Leidse natuurkundigen ontmoeten Nobelprijswinnaars
Twee Leidse natuurkundigen namen van 26 juni tot 1 juli deel aan de Lindau-conferentie in Duitsland. Daar ontmoetten zij Nobelprijslaureaten uit hun vakgebied.
De Lindau-conferentie is een jaarlijkse bijeenkomst waar enkele tientallen Nobelprijswinnaars de volgende generatie topwetenschappers uit de hele wereld ontmoeten. Uit Leiden waren postdoc Johannes Jobst en de onlangs gepromoveerde Adrian Hamers aanwezig.
Strenge selectie
Jobst en Hamers zijn allebei door hun professor voorgedragen voor de bijeenkomst. Een selectiecommissie van het KNAW heeft vervolgens hun cv, publicaties en motivatiebrief tegen het licht gehouden. Uiteindelijk hakte de organisatie van de Lindau-conferentie de knoop door wie welkom was. In totaal waren slechts vijf Nederlandse wetenschappers uitgenodigd.
Elektronenmicroscopie
Jobst doet in Leiden onderzoek naar lage-energie-elektronenmicroscopie. Hij vindt het een grote eer dat hij bij de Lindau-conferentie aanwezig mocht zijn. ‘Normaal gesproken ga ik naar lezingen waar nieuwe ontdekkingen in mijn eigen vakgebied worden besproken. Deze Nobelprijswinnaars vertelden juist over relatief oude wetenschap, en met zeer uiteenlopende onderwerpen. Het heeft mijn kennis verbreed. En de lezingen waren uitzonderlijk goed.’
Atoombom
Jobst was met name onder de indruk van het verhaal van de stokoude Roy Glauber, die de Nobelprijs in 2005 ontving. ‘Hij vertelde over zijn bijdrage aan het Manhattan-project, de ontwikkeling van de eerste atoombom. Daar werkte hij op jonge leeftijd aan mee. Op zijn privé-foto’s zag je onder meer Robert Oppenheimer, Albert Einstein en andere knappe koppen voorbijkomen.’
Originaliteit
Hamers promoveerde onlangs op een onderzoek naar de omloopbanen van hemellichamen. Hij keek het meest uit naar de lezing van Gerard ’t Hooft. ‘t Hooft won in 1999 de Nobelprijs voor de Natuurkunde. Hamers: ‘Hij is vooral een voorbeeld voor me omdat hij veel originaliteit en vindingrijkheid toepaste in de natuurkunde. In ons vakgebied heb je nieuwe ideeën nodig. Alleen zo kunnen we van bestaande wetten ontdekken wat de implicaties zijn in de natuur.’