Studiemiddag over pleegzorg op herhaling
Op 23 september heeft de universiteit Leiden opnieuw een studiemiddag over pleegzorg georganiseerd.
In mei van dit jaar werd eerder al een pleegzorgmiddag gehouden in het kinderrechtenhuis. Omdat de middag toen snel volgeboekt was, konden veel belangstellenden zich niet meer inschrijven. Daarom ging de studiemiddag afgelopen vrijdag op herhaling in het Kamerlingh Onnesgebouw. Tijdens deze middag stonden pedagogische en juridische aspecten van pleegzorg centraal.
De middag die werd geleid door prof. Mariëlle Bruning, ving aan met een bijdrage van prof. Femmie Juffer. In haar bijdrage ging ze in op de bestaande kennis over gehechtheid van kinderen, en de betekenis daarvan voor beslissingen in de pleegzorg. Belangrijk aandachtspunt daarbij was het tegengaan van overplaatsingen in de pleegzorg. Advocate Mariska Kramer ging vervolgens in op de juridische positie van pleegouders aan de hand van een aantal belangrijke thema’s uit het boek Paraplu voor pleegouders. Haar boodschap – kom goed beslagen ten ijs – werd ondersteund door praktische handvatten voor pleegouders die ze besprak in haar bijdrage.
Na de pauze was het vervolgens de beurt aan mr. Kartica van der Zon die sprak over het recht op bijzondere bescherming van pleegkinderen uit artikel 20 IVRK. Dat recht is in de afgelopen jaren steeds meer ingekleurd door onder meer het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Mr. Kartica van der Zon besprak de betekenis hiervan voor pleegkinderen. Daarna ging oud kinderrechter Ad van der Linden in op de verschillende manieren waarop hij met pleegkinderen te maken heeft gehad en wees daarbij onder meer op het voorbestaan van banden tussen pleegouders en pleegkinderen na de achttiende verjaardag. Wanneer het pleegkind zelf kinderen krijgt, worden de voormalig pleegouders, dan ook in juridische zin pleeggrootouder, vroeg hij zich af. De middag werd afgesloten met een column van pleegmoeder Willemien Kronenberg, die eens te meer liet zien dat kinderrechten pas echt betekenis krijgen in de dagelijkse praktijk.