Noodkreet: stop de afslachting en plundering in Irak en Syrië
Van militair ingrijpen en training van lokale bewoners tot de inzet van drones en demonstraties. Deelnemers aan de conferentie ‘The Heritage Heist’ discussiëren over de prangende vraag: wat kunnen we doen tegen de vernietiging van het erfgoed in landen als Irak en Syrië?
Wereld kan niet langer passief toekijken
‘Uitingen van bezorgdheid en verontwaardiging zijn niet genoeg. De internationale gemeenschap moet nú handelen.’ Hikmat Basheer al-Aswad, voormalig directeur van het Mosul Museum in Irak, slaakt in de Leidse stadsgehoorzaal een noodkreet: de wereld kan niet langer passief toekijken bij de afslachtingen en plunderingen in het Midden-Oosten. Iedereen op de conferentie ‘The Heritage Heist’, op 18 mei in Leiden, is het erover eens: de internationale gemeenschap moet iets doen tegen de verwoesting. Maar de grote vraag is hoe die gestopt kan worden als er geen politieke wil is om ter plaatse militair in te grijpen.
Verwoest om beschaving te vernietigen
Basheer al-Aswad, tot een paar jaar geleden directeur van het op een na grootste museum van Irak, vluchtte naar Nederland toen de stad Mosul geplunderd werd door IS-strijders. In zijn toespraak somt hij een onuitputtelijke lijst op van archeologische sites, moskeeën, kerken, musea, bibliotheken en monumenten die de laatste jaren verwoest zijn. ‘Opzettelijk verwoest om de identiteit en beschaving van de bewoners te vernietigen.’ Hij pleit voor een spoedige grote internationale conferentie waar politici en experts een ‘werkplan’ maken om de vernietiging te stoppen.
‘Niets doen is geen optie’
De deelnemers in Leiden - waaronder veel archeologen, juristen en erfgoedbeschermers - discussiëren alvast over de aanpak. ‘Er zijn geen simpele oplossingen’, erkent Willemien den Ouden, hoogleraar Staats- en Bestuursrecht en decaan van de Honours Academy die de conferentie mede organiseert. ‘Maar niets doen is geen optie.’
Mensenlevens eerst
Joseph Powderly, docent Public International Law van de Universiteit Leiden, wijst op de rol van Rusland en China. Als zij meewerken in de Veiligheidsraad, ligt de weg wél open voor militair ingrijpen en kan het International Criminal Court worden ingezet. Want opzettelijke structurele vernietiging van erfgoed is culturele genocide. Over een ander punt is ook iedereen het roerend eens: mensenlevens moeten éérst gespaard worden, pas daarna volgt het erfgoed.
Politiek onder druk zetten
Andrée van Es, voorzitter van de Nationale UNESCO Commissie, benadrukt het belang van mobilisatie van de publieke opinie. Massale publieke verontwaardiging, bijvoorbeeld aangewakkerd door demonstraties en sociale media, heeft volgens haar wel degelijk zin: aanhoudende druk kan politici tot handelen aanzetten.
UNESCO-status stemt tot verplichting
De voormalige politica stipt een heikel punt aan. Monumenten en steden met een UNESCO-status lopen extra gevaar verwoest te worden, omdat IS-strijders willen choqueren. Diederik Meijer, archeoloog en voormalig legeradviseur voor de archeologische sites in Irak, reageert resoluut. ‘We moeten niet stoppen monumenten een status te geven. Maar dat heeft wel consequenties. Dan moet er ook de bereidheid zijn om ze te beschermen en geld te geven als ze hersteld moeten worden.’
Niet blind staren op letterlijke waarde monumenten
Archeologe Sada Mire merkt op dat we ons niet alleen moeten blind staren op de geldelijke waarde van erfgoed. ‘Het gaat vooral om de kennis over geschiedenis en oude beschavingen die archeologische vondsten opleveren.’
Rode lijsten bedreigde kunst en bodemschatten
Er moet veel strenger worden opgetreden tegen landen die de illegale handel in geroofde kunst en bodemschatten in stand houden, bepleit Basheer al-Aswad. Hanna Pennock, programmamanager Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, wijst op de rode lijsten van de International Council of Museums. Die bevatten voorbeelden van soorten geroofde bodemschatten en kunst uit landen als Syrië en Afghanistan. Hierdoor kunnen musea, kunsthandelaren en kopers snel checken of een aangeboden voorwerp mogelijk verdacht is. Maar rode lijsten zijn niet genoeg, geeft ze toe. Douanes, Interpol en musea moeten nog intensiever samenwerken om de illegale handel te stoppen.
Propaganda IS
Over de omvang van de illegale handel kan men slechts gissen. Daarom dient degelijk onderzocht te worden wat er werkelijk geroofd en vernietigd is. We moeten niet klakkeloos geloven wat IS beweert vernietigd te hebben, merkt moderator Sjeng Scheijen terecht op. In propagandafilmpjes van IS worden beelden gesloopt waarvan sommigen replica’s blijken te zijn. Wim Hupperetz, directeur van het Allard Pierson Museum, benadrukt het belang van onderzoek en documentatie. Nieuwe technologie, zoals de inzet van drones boven archeologische vindplaatsen, kan daarbij helpen.
Beter verhandelen dan verwoesten?
Scheijen speelt even advocaat van de duivel. Kunnen bodemschatten niet beter illegaal verhandeld dan verwoest worden? Meijer is tegen: dat stimuleert alleen maar meer illegale opgravingen. En als bodemschatten verdwijnen in privéhanden, verdwijnt ook de kans om hun geschiedenis te reconstrueren.
Replica’s in lokale musea
Een ander punt van discussie is of belangrijke artefacten niet beter in veiligheid kunnen worden gebracht in grote, westerse musea. Maar landen hun schatten ontnemen is een omstreden scenario. Archeologiestudent Jacob Kool komt tijdens een workshopsessie eerder deze conferentie met een alternatief. ‘Breng de belangrijkste artefacten en kunst naar de centrale musea van het land, naar de steden die beter beschermd kunnen worden. Laat replica’s achter in de lokale musea.’
Training plaatselijke bewoners
De rol van de plaatselijke bewoners wordt vaak genoemd. Zijn zij niet de eerst aangewezenen die hun erfgoed moeten bewaken? Diverse sprekers pleiten voor training en onderwijs zodat bewoners hun eigen erfgoed beter kunnen beschermen. Ook bij dit punt volgt de constatering: dan moeten ze wel eerst zichzelf kunnen beschermen.
(19 mei 2015 - LvP)
Zie ook
De conferentie The Heritage Heist is georganiseerd door de Nederlandse Nationale Commissie voor UNESCO, de Honours Academy van de Universiteit Leiden en het Leiden–Delft-Erasmus Centre for Global Heritage.