet eruit alsof er kraters in het bot zitten, alsof er net fragmenten vanaf zijn gesprongen,’ zegt Andrea Waters-Rist, osteoarcheologe aan de Canadese Western University en mede-auteur. Zij gaf tot voor kort college bij de Leidse masteropleiding Human Osteology and Funerary Archaeology. ‘We hadden geen microscoop nodig om ze te ontdekken, zo duidelijk zichtbaar waren ze.’
Onbuigzame klompen
De onderzoekers vermoeden dat het dragen van klompen heeft bijgedragen aan deze botafwijking. Het harde en onbuigzame schoeisel – gecombineerd met stevig lichamelijk werk – heeft mogelijk geleid tot de kleine botblessures aan de voeten, al is vergelijkend onderzoek naar andere oude skeletten nodig om deze conclusie definitief te kunnen trekken.
Masteropleiding
De Leidse archeoloog en mede-auteur Menno Hoogland is trots op de wetenschappelijke publicatie van ‘zijn’ masterstudente. ‘Jaarlijks hebben we tussen de acht en twintig studenten in onze master Human Osteology and Funerary Archaeology. Veel van die studenten doen praktijkonderzoek naar de skeletcollectie uit Middenbeemster. Zo bleek eerder bijvoorbeeld al dat kinderen opvallend kort borstvoeding kregen, en dat veel Beemsterlingen – vooral jonge kinderen – een ernstig gebrek hadden aan vitamine D.’
Archiefonderzoek
Bovendien lukte het de Leidenaren om zo’n 200 naamloze skeletten te identificeren. Hoogland: ‘Daarbij maakten we niet alleen gebruik van onderzoek op skeletten, maar ook van archiefmateriaal – van begraafboeken tot belastingpapieren. Dat kon alleen maar dankzij alle hulp van het Historisch Genootschap Beemster.’
Lees hier het volledige artikel in het International Journal of Paleopathology.