De onstuitbare opmars van het Berber
Berbertalen zijn in Noord-Afrika lange tijd uit het openbare leven verbannen, maar dat is drastisch veranderd. Taalonderzoek levert nieuwe inzichten op over het verre verleden en de Nederlandse Marokkanen van nu. Dat stelt Maarten Kossmann, de enige hoogleraar Berberstudies in Nederland. Oratie op 13 november.
In zijn oratie wijst Kossmann op een spectaculaire verandering. Het Berber, dat onder te verdelen is in diverse Berbertalen en in de eigen taal Tamazight heet, was bijna dertig jaar geleden uit het openbare leven verbannen. Kossmann werkte toen in Marokko aan zijn promotieonderzoek. Wie het Berberschrift gebruikte riskeerde zelfs gevangenisstraf en aan de universiteit was de taal weggemoffeld in colleges Arabisch of Frans. ‘De situatie is volstrekt veranderd’, constateert hij.
Berberschrift prominent in openbare ruimte
Zowel in Marokko als in Algerije is het Berber nu een officiële taal en het Berberschrift is prominent aanwezig in de openbare ruimte. Een groot aantal universiteiten biedt tegenwoordig Berberstudies aan; de Algerijnse universiteiten tellen maar liefst 900 eerstejaars Berberstudies. De opmars is te danken aan een beweging die begon bij Algerijnse intellectuelen in Frankrijk en sindsdien Berbers in heel Noord-Afrika inspireert.
Bekering tot de islam
Kossmann zet uiteen hoe de Arabische overheersing vanaf de 7e eeuw ervoor zorgde dat het Berber een minderheidstaal werd. Voor de Romeinse tijd sprak waarschijnlijk vrijwel iedereen in Noord-Afrika Berber of een verwante taal. Over deze vroege periode was weinig bekend. Taalonderzoek leidt tot meer inzicht in die geschiedenis: van de landbouw tot de bekering van Berbers tot de islam.
Creaties in het Berber
Voor de vijf dagelijkse gebeden uit de islam bestaan naast de Arabische woorden ook Berberse varianten. Kossmann: ‘Ze zijn geen leenvertalingen maar volledig eigen creaties in het Berber. De brede verspreiding van deze termen wijst op een vroege bekeringsmissie die het Berber als voertaal gebruikte en die niet speciaal gericht was op een snelle Arabisering van de nieuwe gelovigen.’ Het Wolof bijvoorbeeld, de grootste taal van Senegal, bevat een groot aantal islamitische basistermen die niet op het Arabisch gebaseerd zijn maar uit het Berber komen, waaronder ook de namen van de gebeden.
Mengelmoes Nederlands-Berber-Arabisch
De hoogleraar doet ook onderzoek naar het taalgebruik van hedendaagse Marokkaanse Nederlanders. Er zijn zo’n 400.000 Marokkaanse Nederlanders en de meerderheid hiervan spreekt Berber. Hij analyseerde de conversaties op Marokkaans-Nederlandse internetfora en de verweving van Marokkaanse woorden in het Nederlands. Opvallend genoeg vermengen jongeren met een Marokkaans-Arabische achtergrond ook Berberse woorden met het Nederlands en andersom gebruiken Berbertaligen Arabische woorden. Zo worden in de zin: “wash ben je gek geworden nigh?” (ben je gek geworden?) drie talen ingezet: Nederlands voor de hoofdmededeling, Arabisch aan het begin en Berber aan het einde. ‘Dit soort mengvormen van Arabische en Berberse uitdrukkingen zijn ondenkbaar in Marokko en vormen een unieke creatie van de Nederlandse Marokkanen.’
Recht doen aan verscheidenheid Marokkaanse gemeenschap
Kossmann hoopt dat hij kan bijdragen aan een genuanceerder beeld van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. ‘Het publieke discours lijkt blind te zijn voor de bonte verscheidenheid die juist deze gemeenschap kenmerkt. Eén van de taken van een hoogleraar Berber lijkt me om recht te doen aan die verscheidenheid.’
De Universiteit Leiden heeft sinds 2016 ook een expertisecentrum in Rabat: het Nederlands Instituut Marokko (NIMAR). Het NIMAR verzorgt onderwijs, faciliteert onderzoek en draagt actief bij aan de kennis in Nederland van de Marokkaanse talen, culturen en samenleving.