Sara Polak analyseert Amerikaanse presidentsverkiezingen in Leidsch Dagblad
Sinds eind juli schrijft Sara Polak een wekelijkse column voor de zaterdageditie van het Leidsch Dagblad en een aantal gelieerde regionale kranten (Noord-Hollands Dagblad, Gooi- en Eemlander, Haarlems Dagblad, IJmuider Courant). Ze geeft daarin culturele, historische en politieke context aan de Amerikaanse verkiezingsstrijd.
Je doet onderzoek naar Amerikaanse cultuur, hoe kwam het Leidsch Dagblad bij jou terecht?
Ik werd benaderd door Science on Air, een bedrijf dat wetenschappers en media aan elkaar koppelt. Ik aarzelde aanvankelijk – ik ben dan gepromoveerd op een president, maar ik ben niet gespecialiseerd in hedendaagse Amerikaanse politiek. Wat voor mij meespeelde bij de keuze was het argument dat er op dit moment nauwelijks vrouwelijke Amerika-commentatoren zijn. Het schijnt dat ‘de media’ – wellicht omdat één van de kandidaten een vrouw is – daar vaak om vragen, maar er zijn er gewoon weinig beschikbaar. Ik erger me regelmatig aan het feit dat bij analyses van de VS altijd dezelfde mannen het hoogste woord hebben. Maar ja, als alle vrouwen met dezelfde argumenten als ik had nee zeggen tegen dit soort verzoeken, wordt het natuurlijk lastig.
Is het leuk om te doen?
Ja, het is geweldig. Als Amerikanist volg ik vanzelfsprekend het nieuws over de verkiezingen, en ik schrijf in gedachten sowieso vaak al hele verhalen over wat ik eraan opmerk. Bovendien heb ik een soort evangelisatiedrift om te laten zien hoe beeldvorming werkt, en hoe prachtig en extreem ingewikkeld en problematisch de Verenigde Staten en de Amerikaanse politiek in elkaar zitten. Deze column geeft een mooi podium om die gedachten met een heel breed publiek te delen. Het leuke van een column is ook dat je veel vrijheid hebt – de ene keer gaat het bijvoorbeeld over de keuze van running mates, en een andere keer over gender-discriminatie waar Hillary Clinton als eerste vrouwelijke kanshebber mee te maken heeft. En af en toe neem ik de ruimte om iets te vertellen over mijn eigen ervaringen in de VS.
Je proefschrift gaat over Amerikaanse herinneringscultuur, dat is toch iets heel anders dan de verkiezingen?
Mijn proefschrift, dat ik afgelopen winter verdedigd heb, ging over hoe president Franklin Roosevelt herinnerd wordt en hoe hij zichzelf als icoon positioneerde in de Amerikaanse media. Het ging dus niet alleen over herinnering, maar ook over hoe beeldvorming in het heden gestuurd wordt, al dan niet gericht op toekomstige herinnering. Franklin Roosevelts presidentschap (1933-1945) is alweer lang geleden, maar het is een figuur waar Amerikaanse presidenten en presidentskandidaten veel van geleerd hebben. Bijvoorbeeld over het framen en spinnen van aspecten van jezelf in de media. Roosevelt zat in een rolstoel, maar dat bleef volkomen buiten beeld. Wel schoof hij nadrukkelijk zijn hond naar voren als mediageniek persoonlijk element. Dat was toen nieuw. In deze tijd, waarin vrijwel geen aspect van een president(skandidaat) meer buiten beeld kan blijven, is het beheersen en manipuleren van de narratieven daaromheen cruciaal geworden. Hoe dat werkt – en vaak ook faliekant mislukt – laat ik in mijn columns zien aan de hand van voorbeelden die op dat moment actueel zijn.