Dit moet je weten over belastingontwijking
Voordat hij minister van Financiën werd, investeerde CDA-leider Wopke Hoekstra jarenlang geld in een brievenbusfirma op de Britse Maagdeneilanden. Dat blijkt uit gelekte documenten, de zogeheten Pandora Papers. Hoe werkt belastingontwijking precies? En kan het ook anders? Belastingjuristen Jan Vleggeert en Tanja Bender geven tekst en uitleg.
Let op: dit is een geüpdatet artikel dat eerder op onze website verscheen na de publicatie van de zogeheten Panama Papers. Mogelijk is een deel van de informatie wat verouderd.
Wat verstaan we onder belastingontwijking?
Belastingontwijking houdt het midden tussen belastingbesparing aan de ene kant, en belastingontduiking aan de andere kant. Belastingbesparing is volstrekt legaal en doen we allemaal. Zo mogen huizenbezitters bijvoorbeeld hun hypotheekrente aftrekken van het belastbaar inkomen. Wie de belasting daarentegen ontduikt, is illegaal bezig. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een schilder die een betaalde klus niet aangeeft bij de Belastingdienst. Belastingontwijking hangt daar dus tussenin, vertelt Jan Vleggeert, universitair hoofddocent Belastingrecht. ‘Het is weliswaar legaal volgens de wet, maar wordt door sommige mensen toch als onwenselijk of immoreel ervaren. Dit geldt bijvoorbeeld voor sommige grote multinationals die hun winst wegzetten in zogeheten belastingparadijzen met een zeer laag belastingtarief.’
Waarom is er zoveel maatschappelijke weerstand tegen belastingontwijking?
Belastingontwijking is vooral weggelegd voor grote multinationale ondernemingen. Zo maakt de Amerikaanse koffiebrander Starbucks bijvoorbeeld veelvuldig gebruik van ingewikkelde constructies om minder belasting te betalen. De lokale koffiezaak-op-de-hoek beschikt meestal niet over een legertje belastingjuristen, en betaalt dus het volle pond aan belastingen. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie. Daarnaast maken deze bedrijven wel gebruik van wegen en andere collectieve voorzieningen, maar betalen amper mee aan het onderhoud daarvan. ‘Het betalen van belasting wordt draaglijker naarmate je als burger ziet dat anderen in gelijke mate bijdragen,’ zegt Vleggeert. ‘Dat is momenteel niet altijd het geval.’
Wat is de rol van Nederland in belastingontwijking?
Sommige – vooral Amerikaanse - multinationale ondernemingen laten hun geld stromen naar een land waar de belastingen laag zijn, zoals Panama, de Kaaimaneilanden of Bermuda. Het is echter nog niet eenvoudig om het geld in die belastingparadijzen te krijgen. Als de winst die een Amerikaans bedrijf maakt rechtstreeks naar de Kaaimaneilanden stroomt, dan zal dat bedrijf in de Verenigde Staten en in de andere landen waar de winst wordt gemaakt vaak een behoorlijk percentage aan bronbelasting moeten betalen. Daarom richten veel multinationals een brievenbusfirma op in Nederland die kan dienen als doorvoerhaven voor de royalty’s en rente. Vleggeert: ‘Omdat Nederland bilaterale belastingverdragen heeft gesloten met veel landen, hoeft de multinational dan vaak geen bronbelasting meer te betalen. Bovendien heft de Nederlandse fiscus zelf überhaupt geen bronbelasting. Op die manier komt winst dus onbelast in het belastingparadijs aan.’
Moeten de regels voor belastingontwijking worden aangescherpt?
Er is inmiddels een brede consensus onder burgers en beleidsmakers dat belastingontwijking op de huidige schaal moet worden tegengegaan. ‘De verdragen die ontwijking mogelijk maken, stammen veelal uit een tijd die onvergelijkbaar is met de onze,’ zegt Tanja Bender, hoogleraar Internationaal Belastingrecht. ‘Zo is de rol van intellectueel eigendom de laatste decennia veel belangrijker geworden. De merknaam en het logo van Starbucks zijn meer waard dan de kopjes koffie die ze schenken. Dat vergemakkelijkt belastingontwijking. Om logistieke redenen verhuis je niet snel een complete koffiefabriek naar de Kaaimaneilanden. Maar door de merkrechten op de Kaaimaneilanden te stallen en die vervolgens te ‘verhuren’ aan de eigen filialen over de hele wereld, kan een multinational er toch voor zorgen dat de royalty’s naar een belastingparadijs stromen en dus bijna niet worden belast.’
Welke maatregelen kunnen we nemen om belastingontwijking tegen te gaan?
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) – een samenwerkingsverband van 35 voornamelijk Westerse landen – heeft in 2015 een pakket maatregelen genomen om multinationals beter te belasten. Daar staat onder meer in dat er een anti-misbruikparagraaf moet komen in de bilaterale belastingverdragen tussen landen. Het bronland - dus het land waar het geld vandaan komt – mag dan bronbelasting heffen als het geld wordt weggesluisd naar een belastingparadijs met als doel zo min mogelijk belasting te betalen. Vleggeert vindt de maatregelen nog niet ver genoeg gaan. Hij ziet het liefst dat landen bronbelasting heffen op alle transacties binnen een bedrijf die naar een belastingparadijs gaan. ‘De Europese Unie zou daar een richtlijn voor kunnen opstellen.’ Bender is terughoudender: ‘De maatregelen van de OESO zijn al een heel belangrijke stap. Aanvullende EU-regels zorgen misschien wel voor een gelijk speelveld binnen Europa, maar ze zijn uit concurrentieoogpunt erg ongunstig. Niet-EU-landen zoals de Verenigde Staten en straks ook Engeland zullen daar voordeel van hebben, en multinationals zullen de belasting waarschijnlijk alsnog ontwijken via andere routes.’
Waarom nam de OESO deze maatregelen niet eerder?
Het probleem is natuurlijk dat landen verschillende belangen hebben. Veel landen zullen meer geld in de schatkist krijgen als multinationals meer belasting betalen. Een land als Nederland profiteert echter ook van de huidige situatie. Doordat er veel geld via Nederland stroomt, levert het de nodige vennootschapsbelasting op. En de brievenbusfirma’s creëren werkgelegenheid op de Zuidas in Amsterdam voor advocaten, belastingadviseurs en hun ondersteunend personeel. ‘Daarnaast heeft de huidige methode een kraamkamerfunctie voor Nederland,’ zegt Bender. ‘Wanneer een multinationale onderneming ontdekt dat Nederland een goed vestigingsklimaat heeft, kan een kleine brievenbusfirma geleidelijk uitgroeien tot het Europese hoofdkantoor van dat bedrijf.’
Over de geïnterviewden
Jan Vleggeert is universitair hoofddocent belastingrecht aan de Universiteit Leiden. Eerder werkte hij onder meer als belastingadviseur voor ING en Loyens & Loeff.
Tanja Bender is hoogleraar internationaal belastingrecht aan de Universiteit Leiden. Daarnaast werkt ze als hoogleraar Global Law aan de University of Connecticut. Eerder was ze belastingadviseur bij PwC.