Druppels van hoop
In oktober houdt journalist en documentairemaker Sinan Can drie lezingen aan de Universiteit Leiden over de westerse inmenging in het Midden-Oosten. Hij wil vooral de onbekende verhalen vertellen van mensen in het gebied.
Hij gaat een lezingenreeks geven aan de universiteit, maar hij is geen wetenschapper en ook zeker geen expert, benadrukt Sinan Can (39). ‘Ik ben ervaringsdeskundige, ik vervlecht feiten met anekdotische verhalen.’ Hij reisde door het Midden-Oosten en maakte aangrijpende documentaires, onder meer over het Turks-Armeense conflict (Bloedbroeders, met Kees Schaap) en de nasleep van de Arabische Lente (De Arabische Storm, met Thomas Blom). In december wordt een tweeluik uitgezonden over de Nederlandse missie in Afghanistan.
Je gaat in je lezingenreeks verhalen vertellen, maar eerst begin je met een flinke dot historische feiten?
‘Ja. Van de ontbinding van het Ottomaanse Rijk, het begin van de Eerste Wereldoorlog, de koloniale periode van de Engelsen en de Fransen tot aan de opkomst van het Arabisch nationalisme in het Midden-Oosten. Heel veel conflicten die nu spelen, hebben namelijk te maken met de rücksichtlose manier waarop het Westen na de Eerste Wereldoorlog grenzen heeft getrokken. Maar daarna maken we grotere stappen naar 9/11 en de Tweede Golfoorlog. De derde lezing gaat over het begin van de Arabische Lente en de situatie nu.’
In je werk kies je mensen als invalshoek om het verhaal van oorlogen te vertellen. Waarom?
‘Geen verhaal is zwart-wit. Hoe meer mensen je spreekt, hoe meer invalshoeken je krijgt: hoe maken mensen oorlogen mee? Welk keuzes maken ze? Nederlanders zijn bijvoorbeeld verbaasd waarom mensen in het Midden-Oosten het Westen zo intens haten. Maar hoe zou jij je voelen als je al je vier je kinderen moet begraven omdat ze ziek zijn geworden van fosforgas, gebruikt door de Amerikanen? Ik sprak de vader van die vier kinderen in 2012 in Fallujah. Na zo’n verhaal snap ik echt wel waarom die stad een IS-bolwerk is geworden. Begrijp me goed, ik keur geweld niet goed. Maar ik snap het wel. Daarom moedig ik studenten ook altijd aan: please, ga reizen. Verdiep je in de mensen.’
Wat heeft je het meeste geraakt in je reizen?
‘De impact van oorlog op kinderen. We waren in Damascus in een schooltje aan het filmen, en we interviewden wat jongens en meisjes in een klas. Op een gegeven moment valt de stroom even uit. Dat is heel normaal in Damascus, maar één kind achterin begon te huilen. Want de vorige keer, vlak nadat de stroom uitviel, ontplofte er een mortiergranaat op het schoolplein. Hij koppelde het uitvallen van de elektra aan ellende, en hij wilde weg. En ik moest denken aan gezinnen die leven in gebieden waar de kogels je om de oren vliegen. Hoe komen ze hun dagen door? Wat kunnen ouders aan hun kinderen zeggen om ze te troosten?’
Ben je pessimistischer geworden?
‘Nee, integendeel. Ik ben misschien wel hypergevoelig voor de situaties die ik tegenkom. Maar wat ik ook veel zie, is dat mensen zich verzetten tegen hun situatie, tegen onrecht, tegen machthebbers en onmenselijkheden. Ik sprak een aantal vrouwen in Tunesië die zeiden: “Wij zijn bereid om elk offer te geven, voor de volgende generatie.” Dat zijn misschien druppels op een gloeiende plaat, maar die druppels vormen hoop. Oorlogen zullen vandaag of morgen niet weg zijn. Maar waar oorlogen zijn, zijn mensen en menselijkheid.’
Informatie over de lezingen
Sinan Can geeft op 5, 12 en 19 oktober lezingen bij LUCIS.