Zoektocht naar het ‘zusje van de aarde’
Dankzij een Vici-beurs kan dr. Ignas Snellen onderzoek doen naar exoplaneten, planeten rond andere sterren dan onze zon. Daarmee hoopt hij uiteindelijk een stap dichterbij het antwoord te komen op de vraag: is er ander leven in het heelal?
Sinds kort weten we dat er in de Melkweg meer dan 700 exoplaneten bestaan. Maar hoeveel precies, en hoe de atmosferen van deze planeten precies zijn samengesteld, daarover is nog weinig bekend. Door exoplaneten bij de meest dichtstbijzijnde sterren te (onder)zoeken, hoopt Snellen een planeet te vinden waarvan de atmosfeer lijkt op die van de aarde. ‘Dichtstbijzijnd’ betekent: een paar lichtjaren hier vandaan, oftewel 100.000 keer de afstand van onze planeet tot aan de zon. ‘Nee, we zouden niet naar zo’n planeet kunnen reizen, dat is te ver weg’, geeft Snellen toe. ‘Maar als we zo’n ‘zusje van de aarde’ vinden, zijn we wel dichter bij een antwoord op een van de meest fundamentele vragen van de mensheid: is er nog ander leven in het heelal?’
Turen
Snellens zoektocht heeft twee onderdelen: het vinden van nieuwe exoplaneten, en het onderzoeken van hun atmosfeer. Hiertoe gaat zijn team een opstelling van vijf camera’s bouwen, die de dichtstbijzijnde sterren kunnen onderzoeken. ‘Het klinkt misschien gek, maar het is makkelijker om verder weg gelegen sterren te bekijken. Dat komt omdat je dan maar naar een heel klein stukje hemel hoeft te turen. Hoe dichterbij je kijkt, hoe breder het hemeloppervlak dat je moet onderzoeken. De cameraopstelling die we gaan maken, is dan ook uniek in de wereld.’
Planeetovergangen
Hoe vind je een exoplaneet? Door te zoeken naar zogeheten planeetovergangen. Wanneer een exoplaneet gezien vanaf de aarde toevallig voor zijn ster langs kruist, verduistert deze een heel klein beetje het sterlicht. Door dit effect kan de grootte en de baan van de planeet worden bepaald.
Superstorm
Snellen ontwikkelde in de afgelopen jaren bovendien een methode om de atmosferen van exoplaneten te onderzoeken, die nu met de Vici-beurs op uitgebreide schaal kan worden toegepast en verder verfijnd. ‘Als een exoplaneet voor zijn moederster langs beweegt, sijpelt er ook een heel klein beetje sterlicht door de planeetatmosfeer heen’, zegt Snellen. ‘De gassen in die atmosfeer absorberen dat sterlicht op een heel specifieke manier. Dit kunnen we meten en daarmee achterhalen waaruit de atmosfeer is opgebouwd.’ Met deze methode vond Snellens onderzoeksgroep onlangs ook al aanwijzingen voor een enorme superstorm op een exoplaneet.
Dat zijn onderzoek de Vici-beurs heeft gekregen, noemt hij ‘fantastisch’. ‘Je bent er zó lang mee bezig: voorrondes in maart, de hele zomer het voorstel verder uitwerken, een kritisch interview… Geweldig als dat dan uiteindelijk wordt beloond.’