Onderzoek gestart naar geweld in de jeugdzorg vanaf 1945
De Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg (onder leiding van prof. Micha de Winter) die vooronderzoek deed naar geweld in de jeugdzorg, is op 7 november onderzoek gestart naar geweld in de jeugdzorg vanaf 1945, als vervolg op het in mei 2016 gepresenteerde vooronderzoek. Prof. mr. drs. M.R. Bruning maakt deel uit van deze commissie.
Ook opent de commissie op dinsdag 8 november 2016 een telefonisch meldpunt. Er zal tevens een breder onderzoek gestart worden: er zal worden gekeken naar minderjarigen die onder verantwoordelijkheid van de overheid zijn geplaatst in (rijks)instellingen en in pleeggezinnen, minderjarigen die krachtens een rechterlijke machtiging zijn geplaatst in een ggz-instelling en minderjarige vreemdelingen die onder voogdij zijn gesteld van een voogdij instelling en geplaatst zijn in een pleeggezin of opvang van overheidswege. Ook wordt gekeken naar een afgebakende groep internaten voor doven en blinden, waarover tijdens het vooronderzoek signalen zijn ontvangen. Dit hebben minister Van der Steur (V&J) en staatssecretaris Van Rijn (VWS) op 7 november laten weten aan de Tweede Kamer (www.commissiegeweldjeugdzorg.nl).
Het onderzoek van Commissie De Winter richt zich op fysiek en psychisch geweld in instellingen waar kinderen sinds 1945 onder de verantwoordelijkheid van de overheid waren geplaatst. Drie hoofdvragen staan in het onderzoek centraal: 1. Wat is er precies gebeurd vanaf 1945 tot op heden? 2. Hoe kon dit gebeuren? En 3. Hoe hebben pupillen dit ervaren en welke invloed heeft dit gehad op hun latere leven? De commissie zal over twee jaar rapporteren.
De jeugdzorg in Caribisch Nederland zal niet worden onderzocht, dat geldt tevens voor het geweld van vóór 1945, ondanks dat de Commissie De Winter afgelopen mei heeft laten weten daar wel aanleiding voor te zien.
Tijdens het vooronderzoek kreeg de Commissie De Winter verschillende aanwijzingen voor langdurig en ernstig geweld tegen kinderen die onder de jeugdzorg uit huis waren geplaats. Tot nu toe ontving de commissie ruim 400 meldingen per brief en per mail. Het beeld dat de commissie op basis van deze meldingen heeft gekregen van de aard van de meldingen is aangrijpend. Er is vaak sprake geweest van ernstig en langdurig geweld jegens deze kwetsbare groep kinderen.
De commissie krijgt voor het onderzoek twee jaar de tijd (tot 1 oktober 2018). De commissie zal ook bekijken of er signalen van geweld bij de overheid bekend zijn geweest en of de hulpverlening voor in hun kinderjaren mishandelde en misbruikte volwassenen voldoet.