Universiteit Leiden

nl en
miloufar rahim

‘Als ex-vluchteling wil ik graag iets terugdoen’

De Afghaanse Niloufar Rahim vluchtte met haar familie naar Nederland. Ze studeerde geneeskunde in Leiden en traint nu studenten in Afghanistan.

In 2015 studeerde je af. Wat doe nu in Afghanistan?

‘In Nederland is het de norm dat je al voor je coschappen vaardigheden beheerst zoals reanimeren, bloed prikken en vaccinaties geven. Het is ontzettend belangrijk dat je dat al kan als arts, maar in Afghanistan draait tijdens de studie alles om de theorie. Al tijdens mijn studie werd ik bestuurslid van Keihan, een stichting die kennis wil bevorderen in Afghanistan. Sinds vorig jaar leer ik  geneeskundestudenten in Kabul klinische vaardigheden. Met Keihan willen we een onafhankelijk skills lab opzetten in Kabul. In het voorjaar van 2016 hoop ik af te reizen naar Kabul met materialen zoals reanimatiepoppen, infusen en naalden. De volgende stap is daar nieuwe trainers te trainen.’

Waarom geven ervaren artsen in Afghanistan die training niet? 

‘Zij geven niet zo makkelijk les. De oudere docenten zijn een beetje trots en prikken zelf bijvoorbeeld geen bloed - dat doen verpleegkundigen. Bovendien kent de oudere generatie meestal niet de nieuwste protocollen en de trainingen zijn nog niet geïncorporeerd in het curriculum. Het is niet eenvoudig om met deze oudere docenten in gesprek te gaan. Het systeem is nogal corrupt. Docenten laten zakken wie ze willen laten zakken en wie ze willen laten slagen. Gelukkig is het hoofd van de Kabul Medical University wel vooruitstrevend en staat hij juist open voor veranderingen.’ 

Niloufar Rahim geeft lezingen over haar werk in Afghanistan


Hoe raakte je in Leiden verzeild? 

‘Ik woonde met mijn familie in Kabul. Vanwege de oorlog vluchtten we naar Iran en in 1997 vanuit daar naar Nederland. Ik was toen tien jaar. We verbleven in diverse asielzoekerscentra, maar gelukkig kregen we relatief snel, na zes maanden, een status. Na de middelbare school besloot ik geneeskunde te studeren omdat mijn ouders dat sterk stimuleerden. Het is een studie die zekerheid biedt en het werd Leiden mede vanwege een praktische reden. Ik was al zo vaak verhuisd en wilde graag bij mijn ouders in Alphen aan den Rijn wonen. Leiden is dan prettig dichtbij.’


Hoe was je studentenleven?

‘Ik was niet zo van het feesten en had geen traditioneel studentenleven want ik bleef bij mijn ouders wonen. In de Afghaanse cultuur is het niet zo vanzelfsprekend en makkelijk om uit te gaan. Eerlijk gezegd vind ik dat zelf ook niet zo interessant. Dankzij mijn vrijwilligerswerk had ik genoeg te doen en ik leerde mede hierdoor ook veel mensen kennen. Zo hielp ik ook Afghaanse geneeskundestudenten die een tijdje in Leiden konden studeren dankzij de lustrumactie Kans voor Studenten.’ 

Wat motiveert jou?

‘Als een van de weinigen kreeg ik de kans om te vluchten, daarom wil ik graag iets terug doen voor iedereen die hulp nodig heeft. Op medisch en sociaal gebied. Ik heb een trainersopleiding in het LUMC gevolgd en leerde veel van het skills lab waar studenten chirurgische vaardigheden kunnen oefenen. Tijdens mijn studie sloot ik me onder andere aan bij de International Federation of Medical Students’ Association. Ik organiseerde allerlei activiteiten voor asielzoekerscentra om de bewoners een leuke dag te bezorgen. Al is het maar om kinderen een glimlach te bezorgen. Daarnaast organiseerde ik ook lezingen om meer bewustzijn onder studenten te creëren over mensenrechten en hoe het is om vluchteling te zijn.’

Afghanen kunnen veel van Nederlanders leren. Wat kunnen Nederlanders van Afghanen leren? 

‘De Afghaanse cultuur is heel anders. Er is wel meer hiërarchie, maar toch ervaar ik de cultuur als minder formeel. Iedereen respecteert elkaar en het contact is al snel warm. In Nederland blijven mensen vaak toch meer op afstand. Zo ervaar ik dat tenminste.’ 

(LvP)

Wie: Niloufar Rahim (28)
Studie: geneeskunde (2006-2015)
Favoriete plek in Leiden: LUMC  
Droom: ‘Specialiseren in kindergeneeskunde.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.