‘Tabak groeit in de pis van de duivel’
Arabiste Dorrit van Dalen ontdekte in haar onderzoek naar de islam in Midden-Afrika de invloedrijke maar bijna vergeten islamgeleerde Muhammad al-Wali en ziet zijn erfenis terug. Promotie op 22 april.
Boko Haram
In Nigeria en in het noorden van Kameroen zaait Boko Haram dood en verderf. In de ideeën van deze terroristische islambeweging hoort Dorrit van Dalen de 17e-eeuwse, Midden-Afrikaanse islamgeleerde Muhammad al-Wali nagalmen. Diens strategie is nu deel van de strategie van veel militante moslimgroeperingen, ook in het Midden-Oosten (neem IS): een machtsbasis opbouwen door andere moslims tot nepmoslim te verklaren.
Geroosterd hoofd van roken
Bij toeval stuitte Dorrit van Dalen bij het schrijven van haar masterscriptie op een manuscript van de in zijn tijd invloedrijke Muhammad al-Wali. En die ging over roken. Echte moslims roken niet, betoogde al-Wali. ‘Roken is des duivels; tabak groeit in de pis van de duivel.’ Op de Dag des Oordeels zou bij rokers de rook uit alle uitgangen van het lichaam komen en het hoofd zou worden geroosterd. Aldus de geleerde.
Rond het Tsjaadmeer
Van Dalen deed met het manuscript een gouden vondst, en nog wel in de Leidse Universiteitsbibliotheek. Toen ze promotie-onderzoek ging doen wist ze meteen wat het onderwerp moest zijn: de geschriften van al-Wali en zijn invloed in Midden-Afrika. En dan hebben we het over het gebied rond het Tsjaadmeer, in het westen begrensd door Nigeria en dan met de klok mee door Niger, Tsjaad en Kameroen. Van Dalen kent het gebied goed uit de tijd dat ze daar werkzaam was in de ontwikkelingssamenwerking en als journalist.
Verspreiding naar het platteland
De islam was in Midden-Afrika al vanaf de 11de eeuw aanwezig, aanvankelijk echter alleen onder de stedelijke elite. In de tweede helft van de 17e eeuw begon een snelle verspreiding naar het platteland, waar traditioneel-Afrikaanse godsdiensten nog dominant waren. ‘Het was voor de Afrikaanse plattelandsbevolking niet eenvoudig om moslim te worden’, vertelt Van Dalen, ‘want dat ging gepaard met een identiteitsverschuiving. Eeuwenoude tradities moesten worden aangepast of opgegeven.’ Dat kon men ook niet doen. Maar er zat een lelijke economische adder onder het gras. ‘Moslims mochten niet-moslims verkopen als slaaf. Daarmee werd het van groot belangrijk dat “echte” moslims zich duidelijk van “nepmoslims” onderscheidden.’
Grenzen trekken
Gewone moslims gebruikten daarom bijvoorbeeld het verhaal dat roken des duivels was: ze vertelden dat je met iemand die rookte niet mocht omgaan. De geleerde autoriteiten van al-Wali’s eigen rechtsschool (de Malikieten) in het Midden Oosten en in de rest van Islamitisch Afrika, waren het er over eens dat er geen reden was om roken te verbieden. Maar al-Wali kwam tegemoet aan de behoefte van de gewone man om grenzen te trekken tussen ‘wij’ en ‘zij’ met een juridisch traktaat tegen zijn geleerde collega’s. Hetzelfde deed hij in zijn bewerking van een tekst over de eigenschappen van God.
Veel invloed
Dat de trend van verkettering van ‘nepmoslims’ daarna behoorlijk uit de hand liep, blijkt uit het feit de geleerde Uthman dan Fodio ruim een eeuw later meer dan vijftig werken schreef waarin hij die trend veroordeelde. Dat al-Wali veel invloed had in Afrika blijkt uit de vele keren dat vooral zijn geschriften over Gods eigenschappen zijn gekopieerd.
Nog veel te ontdekken over islamitisch Afrika
In wat nu Nigeria is, zijn wel veel geschriften bewaard gebleven, maar ze zijn vaak moeilijk te vinden. Veel van al-Wali’s erfenis en ook manuscripten van Dan Fodio, zijn beschikbaar in de bibliotheek van Northwestern University in Evanston (Illinois, VS). ‘Het is niet zo moeilijk om nieuwe dingen te ontdekken over islamitisch Afrika’, zegt Van Dalen. ‘De focus van Arabisten ligt, ook in Leiden, sterk op het Midden-Oosten.’ Zijzelf is nog lang niet uitgekeken op de islam in Afrika.
(CH)