Sociale Zaken: Vertrouwen in de toekomst?
Na een lange formatie is op 26 oktober 2017 het kabinet Rutte III gepresenteerd. Het regeerakkoord waarop de ministers gaan bouwen heet ‘Vertrouwen in de toekomst’. Maar wat betekent dit nieuwe kabinet voor de toekomst? Wij lieten een antropoloog, een pedagoog, een politicoloog en een psycholoog los op het regeerakkoord. Hoe lezen zij de afspraken tussen de coalitiepartijen? Hebben zij ook ‘Vertrouwen in de toekomst’?
‘Een kabinet van managers’
— Ruud Koole, Hoogleraar Politieke Wetenschap
Dit regeerakkoord is de uitkomst van een moeizame formatie met vier partijen. Alle vier—VVD, CDA, D66 en ChristenUnie—zien sommige van hun wensen gehonoreerd, maar een samenhangende, richtinggevende visie op waar Nederland naartoe moet, ontbreekt. Het is heus niet allemaal verkeerd wat men heeft uit onderhandeld (het aan banden leggen van de winstuitkering voor ziektekostenverzekeraars, beschermd wonen voor mensen met psychische problemen, een experiment met wietteelt—ik juich dit toe), maar het zijn allemaal kleine, voorzichtige stapjes; echte doorbraken zie ik Rutte III niet maken.
Het lijkt een kabinet van managers te gaan worden. Probleempje zus, oplossinkje zo. Op de grote vraagstukken van deze tijd blijft het oorverdovend stil. Ik had gehoopt op meer ambitie inzake milieubescherming, de vluchtelingenproblematiek, de ongelijke politieke participatie van hoog- en laagopgeleiden en de grote onzekerheid voor velen op de arbeidsmarkt. Premier Rutte verwijst door, indachtig het adagium van de voormalige Bondskanselier Helmut Schmidt: ‘Voor visie ga je maar naar de opticien.’
Staatkundige vernieuwing is natuurlijk voer voor politicologen. Zeker als je Nederlandse politiek doceert en ook nog zitting mag nemen in de Referendumcommissie en de Staatscommissie parlementair stelsel. Rutte III wil pas op de plaats maken met het referendum. Nota bene na slechts één door sommigen als ‘mislukt’ ervaren editie—ik vind dat jammer en onverstandig. Oké, er wordt gesuggereerd dat er ‘mogelijk zicht komt’ op een gekozen burgemeester. En de Staatscommissie wordt opgedragen ‘te kijken naar’ het kiesstelsel en constitutionele toetsing. Maar concreet wordt het nooit. Laat staan vernieuwend.
Naar verwachting is dit regeerakkoord over een jaar of anderhalf ‘uitgewerkt’: nu nog niet te voorziene omstandigheden kunnen dan de eenheid in de ploeg behoorlijk op de proef stellen. Met de kleinst mogelijke meerderheid heeft deze coalitie in feite 76 veto players aan boord en gaat dit kabinet spannende tijden tegemoet.
‘Wetenschappelijke geletterdheid is nodig voor vertrouwen in de toekomst’
— Maartje Raijmakers, Universitair hoofddocent Pedagogische Wetenschappen
Onderwijs in wetenschap en technologie (W&T) staat al jaren lang op de agenda van de regering en ook de Europese Commissie. Zo was afgesproken in het Techniekpact, tussen onder andere het Rijk, topsectoren en onderwijsinstellingen, dat basisscholen vanaf 2020 structureel W&T-onderwijs aanbieden. In eerste instantie was het primaire doel hiervan voldoende studenten in het middelbaar en hoger, technisch onderwijs op te leiden. De doelstelling van W&T onderwijs op Europees niveau is momenteel veel eerder de burger technisch en wetenschappelijk geletterd te krijgen.
Ook in het huidige regeerakkoord is er weer aandacht voor een deel van deze doelstellingen: ‘... er komt meer aandacht voor digitale geletterdheid en praktische vaardigheden. Ook worden de kerndoelen aangescherpt voor techniek, burgerschap en seksuele diversiteit.’ Maar waar is de aandacht voor ‘wetenschappelijke geletterdheid’ in het onderwijs gebleven—de W van W&T onderwijs?
Een relevante maatregel die ik in het regeerakkoord kon vinden is wellicht het stimuleren van de Academische PABO-student (die als enige twee jaar lang een verlaagd collegegeld krijgt). De verwachtingen over de impact van onze ACPA-studenten op het onderwijs zijn hoog. Zij zijn de aangewezen personen om het academisch, kritisch denken werkelijk de basisschool in te krijgen.
De ervaring leert dat dit een moeilijke klus is (zie Rapport Peil.Natuur en Techniek 2015-2016). We hebben als universitaire opleiding de belangrijke taak met goede, door onderzoek ondersteunde ideeën voor effectief W&T onderwijs de toekomstige leerkrachten te versterken. Wetenschappelijke geletterdheid is nodig voor Vertrouwen in de Toekomst.
‘Er heerst een taboe op mannen die parttime werken’
— Gert-Jan Lelieveld, Universitair docent Psychologie
Geweldig nieuws dat het vaderschapsverlof opgeschroefd wordt. We kunnen het zien als een eerste stap in de verandering van het beeld van de werkende man. In het nieuwe regeerakkoord wordt geregeld dat het vaderschapsverlof van twee naar vijf dagen gaat. Daarnaast wordt het mogelijk om vijf weken aanvullend verlof op te nemen. Dit is goed nieuws voor vaders, moeders en kinderen in Nederland.
Er is gebleken dat 60% van de vaders meer tijd door zouden willen brengen met hun kinderen. Vaak ligt deze verantwoordelijkheid bij de vrouw in het gezin. Vrouwen krijgen 16 weken betaald verlof, terwijl mannen slechts twee dagen krijgen. Dit is een probleem, zeker omdat de periode na de geboorte veel invloed heeft op de verdeling van werk en zorg in de periode die volgt. Dit zou een deel van de reden kunnen zijn waarom er ongelijke kansen zijn op de arbeidsmarkt.
Dat langer betaald verlof dus positief is voor zowel vaders als moeders staat buiten kijf, maar de vraag is of er wel voldoende gebruik van zal worden gemaakt. Bij slechts één op de zes Nederlandse stellen werken man en vrouw evenveel uren. Deze cijfers liegen niet, maar dit komt niet perse doordat vaders niet minder willen werken. In onze maatschappij heerst er nog steeds een taboe op mannen die parttime werken. Als mannen (met of zonder kinderen) minder willen werken, worden ze vaak gezien als minder gemotiveerd en gedreven.
Mannen denken vaak te weten wat de mensen om hun heen (inclusief hun werkgever) ervan vinden, omdat het beeld van de werkende man nog steeds het meest in het oog springt. Dit beeld van de werkende man moet veranderd worden. Het zou mooi zijn als het kabinet, maar zeker ook de werknemers, hier in de toekomst meer aan zullen werken.
‘Frictie tussen “vrije markt” en zorg roept vragen op over solidariteit’
— Nikkie Buskermolen, Promovendus Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie
- Mijn promotieonderzoek binnen het ERC Consolidator project Moralising Misfortune van Erik Bähre gaat over de moraliteit van zorgverzekeringen. Welke morele vragen en dilemma’s roepen verzekeringen op bij verzekeraars, klanten, en professionals? Hoe gaan mensen om met deze morele dillema’s? Zo las ik ook het nieuwe regeerakkoord:
- Zowel de ‘vrije markt’ als solidariteit komen in het regeerakkoord onder het kopje ‘zorg’ aan bod. Daar gaat het over het aanbieden van budgetpolissen. Volgens het regeerakkoord sluit het aanbieden van budgetpolissen aan bij de wens van verzekerden, maar tegelijkertijd kunnen deze polissen het solidariteitsprincipe onder druk zetten. Dit komt omdat in een budgetpolis het aantal zorgverleners waaruit men kan kiezen zeer beperkt is. Hierdoor is de polis goedkoper. Het principe van verzekeren is dat de bijdrage van velen voorziet in de schade van enkelen. Daarin zitten twee dilemma’s verborgen: Niet iedereen kan gebruik maken van een budgetpolis (bijvoorbeeld chronisch zieken die een beroep doen op ziekenhuizen waarmee de zorgverzekeraar geen contracten heeft). Daarnaast is er het probleem dat wanneer zij die weinig gebruik maken van zorg steeds minder bereid zijn om te betalen, de vraag rijst wie dan de ‘velen’ zijn waarop het systeem is gebouwd.
- Op dit moment geldt er een verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars. Er is in de Tweede Kamer een breed gedeeld moreel bezwaar tegen het uitkeren van winst en ook het nieuwe kabinet wil voorkomen dat geld bedoeld voor zorg, niet ten goede komt aan zorg. Opbrengsten moeten terugvloeien naar de zorg of aan verzekerden. Na afloop van de stemming over dit verbod in januari 2017 stelde de Partij van de Arbeid dat 'de zorg vraagt om ander gedrag dan strikt marktgedrag', maar wat is strikt marktgedrag?
- De dag waarop het regeerakkoord gepresenteerd werd moest de minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport haar besluit om een medicijn voor mensen met taaislijmziekte niet te vergoeden in de Tweede Kamer verantwoorden. Een dilemma waar ze ’s nachts van wakker ligt, maar in eerste instantie weigerde ze om het in haar ogen exorbitante bedrag van 170 000 euro per patiënt per jaar te vergoeden. ‘Want’, zo stelde ze, ‘als we besluiten om dit medicijn te vergoeden, ten koste van welke andere zorg moet dat dan gaan’?
- Een regeerakkoord, gepresenteerd in ‘bullet point’ style, laat weinig ruimte voor dilemma’s. Wellicht een manier om als nieuw kabinet te zeggen: bij ons geen twijfel, frictie of dilemma, we hebben vertrouwen in de toekomst.
Sociale Zaken – Sociale wetenschappers op de digitale zeepkist
Sociale Zaken is een online variant van de Londense Speakers' corner. Hierin reageren de wetenschappers van onze verschillende disciplines binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen op het nieuws. Via deze digitale zeepkist geven de sociale wetenschappers van de faculteit zo elk hun visie op de actualiteit vanuit het eigen vakgebied.