Waarheidsvinding onder druk door haast in rechtspraak
Door tijdsdruk richt de rechterlijke macht zich op efficiënt handelen en minder op het zo volledig mogelijk achterhalen van de waarheid. Hoogleraar criminologie Jan de Keijser constateert bedreigingen voor de waarheidsvinding in het werk van magistraten en experts. Oratie 7 november.
Minder tijd en moeite door productiedruk
Als de rechter een beslissing neemt over schuld, zou deze beslissing zo goed mogelijk moeten overeenkomen met wat er werkelijk is gebeurd. De Keijser betoogt dat die waarheidsvindende rol van de rechter onder druk staat. Productiedruk lijkt er voor te zorgen dat rechters formeel weliswaar beslissen volgens de regels, maar minder tijd en moeite kunnen steken in het achterhalen van de waarheid. Waar ligt de balans?, vraagt De Keijser zich af.
Dubbelrol officier van justitie
Het probleem speelt niet alleen bij rechters en officieren van justitie, maar ook bij deskundigen in de rechtspraak. Door het streven naar efficiëntie worden zaken de afgelopen jaren sneller afgehandeld. Een zorgvuldige bewijsbeslissing is niet langer voorbehouden aan een onafhankelijke rechter. Sinds 2008 mag in eenvoudige zaken ook de officier van justitie beslissen over schuld en straf. Pas als de verdachte officieel protest aantekent, buigt een rechter zich over de zaak. De Keijser vraagt zich af: ‘Staat hun traditionele rol als aanklager officieren van justitie niet in de weg als ze ook over de schuldvraag en de strafmaat moeten beslissen? Nemen rechters en officieren van justitie in vergelijkbare zaken dezelfde beslissingen?’
Deskundigen in de strafrechtpleging
De waarheidsvinding staat tevens onder druk door problemen in de communicatie tussen deskundigen en juristen. Ook daar spelen efficiëntie- en productiedruk een versterkende rol. Uit onderzoek van De Keijser en collega’s blijkt dat juristen rapporten van deskundigen vaak niet goed begrijpen. Deskundigen zouden veel vaker dan nu het geval is hun rapport op een zitting moeten toelichten en uitgebreid ondervraagd moeten worden. Maar dat legt een groot beslag op de overvolle agenda van rechters. De hoogleraar blijft hier onderzoek naar doen en wil de effecten bestuderen van onderwijs aan juristen.
Verschillende uitkomsten in DNA-rapportages
De Keijser heeft ook andere zorgen over de interpretatie van bewijsmateriaal. Volgens recent onderzoek van de criminoloog kunnen deskundigen onderling flink verschillen in de interpretatie van en rapportage over biologische sporen. Zijn onderzoeksteam stuurde forensische instellingen in binnen - en buitenland exact dezelfde informatie over een berovingszaak, inclusief DNA-profielen. Hun rapporten over deze zaak verschilden echter wezenlijk van elkaar. Nu eens waren de conclusies belastend voor de verdachte, dan weer ontlastend en dan weer neutraal.
De Keijser: ‘Dat is verontrustend omdat Nederlandse rechters zeer zelden meer dan één deskundigenrapport opvragen over hetzelfde forensische materiaal. Zij worden er dus zelden mee geconfronteerd dat een andere deskundige een heel ander rapport kan schrijven.’ Hij zet zijn onderzoek hiernaar voort, in samenwerking met collega’s in de wetenschap en met forensisch deskundigen.
Alledaagse bedreigingen
Het zijn vaak de opvallende missers, stelt De Keijser, die de meeste aandacht krijgen van journalisten en wetenschappers. Zoals dubieuze verhoortechnieken en gerechtelijke dwalingen. ‘Maar ik wil wijzen op de alledaagse bedreigingen. Die krijgen minder aandacht, maar bij elkaar opgeteld zetten zij de waarheidsvinding onder druk.’
(LvP)